Besluit van 16 juni 2022, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 23 februari 2022 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (Stb. 2022, 134)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2022, nr. WJZ/32336243 (13010), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VII van de Wet van 23 februari 2022 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (Stb. 2022, 134);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Met ingang van 1 januari 2023 treden van de Wet van 23 februari 2022 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (Stb. 2022, 134) in werking:

    • a. artikel I, onderdeel AA;

    • b. artikel II;

    • c. artikel III, onderdeel V;

    • d. artikel IV, onderdeel A, onder 2, en onderdeel C;

    • e. artikel V; en

    • f. artikel VI.

  • 2. Met ingang van 1 augustus 2023 treden van de Wet van 23 februari 2022 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (Stb. 2022, 134) in werking:

    • a. artikel I, onderdelen B tot met Z en BB tot en met HH;

    • b. artikel III, onderdelen A tot en met G, I tot en met U en Y tot en met Z; en

    • c. artikel IV, onderdeel A, onder 1, en onderdeel B.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 juni 2022

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 23 februari 2022 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten (Stb. 2022, 134). De wet treedt voor verschillende onderdelen op verschillende tijdstippen in werking.

Lid 1 - inwerkingtreding per 1 januari 2023

De onderdelen die betrekking hebben op de overgang van de rechtsprekende taak van het College voor beroep van het hoger onderwijs naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de toegankelijke faciliteit en de geschillenadviescommissies in het ho alsmede de toekenning van bestuursbeurzen in het mbo treden per 1 januari 2023 in werking.

Lid 2 - inwerkingtreding per 1 augustus 2023

De overige onderdelen treden op 1 augustus 2023 in werking. Deze onderdelen betreffen de wijzigingen van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES die zien op de verbetering van de rechtsbescherming en rechtspositie van mbo-studenten. Ook de bepaling die ziet op de afschaffing van de onderwijsovereenkomst treedt dan in werking.

Onderdelen die niet in werking treden met dit besluit

Artikel I, onderdeel A

De artikelleden die met dit onderdeel worden gewijzigd, zijn inmiddels vervallen. Daarom treedt dit onderdeel niet in werking.

Artikel III, onderdelen H, W en X

Onderdeel H stelt het artikel over het studentenstatuut opnieuw vast. Dit artikel is op dit moment nog niet in werking is getreden op de BES.

De artikelen die in onderdelen W en X worden gewijzigd kunnen pas in werking treden nadat eerdere wijzigingen van die artikelen in werking zijn getreden. Daarom treden deze onderdelen nu niet in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven