VERBETERING
In de publicatie van deze wet op 20 januari 2022 in Staatsblad 2022, nr. 23 is per abuis niet de nota van wijziging verwerkt (Kamerstukken II 2021/22, 35 889, nr. 7). Met deze nota van wijziging zijn een aantal wijzigingen van de Wet milieubeheer
aan de wet (aan Artikel XV) toegevoegd.
A
In artikel XV wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
aA
In artikel 1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische rangschikking de volgende begripsbepaling
ingevoegd:
- Verordening monitoring, rapportage en verificatie van wereldwijde luchtvaartemissies:
-
Gedelegeerde verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie van 18 juli 2019 tot aanvulling
van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door
de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen maatregelen voor de monitoring,
rapportage en verificatie van luchtvaartemissies ter uitvoering van een wereldwijde
marktgebaseerde maatregel (PbEU 2019, L 250);.
B
In artikel XV worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
In de artikelen 16.24, eerste lid, 16.30a, tweede lid, 16.31, eerste lid, 16.32, eerste
lid, 16.34a en 16.34b, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Economische
Zaken en Klimaat» telkens vervangen door «het bestuur van de emissieautoriteit».
Ab
In artikel 16.34c, eerste lid, onderdelen a en b, wordt «degene die de inrichting
drijft» telkens vervangen door «degene die de broeikasgasinstallatie exploiteert».
C
In artikel XV worden na onderdeel G drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Ga
In artikel 16b.24, tweede lid, onderdeel a, wordt «in dat verslag onjuiste of onvolledige
gegevens heeft verstrekt en verstrekking van juiste of volledige gegevens zou hebben
geleid tot de vaststelling van het aantal dispensatierechten» vervangen door «in dat
verslag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verwerkt en de verwerking van juiste
of volledige gegevens zou hebben geleid tot de storting van een ander aantal dispensatierechten».
Gb
Artikel 18.4, eerste lid, komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de hoofdstukken 16, 16a
en 16b bepaalde, alsmede de naleving van de in artikel 18.5 genoemde bepalingen van
de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel, de naleving van de in artikel
18.5a genoemde bepalingen van de Verordening kosteloze toewijzing van emissierechten,
de naleving van de in artikel 18.5b genoemde bepalingen van de Verordening aanpassingen
kosteloze toewijzing door verandering activiteitsniveau, de naleving van de in artikel
18.5c genoemde bepalingen van de Verordening monitoring, rapportage en verificatie
van wereldwijde luchtvaartemissies en van de in artikel 18.6 genoemde bepalingen van
de Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel, zijn belast de bij besluit
van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
Gc
Na artikel 18.5a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 18.5b
Het is verboden te handelen in strijd met artikel 3, eerste, tweede en derde lid,
van de Verordening aanpassingen kosteloze toewijzing door verandering activiteitsniveau.
Artikel 18.5c
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, 4 en 5 van de Verordening
monitoring, rapportage en verificatie van wereldwijde luchtvaartemissies.
D
Artikel XV, onderdeel I, komt te luiden:
I
In artikel 18.6a wordt na «18.5a» ingevoegd «, 18.5b, 18.5c» en wordt «artikel 67»
vervangen door «artikel 56».
E
Aan artikel XV worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
J
In artikel 18.16a, eerste lid, wordt na «18.5a» ingevoegd «, 18.5b, 18.5c».
K
Na artikel 22.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 22.1a
De artikelen 16.24, eerste lid, 16.30a, tweede lid, 16.31, eerste lid, 16.32, eerste
lid, 16.34a en 16.34b, eerste lid, onderdeel a, zoals deze luidden voor het tijdstip
van inwerkingtreding van de Wet van 15 december 2021 tot herstel van wetstechnische
gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte
aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat (Verzamelwet EZK 2022) (Stb. 2022, 23) blijven van toepassing op besluiten op grond van die artikelen waartegen bezwaar
is gemaakt of beroep is ingesteld voor dat tijdstip.
’s-Gravenhage, 25 februari 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius