Besluit van 15 november 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 november 2021, kenmerk 3276414-1018325-WJZ;

Gelet op artikel III van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408) treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 november 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Uitgegeven de drieëntwintigste november 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel III van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408) is geregeld dat die wet op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treedt, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Op grond van dit besluit treedt artikel I van die wet in werking met ingang van 1 januari 2022. In verband met samenloop met het voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) zal artikel II op een later moment in werking treden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven