21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 28 november 2022.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 28 NOVEMBER 2022

Introductie

Op 28 november jl. vond de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking (RBZ OS) plaats in Brussel. De Raad sprak over de opvolging van de Top tussen de staatshoofden en regeringsleiders van de EU en de Afrikaanse Unie (AU) die in februari jl. plaatsvond.1 De uitwisseling van de Raad met de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie, dhr. Moussa Faki Mahamat, kon geen doorgang vinden. Daarnaast is er gesproken over de situatie in Oekraïne en Afghanistan, en werden onder AOB de Raadsconclusies over het EU-Actieplan voor jongeren verwelkomd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking was verhinderd deel te nemen aan deze RBZ OS vanwege een werkbezoek aan Vietnam. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Unie nam namens Nederland deel aan deze Raad.

EU-AU follow-up Top

Met de bespreking van het EU-Afrika partnerschap in de Raad, werd opvolging gegeven aan de vorige bespreking tijdens de informele RBZ (Gymnich) in augustus jl. Hiermee werd gehoor gegeven aan de oproep van EU-lidstaten om dit onderwerp regelmatig te blijven agenderen. Tijdens deze bespreking ging de aandacht uit naar de voortgang van de implementatie van de afspraken uit de slotverklaring van de EU-AU Top van februari jl., waaronder het Afrika investeringspakket. Er was een brede consensus onder EU-lidstaten dat de EU in de afgelopen maanden voor deze opvolging een goede basis heeft gelegd. Samen met andere EU-lidstaten riep Nederland op om de komende maanden verdere vooruitgang te blijven maken en concrete resultaten te bereiken. Tevens werd opgeroepen om te zorgen voor meer zichtbaarheid van EU-steun in dit kader en een intensievere dialoog hierover met de Afrikaanse zijde. Nederland riep in dit verband, samen met andere lidstaten, op om oog te houden voor de Afrikaanse prioriteiten, zoals voedselzekerheid, energietransitie en de gevolgen van klimaatverandering. Hierbij legde Nederland tevens nadruk op het belang van jongeren, beroepsonderwijs en een versterkte inzet op de migratiepartnerschappen.

Door de afwezigheid van AU Commissievoorzitter Faki kon deze dialoog op de RBZ OS geen doorgang vinden. Op dezelfde dag als de RBZ OS vond ook de EU-AU Commission to Commission bijeenkomst plaats in Brussel. Dit betreft een jaarlijks overleg tussen de Europese Commissie en de AU-Commissie. Met deze dialoog wordt door de Europese Commissie concrete opvolging gegeven aan de oproep om in nauw contact te blijven met de Afrikaanse zijde over de opvolging van de afspraken uit de slotverklaring van de EU-AU Top van februari jl.

Oekraïne

Ten aanzien van Oekraïne stond de Raad stil bij de meest urgente noden van Oekraïne om de winter door te komen. Nederland heeft benoemd welke steun reeds is verstrekt en toegezegd aan Oekraïne. Uw Kamer zal op korte termijn per brief worden geïnformeerd over de besteding van financiering die reeds naar Oekraïne is gegaan en de bestemming van de additionele middelen, zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat van 23 november jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2578) De Raad is eensgezind over het belang van steun aan Oekraïne voor de winterization en voor het herstel van kritieke infrastructuur. Dit heeft de komende tijd de hoogste prioriteit en hierover zal worden doorgesproken tijdens de «Solidaires du peuple ukrainien» conferentie in Parijs op 13 december a.s. De verwachting is ook dat landen hier hun bijdragen aan de winterization zullen aankondigen, die nu veelal nog uitblijven.

Tevens is gesproken over het belang van outreach naar derde landen die lijden onder de negatieve gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne. Nederland heeft in deze context opgeroepen tot meer actie om voedselzekerheid in derde landen te bevorderen, zoals ook toegezegd tijdens het Commissiedebat van 23 november jl.

Nederland heeft voor de winterization van Oekraïne in 2022 reeds EUR 180 miljoen vrijgemaakt: EUR 90 miljoen via de Wereldbank, EUR 72 miljoen via de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en EUR 18 miljoen via het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zal in-kind energietoebehoren leveren die verzocht zijn door Oekraïne. Nederland loopt hiermee voorop qua steun op het gebied van winterization. Naar aanleiding van mijn toezegging aan lid Hammelburg tijdens het CD RBZ OS en Handel van 23 november jl. informeerde ik uw Kamer op 8 december jl. in een aparte brief over de stand van zaken van deze bijdrage2. Ik kan u melden dat de Wereldbank en EBRD reeds over de door Nederland toegezegde middelen beschikken en deze organisaties al in Oekraïne aan de slag zijn om te helpen zorgen dat Oekraïners de winter goed doorkomen. Zo kan Ukrenergo, het Oekraïense staatsbedrijf voor elektriciteitsdistributie, nu met het Nederlandse geld hun aankoopproces starten om onderdelen in te kopen voor noodherstel van het elektriciteitsnet.

De Europese Commissie kondigde op 9 november jl. aan Oekraïne in 2023 met EUR 1,5 miljard per jaar te gaan steunen, een bedrag dat in principe bedoeld is als liquiditeitssteun maar mogelijk ook deels ingezet zal worden voor winterization en early recovery. Een kabinetsappreciatie van dit voorstel is uw kamer door de Minister van Financiën reeds toegekomen.3

Speciaal Gezant Nederlands Bedrijfsleven en Wederopbouw Oekraïne

Ten aanzien van het bevorderen van de inzet van Nederlandse kennis en kunde van het bedrijfsleven bij early recovery en wederopbouw in Oekraïne is het van groot belang dat Nederlandse bedrijven goed van informatie worden voorzien over de situatie in Oekraïne en over de mogelijkheden en risico’s. In aanvulling op de drie publiek-private platforms voor wederopbouw in Oekraïne die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het kabinet worden ingericht, de opgerichte Oekraïne-desk bij RVO, en de inzet van extra personele capaciteit, is besloten tot het aanstellen van een Speciaal Gezant Bedrijfsleven en Wederopbouw in Oekraïne om kennis en kunde van het Nederlandse bedrijfsleven samen te brengen voor de wederopbouw van Oekraïne.

Deze gezant dient goed ingevoerd te zijn zowel in de regio, als in het Nederlandse bedrijfsleven, in de nationale en internationale publieke besluitvormingsstructuren en kennis te hebben van de internationale financiële instellingen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de situatie in Oekraïne en het animo van het Nederlandse bedrijfsleven, zou een dergelijke gezant benoemd kunnen worden voor een termijn van 1 jaar, met een mogelijkheid tot verlenging.

Afghanistan

De Raad sprak over de verslechterende situatie in Afghanistan en mogelijke spill-over effecten naar de regio en verhoogde vluchtelingenstromen. Er is gesproken over het dilemma van meer steun aan de Afghaanse bevolking, zonder dat daarbij de positie van het Taliban regime wordt versterkt. Tijdelijke ondersteuning voor basisnoden blijft nodig voor stabiliteit van de Afghaanse economie en samenleving en voor de zelfredzaamheid van de Afghaanse bevolking. Nederland heeft uitgedragen dat de voorwaarden voor hulp die zijn overeengekomen, zoals ook reeds in de RBZ OS van oktober 2021 besproken, leidend moeten blijven4. Het gaat hierbij over het feit dat steun alleen via multilaterale organisaties of ngo’s mag worden verstrekt, dat er geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban mag plaatsvinden met betrekking tot beleid, uitvoering en management, en dat er gelijke toegang dient te zijn voor vrouwen en meisjes. Onder die voorwaarden is tot op heden naast humanitaire hulp, onder strikte voorwaarden en buiten de Taliban om, ingezet op steun aan basisnoden met focus op onderwijs, gezondheidszorg en livelihoods. In 2021 is daarvoor door de EU reeds EUR 250 miljoen besteed en in 2022 werd daarvoor aanvullend EUR 150 miljoen vrijgemaakt.

Tijdens de Raad werd gesproken over de mogelijkheid van uitbreiding van de inzet, zoals door steun aan de private sector en technische assistentie ten behoeve van de Afghaanse Centrale Bank. Nederland riep, net als een aantal andere lidstaten, op tot voorzichtigheid op dit gebied. Inhoudelijk begrijpt Nederland het belang van verbreding van de inzet gezien het verder voorkomen van (regionale) destabilisatie, maar tegelijkertijd moet voorkomen worden dat door de inzet de Taliban (onbedoeld) wordt versterkt of gelegitimeerd. Nederland ziet daarom in de huidige situatie nog geen mogelijkheden voor verbreding van de inzet. Nieuwe voorstellen voor verbreding zullen op een case-by-case basis worden beoordeeld.

EU-jongerenactieplan

Onder any other business verwelkomde Commissaris Urpilainen de Raadsconclusies over het Jongerenactieplan in het externe optreden van de EU 2022–2027. Zij benadrukte dat de conclusies gezien kunnen worden als een stevig commitment van de Raad aan «empowerment» van jongeren en bedankte de EU-lidstaten die dit in hun interventie over EU-Afrika benoemden, waaronder Nederland. Nederland gaf eerder aan voor een selectie van landen een programma op beroeps- en hoger onderwijs te ontwikkelen met name gericht op jongeren, dat vanaf 1 juli volgend jaar zal starten.

Naar boven