Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 34 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 34 |
Kent u de berichten «Honderden burgers zijn slachtoffer van DigiD-fraude»1 en «Minister Donner: weinig fraude met DigiD»2 ?
Was de eerdere uitspraak dat er slechts sprake was van «enkele gevallen» een onzorgvuldige uitspraak? Zo nee, vindt u dat uitspraken van ministers over de omvang van veiligheidsproblemen gebaseerd moeten zijn op het aantal klagende burgers of de resultaten van een onderzoeksrapport?
Nee, er is nooit ontkend dat er sprake was van fraude met toeslagen. Er is in deze casus echter geen sprake van DigiD-fraude in de zin van het ontvreemden van DigiD’s van de rechthebbende (zie de antwoorden op vragen van uw Kamer van 4 augustus 2011). De hier bedoelde fraude, die ook in het AD artikel van begin augustus aan de orde kwam, heeft plaats kunnen vinden doordat de Belastingdienst – uit dienstverleningsoogpunt – niet controleerde of de DigiD bij de rechthebbende hoorde.
De Belastingdienst heeft dit inmiddels aangepast, de rechthebbende kan voortaan alleen voor zichzelf – met zijn eigen DigiD – een aanvraag doen. Verder verwijs ik u naar de antwoorden van de staatssecretaris van Financiën in zijn brief van 15 september 2011.
Wat is het precieze aantal fraudezaken dat is geconstateerd? Welke misdrijven zijn er naast fraude nog meer gepleegd met de verkregen gegevens? Wat is het totale schadebedrag? Verwacht u dat dit verder toe zal nemen? Indien u geen exacte cijfers kunt noemen, waarom kan dit niet en wanneer verwacht u wel exacte cijfers te kunnen noemen?
Zie het antwoord op vraag 2. Het betrof in casu toeslagfraude.
Dit laat onverlet dat het niet onmogelijk is een DigiD te ontvreemden (zie het antwoord op vragen van uw Kamer van 4 augustus en 9 mei 2011). Sinds de invoering van DigiD in 2005 zijn door de beheerder van DigiD enkele honderden DigiD’s onderzocht vanwege een vermoeden van DigiD-fraude. Daarnaast zijn bij het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten enkele tientallen gevallen van vermoeden van misbruik gemeld. Niet in alle gevallen is er ook daadwerkelijk sprake van misbruik. Wanneer er wèl meer aan de hand blijkt te zijn wordt een DigiD opgeheven. Dat is dit jaar acht maal gebeurd, zoals aan uw Kamer gemeld.
Er worden doorlopend maatregelen genomen om fraude met DigiD te voorkomen. Het tegengaan van fraude is een continue wedloop tussen het nemen van beveiligingsmaatregelen en fraudeurs. In dat kader onderzoek ik momenteel de wenselijkheid en haalbaarheid van de invoering van een geheel nieuw (hoger) zekerheidsniveau binnen DigiD, de zogeheten eID/eNIK. Op 17 februari 2011 heb ik de Tweede Kamer tijdens het Algemeen overleg Grote ICT projecten toegezegd rond de zomer een besluit te willen nemen over de invoering daarvan. Er is echter meer tijd nodig om tot een afgewogen oordeel te komen. Eén van de nog openstaande punten betreft de financiering. Graag informeer ik u daarover voor het einde van dit jaar verder.
Ja. DigiD biedt proportionele beveiliging, door meerdere betrouwbaarheidsniveaus te bieden. Of het betrouwbaarheidsniveau van DigiD voldoende veilig is, hangt af van het doel en de elektronische dienst waarbij het wordt ingezet.
Overigens is dat steeds een afweging van de overheidsinstantie die de elektronische dienst aanbiedt. Binnen deze overheidsinstanties worden in de eigen processen, al naar gelang de belangen van de transacties of geconstateerde fraudemogelijkheden, ook eigen maatregelen genomen (bijvoorbeeld de notificatie op het GBA-adres bij donorregistratie; en de maatregelen van de staatssecretaris van Financiën in zijn brief van 15 september 2011).
Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Nationale ombudsman dat «de overheid het probleem bij burgers neerlegt terwijl slachtoffers van DigiD-fraude niet goed worden geholpen» en dat «slachtoffers van het kastje naar de muur worden gestuurd en dat dienstverlening te traag zou verlopen»?
Om dat te voorkomen zijn verschillende maatregelen getroffen. Over de opvang van de slachtoffers van de toeslagfraude verwijs ik u naar de brief van de Staatssecretaris van Financiën over dat onderwerp van 15 september 2011.
Om te voorkomen dat verontruste burgers die misbruik van hun DigiD vermoeden van het kastje naar de muur gestuurd worden, krijgen zij één aanspreekpunt als zij contact opnemen met de DigiD-helpdesk. Met de Belastingdienst is ook afgesproken dat meldingen niet worden afgesloten, totdat vanuit beide kanten zeker is gesteld, dat deze daadwerkelijk zijn opgepakt.
In het algemeen kunnen mensen die slachtoffer zijn van identiteitsfraude – en er met de betrokken partijen niet uitkomen – terecht bij het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI), voor ondersteuning en advies.
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Heijnen (PvdA), ingezonden 19 september 2011 (vraagnummer 2011Z17959), en het lid Omtzigt (CDA) ingezonden 20 september 2011 (vraagnummer 2011Z18010).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-34.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.