Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2014
De Europese Commissie maakte vandaag bekend hoe steun voor Oekraïne zou kunnen worden
vormgegeven via verschillende instrumenten met een potentiële totale waarde van € 11 miljard.
Nadere bestudering laat zien dat het voorstel, verdeeld over een langere periode,
voor € 3 miljard ten laste van het EU-budget komt, waarvan € 1,6 miljard macro-financiële
assistentie en € 1,4 miljard uit met name het nabuurschapsinstrument. De macro-financiële
assistentie betreft voornamelijk leningen die worden opgehaald op de financiële markten,
waarvan reeds € 610 miljoen aan Oekraïne is toegekend. Deze assistentie is echter,
als bekend, expliciet verbonden aan een akkoord met het IMF en onder strikte voorwaarden
van politieke en economische hervormingen beschikbaar.
De € 1,4 miljard valt binnen het plafond voor Categorie IV van de EU-begroting (Extern
Beleid) voor de periode 2014–2020.Dit valt binnen de huidige kaders; het gaat hier
dus niet om nieuwe commitments.
Naast deze € 3 miljard omvat het voorstel potentiële leningen voor de komende jaren
van de Europese Investeringsbank (€ 3 miljard) en de Europese Bank voor Wederopbouw
en Ontwikkeling (€ 5 miljard). Deze leningen moeten binnen de bestaande kaders voor
deze financiële instellingen worden verstrekt.
Voor al deze middelen geldt dat separate besluitvorming is vereist in de geëigende
fora. Met andere woorden, hierover zal niet worden besloten morgen in de Europese
Raad, de Europese Raad kan er hoogstens nota van nemen. Immers de Europese Raad beslist
niet over EIB of EBRD-leningen. Ook v.w.b. de andere middelen geldt dat hierover in
verschillende Raadsformaties nog separaat over moet worden besloten.
De inzet van de Commissie is om Oekraïne met deze potentiële middelen op duurzame
wijze te ondersteunen bij de economische en politieke overgangsperiode waar het land
zich momenteel in bevindt.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem