21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1783 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 oktober 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 16 oktober 2017

Iran

De Raad sprak over de gezamenlijke EU-benadering ten aanzien van Iran en nam hierover een verklaring aan1. De discussie kwam daags na het besluit van de Amerikaanse regering over certificering van het nucleaire akkoord met Iran (het zogenoemde Joint Comprehensive Plan of Action, JCPOA). Na dit besluit zal het Amerikaanse Congres zich hierover uit moeten spreken.

De HV wees erop dat het JCPOA een multilateraal akkoord is dat niet door één land opgezegd kan worden. Nederland en andere lidstaten benadrukten het succes van het JCPOA en het belang hiervan voor de wereldwijde non-proliferatie en veiligheid. Nederland heeft, evenals een groot aantal andere EU-lidstaten, opgeroepen tot het in stand houden van het JCPOA. Het betreft een robuuste overeenkomst gebaseerd op een stevig verificatie-mechanisme dat goed functioneert. Over het akkoord is twaalf jaar onderhandeld en het heropenen van onderhandelingen zal volgens Nederland geen beter resultaat opleveren.

Hiernaast heeft Nederland zijn zorgen geuit over de Iraanse opstelling in de regio, de ontwikkelingen van het ballistische raketprogramma en de mensenrechtensituatie in Iran. Hoewel dergelijke zorgen onverminderd groot blijven, vallen zij buiten de reikwijdte van het JCPOA. Nederland en andere lidstaten wezen op het belang dat Iran op deze onderwerpen gescheiden van het JCPOA stevig dient te worden aangesproken.

Turkije

De Raad sprak over de recente ontwikkelingen in de betrekkingen met Turkije, in het bijzonder over de rol van Turkije in de regio en de mensenrechtensituatie in Turkije zelf. De discussie vond plaats ter voorbereiding van de bespreking over Turkije in de Europese Raad van 19–20 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1260).

De HV en de Commissie gingen kort in op de ontwikkelingen in de relaties met Turkije, zowel op bilateraal vlak als de rol die Turkije in de regio speelt. De HV had in gesprek met de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken het belang van dialoog herbevestigd, maar ook duidelijk gemaakt dat de EU verwacht dat Ankara op verschillende gebieden, waaronder uiteraard de rechtstatelijke ontwikkelingen, echte veranderingen laat zien. Sommige elementen van de samenwerking tussen de EU en Turkije verlopen overigens nog steeds goed. De Commissie wees in dat verband o.a. op de samenwerking ten aanzien van migratie.

Veel lidstaten wezen op de toenemende uitdagingen in de samenwerking met Turkije op het terrein van buitenlandpolitiek. Nederland vroeg daarbij specifiek aandacht voor Irak en de situatie rondom Kirkuk en riep alle partijen op tot de-escalatie. Nederland wees er daarbij op dat een constructieve dialoog tussen Bagdad en Erbil de enige weg vooruit is. Bemiddeling is daarbij noodzakelijk. Nederland sprak daarbij steun uit voor de inspanningen van de HV en wees op het belang om ook landen als Iran daarbij te betrekken.

Vrijwel alle lidstaten waren kritisch over de ontwikkelingen ten aanzien van de rechtstaat en de mensenrechtensituatie in Turkije zelf. Nederland vroeg ook expliciet aandacht voor deze zorgelijke ontwikkelingen en riep de EU op dit consequent op te brengen in contacten met Turkije. Tegelijkertijd erkenden alle lidstaten de noodzaak tot kritische dialoog met Turkije als samenwerkingspartner. Een aantal lidstaten sprak uit dat indien de genoemde zorgen blijven voortbestaan, de behoefte kan ontstaan aan een toekomstige herijking van de huidige EU-Turkije betrekkingen.

Er was steun voor de heroriëntatie van de pre-accessiesteun aan Turkije. Nederland riep nogmaals op tot opschorting hiervan.

De HV zal verslag uitbrengen van deze discussie aan de Europese Raad van 19–20 oktober.

Noord-Korea

De Raad sprak over de ontwikkelingen ten aanzien van Noord-Korea en nam een nieuw pakket EU-maatregelen tegen Noord-Korea aan. Deze maatregelen omvatten naast een omzetting van VNVR resoluties 2371 en 2375 in EU-regelgeving ook aanvullende EU autonome maatregelen, waaronder een exportverbod op ruwe olie en geraffineerde olieproducten, een investeringsverbod, een verbod op verlenging van werkcontracten van Noord-Koreaanse arbeiders, en de toevoeging van 3 personen en 6 entiteiten aan de sanctielijst. Hiermee is het sanctieregime tegen Noord-Korea het meest omvangrijke EU-sanctiepakket ooit.

