Besluit van 28 oktober 2021, houdende instelling van het onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 5 oktober 2021, nr. 3545656;

Overwegende dat het uitreiken van een onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst bijdraagt aan de waardering voor het functioneren van de brandweermedewerker;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

onderscheidingsteken:

het Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer, bedoeld in artikel 3;

brandweermedewerker:

degene die beroepsmatig of vrijwillig werkzaam is bij:

  • a. de brandweer, ingesteld en in stand gehouden door een veiligheidsregio als bedoeld in artikel 10, onder e, van de Wet veiligheidsregio’s;

  • b. de brandweer in Caribisch Nederland;

  • c. een bedrijfsbrandweer;

bedrijfsbrandweer:

de brandweer van een luchthaven of inrichting voor zover deze brandweer ingevolge een regeling met de overheid taken vervult ten behoeve van een van hierboven onder a en b en genoemde brandweren;

bevoegd gezag:

in Europees Nederland: de voorzitter van de veiligheidsregio;

in Caribisch Nederland:

de korpsbeheerder van het brandweerkorps Caribisch Nederland;

inrichting:
  • een inrichting als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit veiligheidsregio’s die door het bestuur van de veiligheidsregio is aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken;

  • een inrichting als bedoeld in het Besluit van 8 maart 2016, houdende regels inzake de informatieverschaffing bij en ten behoeve van rampenbestrijding en crisisbeheersing, inzake de bedrijfsbrandweerplicht van inrichtingen, alsmede inzake rampbestrijdingsplannen voor inrichtingen en luchtvaartterreinen in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, die door het bestuurscollege is aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing binnen Europees en Caribisch Nederland.

Artikel 3

Er is een Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer.

Artikel 4

  • 1. Degene die gedurende 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 dienstjaren werkzaam is geweest als brandweermedewerker, ontvangt het onderscheidingsteken.

  • 2. Voor de vaststelling van het aantal dienstjaren tellen alle jaren mee gedurende welke degene als brandweermedewerker werkzaam is geweest. Gelijktijdige aanstellingen of betrekkingen bij meerdere organisaties tellen niet dubbel.

  • 3. De brandweermedewerker die gelijktijdig meerdere aanstellingen of betrekkingen heeft, ontvangt het onderscheidingsteken bij de organisatie waar het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker worden verricht.

Artikel 5

  • 1. Het onderscheidingsteken wordt, door het bevoegd gezag toegekend en door of namens het bevoegd gezag uitgereikt aan de brandweermedewerker.

  • 2. Bij het onderscheidingsteken wordt een oorkonde door het bevoegd gezag verstrekt. De oorkonde bevat ten minste het logo van de brandweer, het aantal dienstjaren, naam en functie van de brandweermedewerker, de datum van de uitreiking, het toekennende orgaan en wordt ondertekend door of namens het bevoegd gezag.

  • 3. De kosten voor het onderscheidingsteken komen ten laste van de organisatie waar de brandweermedewerker het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker verricht.

Artikel 6

  • 1. Voor medewerkers van een bedrijfsbrandweer verzoekt het hoofd van de inrichting waar de brandweermedewerker die in aanmerking komt voor een onderscheidingsteken werkzaam is, aan het bevoegd gezag van de brandweer ten behoeve waarvan de bedrijfsbrandweer taken vervult, het onderscheidingsteken toe te kennen.

  • 2. De leidinggevende van de brandweermedewerker van de bedrijfsbrandweer verstrekt aan het bevoegd gezag de naam van de brandweermedewerker en het aantal dienstjaren waarop het onderscheidingsteken betrekking heeft, en legt een verklaring over waaruit blijkt dat het een brandweermedewerker betreft.

  • 3. Het bevoegd gezag kan het hoofd binnen de inrichting verzoeken de uitreiking te verzorgen.

