Besluit van 29 november 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 29 september 2021 (Stb. 2021, 505) tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 november 2021, nr. 2021-0000187734;

Gelet op artikel IV van Wet van 29 september 2021 (Stb. 2021, 505) tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 29 september 2021 (Stb. 2021, 505) tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, onder 3, in werking met ingang van 1 januari 2022.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 november 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma

Uitgegeven de zestiende december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel IV van de Wet van 29 september 2021 (Stb. 2021, 505) tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie bepaalt dat de artikelen van die wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Dit besluit regelt dat de artikelen van de wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het toekomstbestendig maken van de wetgeving op het terrein van arbeidsmigratie in werking treden met ingang van 1 januari 2022, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, onder 3, dat op een later tijdstip in werking zal treden. Dit betreft het voorschrift dat aan een tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning voor langer dan een jaar in ieder geval het voorschrift wordt verbonden dat de werkgever de vreemdeling scholing aanbiedt op het gebied van de Nederlandse taal.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma

Naar boven