Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over het tegengaan van fraude met Voorlopige Teruggaaf (VT) (ingezonden 3 maart 2011).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 14 april 2011)

Vraag 1

Is het waar dat het tegengaan van fraude met Voorlopige Teruggaaf (VT) tot de beleidsprioriteiten van de Belastingdienst hoort in 2011?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat in het kader van systeemfraude 29 000 signalen onderzocht worden en dat betaling van € 45 miljoen is tegengehouden in de jaren 2009 en 2010?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Is het waar dat alleen al in de zaak van 14 januari 2011, meer dan 12 000 foutieve aangiften zijn ingediend met een fraudebedrag van rond de € 100 miljoen?3

Antwoord 3

Deze zaak is nog onder de rechter. Om die reden kan ik er niet op ingaan. Bovendien is het een strafzaak.

Wel merk ik op dat als een concreet fraudebedrag wordt genoemd dat bedrag niet het concrete schadebedrag is. In de praktijk betreft het meestal pogingen tot oplichting die worden ontdekt door de Belastingdienst. In die gevallen wordt uitbetaling tegengehouden. Dit blijkt ook uit de beantwoording van de eerdere set vragen over de aanpak van VT-fraude.

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van het artikel: Fiscus doet weinig aan fraude met teruggaaf waarin staat dat door criminelen via gestolen persoonsgegevens de rekening waarop VT en toeslagen betaald worden is veranderd?4

Antwoord 4

Ja. Eerder deelde ik u mee dat ik uw Kamer nader zou inlichten over de problematiek. Ik heb besloten dit te doen in de Fiscale Agenda. Gemakshalve verwijs ik daarnaar.

Vraag 5

Kunt u garanderen dat betrokken rekeninghouders hierdoor geen schade zullen hebben?

Antwoord 5

Iemand die het slachtoffer is van identiteitsfraude en ten aanzien van wie duidelijk is dat hij daar zelf geen betrokkenheid bij had, krijgt de schade vergoed van de Belastingdienst.

In de Fiscale Agenda kondig ik o.a. aan dat de procedure die leidt tot wijziging van het rekeningnummer recent is gewijzigd waardoor het «stelen» van fiscale identiteitsgegevens van een ander veel moeilijker wordt.

Vraag 6

Herinnert u zich dat u in de Kamer heeft toegezegd dat mensen slechts met één bankrekening met de fiscus hoeven te communiceren, dus dat storting en betaling via dezelfde rekening dient te geschieden (plus misschien nog de rekening van de woningbouwcoöperatie voor bijvoorbeeld de huurtoeslag)? Waarom is hiervoor nog geen voorstel gedaan?

Antwoord 6

Ja. Het is mijn voornemen dat per belastingplichtige of toeslaggerechtigde slechts één rekeningnummer wordt gebruikt.

Vraag 7

Vindt er enige controle plaats (naam en/of rekeningnummer) als iemand zijn toeslag of belastingen op rekening van een derde laat storten? Zo ja, waarom hebben die controles niet geleid tot stopzetting van de uitbetalingen?

Antwoord 7

Op grond van de wet is het mogelijk uitbetaling van een belastingteruggaaf of tegemoetkoming te doen plaats vinden op een bankrekening die op naam gesteld is van een derde. Daarvan wordt op grote schaal gebruik gemaakt. In al die gevallen zou naam-nummercontrole leiden tot uitworp.

Bovendien matchen de door de Belastingdienst aangeleverde naamsgegevens niet altijd met de gegevens zoals gehanteerd door de banken. Ook in die gevallen ontstaat uitworp. Naam-nummercontrole zou daarmee leiden tot grote vertragingen in het reguliere uitbetalingsproces van de Belastingdienst en blijft om die reden achterwege.

Wanneer per belastingplichtige in beginsel nog slechts één rekeningnummer in gebruik is, wordt het laten uitbetalen van een teruggaaf of toeslag op rekeningnummer van een derde onmogelijk.

Vraag 8

Hoeveel schade moet de samenleving leiden, voordat de regering aan de slag gaat met de beleidsprioriteit, namelijk het onmogelijk maken van dit soort fraude?

Antwoord 8

Het aanpakken van systeemfraude is een prioriteit binnen het toezichtbeleid van de Belastingdienst. Ik ben van mening dat met de genomen en nog te nemen maatregelen deze fraude zal afnemen. Helaas betekent dit niet dat daardoor alle fraude op dit terrein kan worden voorkomen. Fraude zal altijd blijven bestaan.

Vraag 9

Kunt u de antwoorden op deze vragen laten samenvallen met concrete maatregelen en beleidsbesluiten, die de fraude met de VT effectief tegengaan?

Antwoord 9

Ja.


X Noot
1

Miljoenennota 2.2.1.2.2.2 Operationele doelstelling.

X Noot
2

Antwoorden op Kamervragen van het lid Omtzigt over fraude met voorlopige teruggaven, 16 februari 2011, (2011Z01082).

X Noot
3

Rechtbank Amsterdam, LJN: BK9414, 13/845851–09.

X Noot
4

Algemeen Dagblad, 1 maart 2011.

Naar boven