Vragen van het lid
Hernandez
(PVV) aan de minister van Defensie over het bericht dat Defensie met de koop van de Frisc rubberboten voor het Korps Mariniers
een peperdure en levensgevaarlijke kat-in-de-zak heeft gekocht (ingezonden 18 oktober 2011).
Antwoord van minister
Hillen
(Defensie) (ontvangen 4 november 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Marine het schip in met rubber-Titanic?»1
Vraag 2 en 3
Klopt het dat een Britse marineofficier, die aan het materieelproject is verbonden, een brandbrief aan Defensie heeft geschreven
waarin hij de vaartuigen «ondeugdelijk» en «levensgevaarlijk» noemt en aangeeft dat zowel het ontwerp, de productie als de
constructie volledig ontoereikend zijn voor militaire doeleinden? Zo ja, wat is uw reactie op dit verontrustende bericht?
Deelt u de mening van deze Britse expert dat de levens van onze mariniers in gevaar zijn en dat regelrechte catastrofes bij
testvaarten op de Noordzee en op de Cariben slechts door geluk en uitstekend zeemanschap zijn voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Defensie heeft in 2009 het contract getekend voor de verwerving van 48 snelle vaartuigen (Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft, FRISC). In 2010 zijn beproevingen uitgevoerd met een demonstrator, een lichte civiele uitvoering van het vaartuig. Het eerste volwaardige FRISC-prototype is voor het eerst getest in het voorjaar
van 2011. Tijdens beide beproevingen is geconstateerd dat technische aanpassingen nodig waren. Daar zijn beproevingen ook
voor bedoeld. Dit voorjaar heeft een Britse marineofficier die bij de beproevingen was betrokken, Defensie in kennis gesteld
van zijn opvattingen. Het genoemde artikel gaat daarop in. Defensie deelt de in de vragen geciteerde meningen niet. De aanpassingen
zullen naar verwachting resulteren in vaartuigen die voldoen aan de eisen. Ieder vaartuig wordt grondig getest en pas geaccepteerd
indien het aan alle contractuele eisen blijkt te voldoen.
Tijdens de beproeving van het prototype in maart jl. is een defect opgetreden in de bevestiging van een drijflichaam van het
vaartuig. Het vaartuig was hierdoor beperkt manoeuvreerbaar maar heeft op eigen kracht de haven van Den Helder bereikt. Hierbij
hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan. Zie ook de antwoorden op vraag 4 en vraag 5.
Vraag 4
Klopt het dat bij de mankementen van de marineboten onder andere het systeem dat het vaartuig na kapseizen vanzelf weer laat
omdraaien ontbreekt, metaalconstructies die de radar moeten dragen afbreken, schroeven uit het dek trillen en de eerste haarscheuren
in het frame zijn gesprongen?
Antwoord 4
Tijdens de beproeving van dit voorjaar was het FRISC-prototype nog niet uitgerust met een voorziening («kantelzak») die het
vaartuig na omslaan weer opricht, omdat dit apparaat bij de levering niet bleek te voldoen aan de eisen. Bij de beproeving
zijn daarom extra veiligheidsmaatregelen genomen; zo is het proefgebied beperkt tot de omgeving van de haven van Den Helder.
Inmiddels heeft de fabrikant de kantelzak aangepast en zullen alle vaartuigen met dit systeem worden uitgerust.
De genoemde problemen met lostrillende schroeven en haarscheurtjes hebben zich voorgedaan met de civiele demonstrator. Bij het FRISC-prototype zijn de problemen met de schroeven niet meer opgetreden. De problemen met haarscheurtjes waren bij
het prototype nog niet geheel opgelost; zo bleek bij het prototype het radarframe niet stevig genoeg. De fabrikant heeft inmiddels
het ontwerp verbeterd en naar verwachting is dit afdoende. Zoals eerder uiteengezet wordt ieder vaartuig grondig getest.
Vraag 5 en 6
Zo ja, hoe staan bovenstaande ernstige mankementen in relatie tot het plan om dit jaar nog zeven boten in gebruik te nemen?
Bent u het met ons eens dat de veiligheid van onze mariniers hier voorop dient te staan?
Is het in het uiterste geval nog mogelijk om te stoppen met dit project? Zo ja, kan Defensie dan de al gemaakte kosten verhalen
op de fabrikant? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
De veiligheid van het personeel heeft altijd prioriteit en Defensie heeft de eisen mede geformuleerd met het oog op de veiligheid.
De geconstateerde tekortkomingen worden op grond van het contract door de leverancier op diens kosten hersteld, zowel bij
het reeds geleverde prototype als bij de overige vaartuigen. Het is in beginsel mogelijk het contract met de leverancier te
beëindigen indien niet aan de eisen wordt voldaan.
Inmiddels heeft Defensie het tweede vaartuig in ontvangst genomen. Naar verwachting zullen aan het einde van dit jaar zeven
vaartuigen zijn geleverd. Defensie zal de leverancier houden aan de in het contract gemaakte afspraken.
Vraag 7
Kunt u deze vragen ruim voor aanvang van het Wetgevingsoverleg Materieel van 7 november 2011 beantwoorden?
X Noot
1De Telegraaf, zaterdag 15 oktober, pagina 3.