De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie een raamwerk voorstelt voor nationale toetsingsmechanismes
voor inkomende investeringen van buiten de EU die kunnen raken aan openbare orde en
veiligheid;
overwegende dat de verordening de Commissie de zelfstandige bevoegdheid zou geven
inkomende investeringen te toetsen en lidstaten te adviseren hoe hiermee om te gaan;
overwegende dat een open en aantrekkelijk handels- en investeringsklimaat in het belang
is van Nederlandse welvaart en banen;
overwegende dat voorkomen moet worden dat de nieuwe verordening leidt tot extra bureaucratie
en hindernissen rond wenselijke investeringen of wordt gebruikt als wapen tussen lidstaten
om investeringen elders te verhinderen;
van mening dat we tegelijkertijd niet naïef moeten zijn over mogelijke gevolgen van
staatsgesteunde investeringen dan wel overnames van buiten de EU binnen onze vitale
sectoren, en dat Europese samenwerking hierbij wel een meerwaarde kan hebben;
verzoekt de regering, er in de EU op in te zetten dat de verordening zich beperkt
tot zaken die daadwerkelijk openbare orde en veiligheid raken, dat lidstaten de uiteindelijke
beslissingsbevoegdheid behouden over het screenen van investeringen en dat alsnog
een onderzoek wordt gedaan door de Commissie naar de impact van de verordening, alvorens
hierover een definitief besluit wordt genomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Becker