Nederland heeft het nieuwe sanctiepakket verwelkomd en opnieuw benadrukt dat het aantal Noord-Koreaanse arbeiders in de EU tot nul zal moeten worden gereduceerd. Nederland en enkele andere lidstaten wezen erop dat de EU zich moest voorbereiden op mogelijke verdere stappen, mocht de situatie daartoe aanleiding geven.

De Raad benadrukte het belang dat de internationale gemeenschap eensgezind optreedt ten aanzien van Noord-Korea, ook waar het de implementatie van de huidige VN-sancties tegen Noord-Korea betreft. De EU zal wereldwijd in 25 derde landen demarches uitvoeren om te wijzen op het belang van volledige en effectieve implementatie van de VN-sancties tegen Noord-Korea. De HV kondigde aan dat deze demarches volgende week zullen beginnen. Nederland heeft de EU-demarches over sanctie-implementatie in derde landen verwelkomd en zal zich daarbij aansluiten.

De HV gaf aan dat spanningen in de regio momenteel geen klimaat creëren voor politieke onderhandelingen. Tegelijkertijd kan het conflict slechts op een vreedzame manier worden opgelost. Dat vergt dialoog met alle betrokken partijen. De HV kondigde aan de dialoog met China, Rusland, de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea de komende tijd te zullen voortzetten.

EU Mensenrechtenbeleid

De Raad voerde een politieke discussie over de toekomstige inzet van de Unie ten aanzien van mensenrechten, zowel bilateraal als in multilaterale fora. Het betrof een brede discussie waarbij meer dan twintig lidstaten het woord namen over verschillende mensenrechtensituaties en het belang van EU-eenheid en behoud hoge standaarden in het externe mensenrechtenbeleid. Lidstaten bespraken ook de verbetering van werkmethoden om effectief optreden en EU-eenheid te bevorderen.

Nederland heeft in zijn interventie het belang van een coherent en consistent gezamenlijk EU-optreden benadrukt. De EU moet op het gebied van mensenrechten zijn leidende rol in de wereld behouden. Hierbij heeft Nederland de succesvolle Nederlandse inzet ten aanzien van de recente Jemen-resolutie in de Mensenrechtenraad als voorbeeld genoemd van een situatie waar de EU-lidstaten ondanks verschillende uitgangspunten toch tot een gezamenlijke inzet zijn gekomen.

Myanmar

De Raad besprak de zorgwekkende humanitaire en mensenrechtensituatie in Myanmar, in het bijzonder in de deelstaat Rakhine, en de schrijnende omstandigheden van de meer dan 500.000 vluchtelingen, waarvan het merendeel Rohingya is. De Raad riep op tot onmiddellijke beëindiging van het geweld, bescherming van alle burgers en volledige toegang voor humanitaire organisaties. Daarnaast dient de regering van Myanmar zich maximaal in te spannen om spanningen tussen gemeenschappen te verminderen.

De HV wees erop dat de bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de Asia-Europe Meeting (ASEM) in Myanmar op 20–21 november a.s. de gelegenheid bood tot engagement met de regering van Myanmar en daarbij ook een eensluidende EU-boodschap af te geven. Zij riep EU-Ministers op aan deze bijeenkomst deel te nemen.

Nederland en andere lidstaten bepleitten een eensluidende EU-boodschap richting de autoriteiten van Myanmar. Verder riep Nederland de EU op inspanningen in het kader van de VN Veiligheidsraad te steunen voor de totstandkoming van een internationaal wapenembargo. Het kabinet voldeed hiermee aan de motie van het lid Kuzu (DENK) over de noodzaak van een wapenembargo tegen Myanmar (Kamerstuk 22 054, nr. 290 d.d. 5 oktober 2017).

Venezuela

De Raad stond stil bij de situatie in Venezuela, die sinds de laatste bespreking niet wezenlijk was verbeterd. De HV wees erop dat het aantal politieke gevangenen onverminderd hoog was en dat er sprake was van een toenemend aantal asielaanvragen, vooral richting Colombia. Enkele lidstaten verwezen naar de eerste resultaten van de regionale verkiezingen in Venezuela op 15 oktober jl. en noemden die ongeloofwaardig. Nederland en enkele andere lidstaten riepen op tot het instellen van gerichte maatregelen tegen personen in Venezuela die het democratische proces ondermijnen en een verbod op de export naar Venezuela van goederen die kunnen worden gebruikt voor interne onderdrukking.

Overig

De Raad heeft het startsein gegeven voor een nieuwe civiele EU-missie in Irak (EU Advisory Mission) die de Iraakse autoriteiten moet helpen bij de uitvoering van de civiele aspecten van de Iraakse nationale veiligheidsstrategie. Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over het kabinetsbesluit een beperkte bijdrage van ongeveer drie personen (civiele experts, nationale politie en/of de Koninklijke Marechaussee) aan de EU Advisory Mission in Irak te leveren.

Naar boven