Vragen van het lid
Leijten
(SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het weren van familieleden door zorginstellingen (ingezonden
1 april 2010).
Antwoord van minister
Klink
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 april 2010).
Vraag 1
Kunt u een reactie geven op het bericht «Zoon vecht toegangsverbod zorginstelling aan»?1
Antwoord 1
Ik heb het bericht met belangstelling gelezen.
Vraag 2
Kunt u aangeven wanneer u het gerechtvaardigd vindt dat een familielid de toegang tot een zorginstelling waar een verwant
verblijft wordt opgelegd?
Antwoord 2
Dat hangt altijd af van de omstandigheden van het geval. In algemene zin zal de rechtvaardiging te vinden zijn in goed werkgeverschap
of in de belangen van cliënten. Voordat een zorginstelling ertoe overgaat familie de toegang te ontzeggen, is er vaak al veel
voorgevallen. Een dergelijke ingrijpende maatregel kan ook alleen maar een laatste redmiddel zijn. Juist om aan te tonen dat
het een laatste redmiddel is, is het belangrijk dat de zorginstelling alle incidenten en al zijn inspanningen om een situatie
op te lossen goed gedocumenteerd heeft. Het moet overduidelijk zijn dat er een onhoudbare situatie is ontstaan. Ik vind dat
in laatste instantie de rechter moet beoordelen of ontzegging van de toegang terecht is.
Vraag 3
Bent u van oordeel dat een zorginstelling zelfstandig een toegangsverbod, dan wel een bezoekregeling, kan afdwingen? Zo ja,
hoe zit dit juridisch?
Antwoord 3
Ja. Een zorginstelling is in principe een private onderneming, waarvan het gebouw eigendom is of gehuurd wordt door de zorgaanbieder.
Indien het bezoek zich grensoverschrijdend gedraagt, kan de zorginstelling dit bezoek de toegang ontzeggen. Is het bezoek
het daar niet mee eens, dan staat – zoals ook in Leek is gebeurd – de toegang tot de rechter open.
Vraag 4
Bent u van oordeel dat een bewoner van een zorginstelling bezoek moet kunnen ontvangen? Zo ja, welke voorwaarden gelden voor
de ontvangst van bezoek? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Uiteraard. De voorwaarden daarvoor kunnen voor iedere zorgaanbieder anders zijn, alhoewel het onderwerp zich ook goed leent
voor het maken van algemene voorwaarden. Belangrijk voor mij is dat die voorwaarden duidelijk en transparant zijn, zodat een
cliënt ze kan laten meespelen bij de keuze voor een instelling.
Vraag 5
Bent u van mening dat het een uiterste maatregel moet zijn om familie de toegang te ontzeggen tot hun verwanten? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ja, zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Hoe verhoudt het gegeven dat iemand in een instelling woont zich met een toegangsverbod?
Antwoord 6
Het feit dat iemand in een instelling woont, brengt met zich mee dat het ontzeggen van de toegang een uiterste maatregel moet
zijn. Het gaat ook alleen om gevallen waarin het recht op bezoek botst met de plicht van een zorgaanbieder om verantwoorde
zorg te leveren of met de plicht om een goed werkgever te zijn. Overigens belet een toegangsverbod een cliënt niet om zijn
familielid buiten de instelling te ontmoeten, tenzij het gaat om een cliënt die gedwongen is opgenomen.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken hoe vaak en op welke gronden familieleden de toegang ontzegd wordt? Zo neen, waarom niet? Zo
ja, wanneer kunt u de Kamer informeren?
Antwoord 7
Vooralsnog heb ik geen signalen ontvangen die leiden tot de conclusie dat dit een groot probleem is in Nederland. Incidenten
komen altijd voor. Ik ben dan ook niet van plan een onderzoek te starten.
Vraag 8, 9 en 10
Bent u bereid te onderzoeken hoe ouderenbonden denken over het instellen van toegangsverboden voor verwanten van ouderen die
intramuraal wonen? Zo neen, waarom niet?
Herinnert u zich de ophef over de handreiking van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) «Bezinnen over beginnen
en stoppen»?2
Is er inmiddels gezorgd voor betere afstemming met cliëntenorganisaties over de handreiking? Kunt u aangegeven welke rol u
daarin gespeeld heeft?
Antwoord 8, 9 en 10
De handreiking die VGN maakte over het opzeggen van de zorgovereenkomst (waarin ook het ontzeggen van de toegang ter sprake
komt), is de afgelopen periode onderwerp van overleg geweest tussen VGN en cliëntenorganisaties, met name de CG-Raad en Platform
VG. Naar aanleiding van dit overleg is de handreiking aangevuld met een addendum, zodat cliëntenorganisaties zich er beter
in herkennen. Juist deze week zijn partijen het eens geworden over het addendum. Daarmee blijft de handreiking qua inhoud
overigens voor rekening van VGN komen. In dat proces heb ik geen actieve rol gespeeld, omdat ik het echt de verantwoordelijkheid
van veldpartijen vind om daar samen uit te komen. Wel heb ik regelmatig geïnformeerd naar de voortgang. Mocht ActiZ besluiten
een soortgelijke handreiking te maken voor de leden, dan ga ik er vanuit dat de ouderenbonden daar vanaf het begin bij worden
betrokken.
XNoot
1 http://www.tvvonline.nl/nieuws/id1761-Zoon_vecht_toegangsverbod_verzorgingshuis_aan.html
XNoot
2 Tweede Kamer der Staten Generaal, handelingen 2009. TK 57 – 4606 ev.