21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1607 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2019

Hierbij zend ik u een aanvulling op de geannoteerde agenda voor de Ecofinraad van 14 juni te Luxemburg (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1605).

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Agendaonderwerp: Financiële transactie belasting

Document: Nog niet verspreid

Aard bespreking: Informatiepunt

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Op de Ecofinraad zal de stand van zaken van de versterkte samenwerking voor een financiële transactie belasting (FTT) besproken worden. In februari 2013 heeft de Commissie een richtlijnvoorstel voor versterkte samenwerking gepubliceerd op het gebied van de FTT. De (toen nog) 11 participerende lidstaten hebben sindsdien geprobeerd om tot een oplossing te komen. De participerende lidstaten waren, onder andere, verdeeld over de reikwijdte van de FTT. Zo wenste de ene groep lidstaten een beperkte FTT met zo min mogelijk weerslag op de economie, terwijl de andere groep inzette op een uitgebreide FTT om zoveel mogelijk inkomsten te genereren.

De (nu nog) 10 aan de FTT participerende lidstaten1 willen deze Ecofinraad de niet participerende lidstaten inlichten over de stand van zaken. Op dit moment ligt het voorstel voor om een beursbelasting op aandelen te introduceren. Om deze FTT ook aantrekkelijk te maken voor de kleinere lidstaten, is er voorgesteld om de totale Europese opbrengst te herverdelen onder de participerende lidstaten op basis van hun BBP-aandeel. Verder wordt de FTT genoemd als financieringsinstrument van de Eurozone budget.

Tijdens de opstelling van deze Geannoteerde Agenda was er (nog) geen inhoudelijk document over de afspraken bekend gemaakt.

Inzet Nederland: Nederland zal de stand van zaken aanhoren. Nederland heeft zich niet aangesloten bij de versterkte samenwerking voor een FTT, omdat Nederlandse pensioenfondsen geraakt worden door deze belasting. Verder doorbreekt het herverdelingsmechanisme het uitgangspunt dat de FTT-inkomsten terugvloeien naar de lidstaten. Nederland is ook geen voorstander voor het gebruiken van FTT-opbrengsten voor de financiering van een begrotingsinstrument voor convergentie- en concurrentievermogen, zoals sommige landen in de discussie over zo’n instrument voorstellen.


X Noot
1

België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije en Spanje.

Estland deed aanvankelijk mee maar heeft in december 2015 besloten om uit het FTT project te stappen.

Naar boven