Besluit van 26 november 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stb. 2021, 548)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 november 2021, nr. WJZ/30169198(10321), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XIII van de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stb. 2021, 548) treedt, met uitzondering van de artikelen en onderdelen genoemd in het tweede lid en met uitzondering van artikel I, onderdelen R en S, in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien het Staatsblad waarin onderhavig besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2022, treedt de wet met uitzondering van de artikelen en onderdelen genoemd in het tweede lid en met uitzondering van artikel I, onderdelen R en S, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin onderhavig besluit wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen I, onderdelen A, subonderdeel 1, D, E, I, J, subonderdeel 1, N, subonderdeel 2, O, P, Q, U, X, Y, CC, DD, EE, subonderdeel 2, FF tot en met HH, JJa, KKa, OO, subonderdeel 2, en QQ, III, onderdelen A, subonderdelen 2 en 3, B, C tot en met H, N, O, P, Qa en R, V en Xa treden in werking met ingang van 1 augustus 2022, met dien verstande dat deze artikelen en onderdelen in werking treden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet voortgezet onderwijs 2020.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 november 2021

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de derde december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stb. 2021, 548). De wet treedt voor de verschillende onderdelen op verschillende tijdstippen in werking. De onderdelen die betrekking hebben op de omzetting van de agrarische opleidingscentra en de wijziging met betrekking tot de uitkeringskosten treden op 1 augustus 2022 in werking.

De overige onderdelen treden op 1 januari 2022 in werking. Deze onderdelen betreffen allereerst de nieuwe titel 6 (Verticale scholengemeenschap) van hoofdstuk 2 in de Wet educatie en beroepsonderwijs. Hiermee wordt het mogelijk om nieuwe verticale scholengemeenschappen te vormen. Verder treden op 1 januari 2022 de wijzigingen met betrekking tot de definitie van het bevoegd gezag en de overige technische wijzigingen in werking.

Samenloop Wet voortgezet onderwijs 2020

De Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (hierna: Wet BHB) bevat een samenloopbepaling voor de samenloop met de Wet voortgezet onderwijs 2020 (hierna: WVO 2020). Deze bepaling houdt geen rekening met een gedeeltelijke inwerkingtreding vóór en een gedeeltelijke inwerkingtreding na de WVO 2020. De inwerkingtreding van de WVO 2020 is voorzien op 1 augustus 2022 en de inwerkingtreding van de Wet BHB op 1 januari 2022 en deels 1 augustus 2022. Daarom wordt in onderhavig besluit geëxpliciteerd dat de artikelen en onderdelen van de Wet BHB die op 1 augustus 2022 in werking treden, in werking treden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de WVO 2020. De Wet BHB treedt dan vóór de WVO 2020 in werking en de samenloop in artikel XII, onderdelen b en c, van de Wet BHB gaat dan werken.

Artikel I, onderdelen R en S

De artikelleden die met deze onderdelen worden gewijzigd, zijn inmiddels vervallen. Daarom treden deze onderdelen niet in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven