Besluit van 21 december 2021, houdende toepassing van artikel II, tweede lid, van de Wet van 22 november 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie (Stb. 2017, 462) met het oog op het van kracht blijven van artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 15 december 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3691551;

Gelet op artikel II, tweede lid, van de Wet van 22 november 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie (Stb. 2017, 462);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Onder toepassing van artikel II, tweede lid, van de Wet van 22 november 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie (Stb. 2017, 462) vervalt artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering niet.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven