21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2532 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2022

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 30 en 31 oktober 2022.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 30–31 OKTOBER 2022

Op maandag 31 oktober 2022 zal in Praag de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel onder Tsjechisch voorzitterschap plaatsvinden. Tijdens de Raad zal worden gesproken over Geopolitiek & Handel en over Digitale handel. De Raad zal vervolgens tijdens de lunch spreken met de United States Trade Representative (USTR), Katherine Tai.

Voorafgaand aan de informele bijeenkomst van de Raad op maandag 31 oktober zal tijdens een diner op zondag 30 oktober van gedachten worden gewisseld over lopende handelsdossiers met Bernd Lange, de voorzitter van het Comité Internationale Handel (INTA-comité) van het Europees Parlement.

Dinerbijeenkomst: Bernd Lange

Tijdens het diner op zondag 30 oktober zal de Raad informeel van gedachten wisselen over lopende handelsdossiers met de voorzitter van het INTA-comité van het Europees Parlement, Bernd Lange. Hierbij zullen de beide onderwerpen die tijdens de Raad besproken worden aan de orde komen, evenals lopende onderhandelingen over wetgevende voorstellen, zoals het anti-dwanginstrument1 en de herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel.2

Geopolitieke belang van handel

Strategische afhankelijkheden

De Raad zal onder de bespreking van het geopolitieke belang van handel reflecteren op strategische afhankelijkheden in het licht van bredere geopolitieke verschuivingen en recente gebeurtenissen zoals de Russische invasie van Oekraïne. Daarbij zal onder andere worden ingegaan op het diversifiëren van handelspartners, het verminderen van de risico’s van strategische afhankelijkheden, de toegang tot kritieke grondstoffen en samenwerking met partners.

Een agressiever Rusland, een assertiever China en een toenemende bereidheid om economische middelen in te zetten voor geopolitieke doeleinden leiden tot groeiende zorgen over risicovolle strategische afhankelijkheden. Het kabinet onderschrijft de urgentie van dit vraagstuk en ook op Europees niveau staat de open strategische autonomie van de EU bovenaan op de agenda. Het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden en het versterken van de economische weerbaarheid is dan ook een belangrijke prioriteit voor het kabinet.3 Diversificatie van handelspartners kan dergelijke risico’s verminderen. Handelsakkoorden kunnen bijdragen aan diversificatie. Waar diversificatie de risico’s van strategische afhankelijkheden onvoldoende mitigeert, spant Nederland zich in Europees verband in om de risico’s van bekende strategische afhankelijkheden, zoals medische producten, halfgeleiders en kritieke grondstoffen, middels andere beleidsinitiatieven te mitigeren. Dit heeft geleid tot nieuwe EU-instrumenten zoals Important Projects of Common European Interest (IPCEI) 4 en de EU Chips Act 5. Ook wordt vorm gegeven aan een EU-grondstoffenstrategie. Uw Kamer ontvangt binnenkort een brief waarin het kabinet nader ingaat op de Nederlandse inzet omtrent de open strategische autonomie van de EU. Ook streeft het kabinet ernaar uw Kamer voor eind 2022 een Nederlandse grondstoffenstrategie te doen toekomen.

Gezien de verwevenheid van de interne markt en de economische marktmacht van de EU, zet Nederland bewust in op een Europees handelingsperspectief. Daarbij wordt samenwerking met gelijkgezinde partners zoals de Verenigde Staten nagestreefd, omdat deze bijdraagt aan het versterken van de Nederlandse en Europese economische weerbaarheid.

Agenda bilaterale handelsakkoorden

Bij de bespreking van het geopolitieke belang van handel zal de Raad ook de stand van zaken betrekken wat betreft de in onderhandeling zijnde bilaterale handelsakkoorden. Een geactualiseerde versie van de voortgangsrapportage handelsakkoorden met een overzicht van de lopende onderhandelingen is bijgevoegd bij deze geannoteerde agenda. Tijdens de Raad zal naar verwachting de aandacht vooral uitgaan naar drie akkoorden die op relatief korte termijn voor besluitvorming aan de Raad kunnen worden voorgelegd, zijnde de mogelijke akkoorden met Mexico, Nieuw-Zeeland en Chili. Het akkoord met Nieuw-Zeeland betreft een handelsakkoord dat de Europese Commissie naar verwachting als een zogenaamd EU-only akkoord zal voorleggen aan de Raad. Ten aanzien van het zogenaamde Global Agreement met Mexico bespreekt de Commissie momenteel met de Mexicaanse onderhandelaars de mogelijkheid om het handelsdeel van het akkoord als een op zichzelf staand interim-akkoord te ondertekenen en in werking te laten treden. Na inwerkingtreding van het Global Agreement als geheel zal het interim-akkoord dan kunnen vervallen. Aangezien het handelsdeel van het akkoord onder de exclusieve competentie van de Unie valt, zou een dergelijk interim-akkoord op basis van goedkeuring van de Raad en het Europees Parlement relatief snel in werking kunnen treden. Dit past bij de inzet gericht op het vergroten van de slagvaardigheid van de Europese Unie en het aangaan van nieuwe handelsakkoorden.

Zodra de Commissie de genoemde akkoorden daadwerkelijk aan de Raad aanbiedt voor besluitvorming, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Het kabinet zal deze akkoorden voorzien van een beoordeling zodat uw Kamer zich een oordeel kan vormen over de positie die het kabinet voornemens is in de Raad in te nemen.

Handel & Duurzame ontwikkeling

Op 22 juni jl. heeft de Europese Commissie de Mededeling «De kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige economische groei» gepubliceerd. Uw Kamer heeft hierover een BNC-fiche ontvangen.6 Nederland is de afgelopen jaren één van de voornaamste pleitbezorgers geweest binnen de EU om duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden te versterken en heeft de Mededeling dan ook verwelkomd. De afgelopen weken heeft de Raad over mogelijke raadsconclusies onderhandeld. Het kabinet heeft er daarbij op ingezet dat de Commissie zo spoedig mogelijk aan de slag gaat met het opvolgen van de actiepunten in de mededeling die onder bestaande akkoorden al uitgevoerd kunnen worden. Tevens heeft het kabinet ingezet op stevige teksten wat betreft de EU inzet dat schendingen van bepalingen over de Overeenkomst van Parijs en de fundamentele ILO-conventies in het uiterste geval – en na het doorlopen van de geschillenbeslechtingsprocedure – kunnen leiden tot handelssancties (intrekken preferentiële tarieven). Naar verwachting zullen de Raadsconclusies op afzienbare termijn aan de Raad worden voorgelegd ter besluitvorming.

Digitale handel

Tijdens de Raad zal voorts gesproken worden over de EU visie op de toekomst van digitale handel. Digitalisering is door Covid-19 in een stroomversnelling geraakt, waarbij de al bestaande trends versterkt zijn. De snelle toename van digitale handel en de afhankelijkheden van een aantal grote spelers vraagt om gezamenlijk en actief optreden zodat digitale handel volop kansen biedt voor alle bedrijven en burgers in de EU. Nederland zet zich, zoals aangegeven in de BHOS-nota, in de EU in voor ambitieuze en moderne regels over digitale handel met (gelijkgezinde) derde landen.7

Nederland is voorstander van internationale samenwerking, zoals met de Verenigde Staten in de Trade and Technology Council (TTC), maar ook in de vorm van digitale partnerschappen met Japan, Korea en Singapore. Ook is Nederland voorstander van het maken van gebalanceerde afspraken over digitale handel in bilaterale handelsakkoorden. Daarnaast steunt Nederland het Joint Statement Initiative on e-commerce waarbij inmiddels 87 WTO-leden deelnemen aan de onderhandelingen. Het maken van internationale afspraken en het scheppen van een regelgevend kader geeft zowel bedrijven als consumenten meer zekerheid en vertrouwen in de online omgeving om internationaal zaken en aankopen te doen. Daarbij gaat het om afspraken over zaken die de digitale handel faciliteren, zoals elektronische contracten en handtekeningen, maar ook over consumentenbescherming, grensoverschrijdende gegevensstromen en bescherming van persoonsgegevens & privacy. Nederland zal tijdens de Raad deze visie en prioriteiten uitdragen teneinde te zorgen voor een blijvende ambitieuze EU-inzet op digitale handel.

Lunchbijeenkomst: USTR Tai

Tijdens de lunch zal United States Trade Representative (USTR) Katherine Tai fysiek deelnemen aan een discussie over de stand van de trans-Atlantische handelsrelatie. Voor het einde van dit jaar zal de derde bijeenkomst op politiek niveau van de TTC plaatsvinden. In de TTC werken de Commissie en de VS aan coördinatie en afstemming t.a.v. technologische en handelsvraagstukken, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie en halfgeleider waardeketens. De TTC is hierbij het platform om regelmatig op technisch en politiek niveau over deze onderwerpen van gedachten te wisselen, elkaars beleidsdoelstellingen beter te begrijpen en verrassingen en misverstanden te voorkomen. Tijdens de lunch zal gesproken worden over mogelijke uitkomsten van de aankomende bijeenkomst.

Verder zal de nieuwe Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) van Europese zijde worden opgebracht. Deze wetgeving is een belangrijke stap voor de groene energietransitie in de VS. De IRA bevat een groot investeringspakket van verschillende subsidies en belastingvoordelen, onder meer om de productie in de VS van hernieuwbare energie en batterijen te stimuleren. Hoewel hier ook kansen voor Europese producenten in zitten, staan sommige bepalingen uit de IRA op gespannen voet met het WTO non-discriminatie principe. Zo geldt een belastingvoordeel bij aankoop van een nieuwe elektrische auto alleen als de auto is geproduceerd in Noord Amerika of een land waarmee de VS een vrijhandelsakkoord heeft. Tijdens de lunch kunnen de zorgen over deze bepalingen besproken worden.

Om te zorgen voor meer zekerheid en helderheid (voor bedrijven) aan beide kanten van de oceaan is het belangrijk dat het principeakkoord over Trans-Atlantische gegevensstromen nader uitgewerkt wordt. Dit principe akkoord werd in maart van dit jaar bereikt tussen Voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen en President Biden. Op vrijdag 7 oktober jl. ondertekende president Biden een Presidential Executive Order met aanvullende regelgeving. Op basis hiervan kan waarschijnlijk door de EU een nieuw adequaatheidsbesluit ten aanzien van de VS worden genomen om zodoende te komen tot een regeling voor de overdracht van persoonsgegevens tussen de EU en de VS.


X Noot
1

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 3300.

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 22 112, nr. 3237.

X Noot
3

Kamerstuk 36 180, nr. 1.

X Noot
4

Kamerstuk 29 826, nr. 147.

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nr. 3369.

X Noot
6

Kamerstuk 22 112, nr. 3489.

X Noot
7

Kamerstuk 36 180, nr. 1.

Naar boven