Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de vergoeding van het exoskelet (ingezonden 17 december 2015).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 januari
2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1083.
Vraag 1
Kent u het bericht dat een dwarslaesiepatiënt zijn robotpak niet meer terug wil geven?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat innovaties, zoals het exoskelet, mensen de mogelijkheid geven
zoveel mogelijk zelfstandig te zijn, daarmee ook de mogelijkheden voor participatie
vergroten, en dat deze innovatie van grote betekenis is?
Antwoord 2
Ja, zolang de innovatie bewezen effectief en doelmatig is.
Vraag 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Wat is uw reactie op de crowdfundingsactie die deze patiënt heeft moeten starten om
gebruik te kunnen blijven maken van een exoskelet, en op die wijze zijn behandeling
voort te zetten? Deelt u de mening dat, wanneer een dergelijke innovatie zoveel betekent
voor iemands zelfstandigheid, ook gekeken moet worden of deze voor vergoeding in aanmerking
komt?
Deelt u de mening dat zoveel mogelijk ervaring met dergelijke innovaties moet worden
opgedaan, zodat deze voor meer mensen beschikbaar kunnen komen?
Deelt u voorts de mening dat twee weken in de thuissituatie het exoskelet kunnen gebruiken
onvoldoende tijd en mogelijkheid geeft om de toepasbaarheid van het exoskelet aan
te tonen? Zo ja, bent u bereid te kijken op welke wijze hulpmiddelen als het exoskelet
breder beschikbaar kunnen worden gesteld?
Welke mogelijkheden voor financiering van nieuwe innovaties, zoals het exoskelet,
zijn er? Zijn hierbij ook regelingen waar de betreffende patiënt uit de berichtgeving
een beroep op zou kunnen doen?
Bent u bereid te kijken op welke wijze innovaties als het exoskelet voor meer mensen
beschikbaar kunnen komen, bijvoorbeeld door in het kader van het project van de Sint
Maartenskliniek innovatiesubsidie beschikbaar te stellen?
Welke maatregelen kunt en wilt u nemen om innovaties als het exoskelet voor meer patiënten
en voor langere tijd beschikbaar te maken?
Bent u bereid met zorgverzekeraars in overleg te treden over de vergoeding van innovaties,
zoals het exoskelet?
Antwoord 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Laat ik voorop stellen dat ik dergelijke ontwikkelingen met veel belangstelling volg.
Ik kan me voorstellen dat een dergelijk hulpmiddel toegevoegde waarde kan hebben.
Het robotpak in kwestie (ReWalk Personal 6.0 System) is ontwikkeld en op de markt
gebracht door ReWalk Robotics uit de USA. Het hulpmiddel voldoet aan de Europese richtlijnen,
beschikt over een CE markering en is daarmee al tot de Europese markt toegelaten en
verkrijgbaar. Het betreft hier een eindproduct en ondersteuning bij het ontwikkelen
of op de markt brengen ervan is dus niet nodig.
Voor het antwoord op de vraag of dit product voor vergoeding in aanmerking komt, is
het van belang om te duiden waar dit hulpmiddel voor bedoeld is. Volgens informatie
van de fabrikant en van de importeur is de ReWalk ontwikkeld voor dwarslaesiepatiënten
voor compensatie van de functiebeperkingen die het gebruik van een rolstoel noodzakelijk
maken (intended use). Een geoefend gebruiker heeft daardoor minder vaak een rolstoel
nodig, maar een rolstoel volledig vervangen kan de ReWalk niet. Of de ReWalk een adequate
en doelmatige aanvulling is op het permanent gebruik van een rolstoel, moet per geval
beoordeeld worden.
Doordat het beoogd doel van de ReWalk is het compenseren van beperkingen in het zich
kunnen verplaatsen om en in de woning, komt dit hulpmiddel potentieel binnen de reikwijdte
van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In dat geval is het aan de individuele
gemeente om te bepalen of het verstrekken van een dergelijke aanvullende voorziening
in het kader van de Wmo tot de zorgplicht behoort.
Indien de ReWalk wordt gezien als hulpmiddel ter correctie van gestoorde functies
van het bewegingssysteem, kan het mogelijk binnen de reikwijdte van de Zorgverzekeringswet
(Zvw) vallen. In dat geval is het aan de zorgverzekeraar om te beoordelen of het hulpmiddel
aan de pakketcriteria voldoet, bewezen effectief is en binnen de zorgplicht valt,
en of de verzekerde daar redelijkerwijs op aangewezen is.
Omdat hier sprake is van een afbakeningsvraagstuk tussen Zvw en Wmo, heb ik het Zorginstituut
gevraagd om een verduidelijking binnen welke regeling dit soort hulpmiddelen kunnen
vallen. Zodra dit duidelijk is, zal ik u nader informeren.