Wet van 1 december 2021 tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van elektronische verhittingsapparaten voor tabaksproducten en in verband met de invoering van eisen aan het uiterlijk van tabaksproducten en aanverwante producten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Tabaks- en rookwarenwet zo te wijzigen dat elektronische apparaten die het consumeren van tabaksproducten mogelijk maken via een proces van verhitting dat al dan niet wordt toegepast in combinatie met enig ander proces onderworpen zijn aan een aantal regels die deze wet stelt aan elektronische sigaretten en dat in de wet een grondslag wordt gecreëerd om eisen te kunnen stellen aan het uiterlijk van tabaksproducten en aanverwante producten, met het oog op de bescherming van de volksgezondheid,

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van aanverwant product wordt na «elektronische dampwaar» ingevoegd «, elektronisch verhittingsapparaat».

2. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

sigaret:

tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en:

  • a. dat geschikt is om als zodanig te worden gerookt en die geen sigaar of cigarillo is, en

  • b. dat door middel van een eenvoudige niet-industriële handeling in een huls van sigarettenpapier wordt geschoven of met sigarettenpapier wordt omhuld;

elektronisch verhittingsapparaat:

apparaat of onderdeel van dat apparaat dat gebruikt kan worden voor de consumptie van tabaksproducten via een proces van verhitting, al dan niet in combinatie met enig ander proces;.

B

Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 6. Bij ministeriële regeling worden in het belang van de volksgezondheid eisen gesteld aan het uiterlijk van sigaretten. De eisen kunnen betrekking op:

    • a. de kleuren van het product;

    • b. de aanduidingen op het product;

    • c. de wijze waarop de kleur en de aanduidingen op het product worden aangebracht;

    • d. de vormgeving en het materiaal van het product;

    • e. de vorm van het product;

    • f. de afmeting van het product; en

    • g. andere elementen op het product die gebruikt kunnen worden om een onderscheid te maken tussen de verschillende tabaksproducten of aanverwante producten.

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen voorts in het belang van de volksgezondheid eisen worden gesteld aan het uiterlijk van andere tabaksproducten dan sigaretten, en aan aanverwante producten. Het zesde lid, tweede zin en onderdelen a tot en met g, is van toepassing.

C

In artikel 3b, eerste lid, wordt na «aanverwante producten» ingevoegd «, met uitzondering van elektronische verhittingsapparaten,».

D

In artikel 3e, eerste lid, wordt na «producenten, importeurs en distributeurs van aanverwante producten» ingevoegd: «, met uitzondering van elektronische verhittingsapparaten,».

E

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. een elektronisch verhittingsapparaat dat reeds vóór inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van de Wet van xxx houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van elektronische verhittingsapparaten voor tabaksproducten en in verband met de invoering van eisen aan het uiterlijk van tabaksproducten en aanverwante producten, onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een ander product of van een andere dienst in de handel was.

2. In het tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. een ander product of een andere dienst die reeds vóór inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van de Wet van xxx houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van elektronische verhittingsapparaten voor tabaksproducten en in verband met de invoering van eisen aan het uiterlijk van tabaksproducten en aanverwante producten (Stb. xxxx, xx), onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een elektronisch verhittingsapparaat in de handel was.

3. In het derde lid wordt in de eerste zin «product behorend tot elektronische dampwaar of voor een voor roken bestemd kruidenproduct» vervangen door «aanverwant product».

4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste zin wordt «elektronische sigaret of navulverpakking» vervangen door «elektronische sigaret, navulverpakking of elektronisch verhittingsapparaat».

2. De tweede zin wordt vervangen door «Dit verbod geldt niet voor een voor roken bestemd kruidenproduct dat voor 1 juli 2018 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een elektronische sigaret, navulverpakking of elektronisch verhittingsapparaat in de handel was.».

5. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «tabaksproduct of voor een product behorend tot elektronische dampwaar» vervangen door «tabaksproduct, elektronische dampwaar of een elektronisch verhittingsapparaat»;

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. een elektronische sigaret en een navulverpakking die voor 1 juli 2018 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een voor roken bestemd kruidenproduct in de handel was;

3. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. een elektronische sigaret zonder nicotine, een navulverpakking zonder nicotine en een patroon zonder nicotine, die voor 1 juli 2018 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met onderscheidend teken van een voor roken bestemd kruidenproduct in de handel was;

4. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. een elektronisch verhittingsapparaat dat voor 1 juli 2018 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een voor roken bestemd kruidenproduct in de handel was.

F

In artikel 11b, tweede lid, onderdeel a, wordt «of navulverpakkingen;» vervangen door «, elektronische verhittingsapparaten of navulverpakkingen;».

G

In de bijlage wordt categorie A als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming wordt na het tweede gedachtestreepje een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • Artikel 2, zesde lid;

2. De zin «Artikel 5, zesde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen;» wordt vervangen door: «Artikel 5, zesde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten, elektronische verhittingsapparaten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen;».

3. De zin «Artikel 5a, derde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van elektronische dampwaar of voor roken bestemde kruidenproducten;» wordt vervangen door: «Artikel 5a, derde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van aanverwante producten;».

4. De zin «Artikel 5a, vierde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten of voor roken bestemde kruidenproducten;» wordt vervangen door: «Artikel 5a, vierde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten, elektronische verhittingsapparaten of voor roken bestemde kruidenproducten;».

5. De zin «Artikel 5a, zesde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten of elektronische dampwaar;» wordt vervangen door: «Artikel 5a, zesde lid, door anderen dan fabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten, elektronische verhittingsapparaten of elektronische dampwaar;».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 1 december 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Uitgegeven de zevende december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 665

Naar boven