Artikel 7

  • 1. Het onderscheidingsteken bestaat uit een Maltezer kruis met een diameter van 45 mm, met in het hart een rond schild met een diameter van 15 mm. De achterzijde van het kruis is vlak. Het onderscheidingsteken hangt aan een lint.

  • 2. Het onderscheidingsteken is voor de verschillende dienstjaren verschillend vormgegeven:

    • a. voor 12½ jaar: een bronzen kruis waarvan de armen rood zijn geëmailleerd. Het schild is brons, met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 12½ jaar»;

    • b. voor 20 jaar: een bronzen kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen rood zijn geëmailleerd. Het schild is brons met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 20 jaar»;

    • c. voor 25 jaar: een verzilverd kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen donkerblauw zijn geëmailleerd. Het schild is verzilverd met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 25 jaar»;

    • d. voor 30 jaar: een verguld kruis waarvan de armen wit zijn geëmailleerd. Het hart van het kruis bevat een rond, verguld schild met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 30 jaar»;

    • e. voor 35 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen wit zijn geëmailleerd. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 35 jaar»;

    • f. voor 40 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen wit zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 40 jaar»;

    • g. voor 45 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen donkerblauw zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 45 jaar»;

    • h. voor 50 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen brandweerrood zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 50 jaar».

  • 3. Het lint is 37 mm breed, en is verdeeld in vijf banen. De banen uiterst links, uiterst rechts en in het midden zijn blauw, en respectievelijk 13, 13 en 4 mm breed. Aan weerszijden van de middelste baan is een baan, rood en 3½ mm breed.

  • 4. Het onderscheidingsteken wordt gedragen op borsthoogte op de linkerzijde.

Artikel 8

  • 1. Degene aan wie het onderscheidingsteken is toegekend, is gerechtigd tot het dragen van een baton op het uniform. De baton is voor de onderscheiden dienstjaren verschillend vormgegeven:

    • a. voor 12½ jaar: een lint, 27 mm lang en 11 mm breed, en verdeeld in vijf banen. De banen uiterst links, uiterst rechts en in het midden zijn blauw, en respectievelijk 10, 10 en 3 mm breed. Aan weerszijden van de middelste baan is een baan, rood en 2 mm breed;

    • b. voor 20 jaar: het lint met daarop een zespuntige bronzen ster van 8 mm;

    • c. voor 25 jaar: het lint met daarop een zespuntige verzilverde ster van 8 mm;

    • d. voor 30 jaar: het lint met daarop een zespuntige vergulde ster van 8 mm;

    • e. voor 35 jaar: het lint met daarop twee zespuntige vergulde sterren van 8 mm;

    • f. voor 40 jaar: het lint met daarop een vergulde kroon van 8 mm;

    • g. voor 45 jaar: het lint met daarop een rozet op een baret van zilvergalon van 8 mm;

    • h. voor 50 jaar: het lint met daarop een rozet op een baret van goudgalon van 8 mm.

  • 2. De miniatuur van het onderscheidingsteken bestaat uit een kleinere versie van het onderscheidingsteken en hangt aan een lint. De diameter van het onderscheidingsteken is 16 mm en van het schild 6 mm. Het lint is 16 mm breed en de vijf banen zijn respectievelijk 5, 2, 2, 2 en 5 mm breed.

Artikel 9

Onderscheidingen voor trouwe en langdurige dienst bij de brandweer die zijn verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, worden voor de toepassing van het Besluit draagvolgorde onderscheidingen gelijkgesteld aan het onderscheidingsteken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit onderscheidingsteken trouwe en langdurige dienst brandweer.

Onze Minister Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

’s-Gravenhage, 28 oktober 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de achttiende november 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Sinds 1 april 1967 bestaat er een onderscheiding voor langdurige brandweerdienst, ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Brandweer Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten. Daarnaast konden vrijwillig dienende brandweermedewerkers na minimaal twintig dienstjaren worden benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Per 1 januari 2020 is laatstgenoemde benoemingsgrond vervallen, omdat het automatisch decoreren van brandweervrijwilligers niet langer paste in het beleid van de Kanselarij der Nederlandse Orden (de Kanselarij). Mede naar aanleiding hiervan heb ik in afstemming met de Kanselarij en vertegenwoordigers van de veiligheidsregio’s een traject gestart om de toekenning van onderscheidingen aan brandweermedewerkers vanwege trouwe en langdurige dienst op te nemen in een formeel besluit. Zo is dit besluit tot stand gebracht. Het is een zogeheten klein koninklijk besluit, omdat het hier niet gaat om een algemeen verbindend voorschrift; een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling zijn dan geen bruikbare opties. Deze formalisering heeft tot gevolg dat de Kanselier der Nederlandse Orden de onderscheiding op zal laten nemen in het Besluit draagvolgorde onderscheidingen. De sinds 1 april 1967 bestaande onderscheiding is met de nieuwe onderscheidingstekens gelijkgesteld, zodat ook deze (indirect) onder het bereik van bedoeld besluit valt. Vergelijkbare onderscheidingen worden bij de politie uitgegeven voor personeel aangesteld voor uitvoering van de politietaak voor trouwe en langdurige dienst. Ook die onderscheidingen zijn ingesteld bij klein koninklijk besluit.

Op grond van onderhavig besluit wordt een onderscheiding toegekend aan brandweermedewerkers die zich gedurende een periode van 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 jaar hebben ingezet voor de brandweerzorg in het Koninkrijk. Dit betreft zowel brandweermedewerkers in repressieve dienst als medewerkers in niet-repressieve dienst. Het instellen van deze onderscheiding voor trouwe en langdurige dienst geeft de bevoegde gezagen de mogelijkheid om hun waardering tot uitdrukking te brengen voor brandweermedewerkers die bereid zijn zich langdurig, veelal als vrijwilliger, voor het brandweerwerk in te zetten. De afgelopen jaren is gebleken dat er brandweermedewerkers zijn die langer dan 40 jaar brandweertaken uitvoeren. Daarom zijn er nu ook onderscheidingen voor 45 en 50 jaar trouwe en langdurige dienst.

Het bevoegd gezag heeft tevens de mogelijkheid om voor brandweervrijwilligers in repressieve dienst de Vrijwilligersmedaille voor Openbare Orde en Veiligheid aan te vragen, wanneer een vrijwilliger zich gedurende de periode van 10 jaar onafgebroken heeft ingezet in repressieve dienst op het terrein van openbare orde en veiligheid. Vervolgens kan iedere 5 jaar een jaarteken worden aangevraagd. Het bevoegd gezag heeft derhalve de mogelijkheid om een brandweervrijwilliger in repressieve dienst voor beide onderscheidingen in aanmerking te laten komen. In de praktijk komt het dubbel decoreren van brandweervrijwilligers niet of slechts zelden voor.

De praktijk van toekennen, aanvragen en uitreiken van een onderscheiding voor trouwe en langdurige dienst is als volgt. Het bevoegd gezag verifieert of de desbetreffende brandweermedewerker gedurende 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 jaar werkzaam is geweest binnen de (bedrijfs)brandweerorganisatie en op het moment van het dienstjubileum is aangesteld als brandweermedewerker. Het bevoegd gezag vraagt het onderscheidingsteken aan bij de instantie die zorgdraagt voor de productie van de onderscheidingstekens en de bijbehorende baton en oorkonde. Het bevoegd gezag vermeldt bij de aanvraag de naam van de brandweermedewerker en het aantal dienstjaren waarop het onderscheidingsteken betrekking heeft, en legt een verklaring over waaruit blijkt dat het een brandweermedewerker betreft. Het onderscheidingsteken wordt door of namens het bevoegd gezag uitgereikt aan de brandweermedewerker.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Het begrip «brandweermedewerker» heeft betrekking op verschillende typen medewerkers.

In Europees Nederland betreft het medewerkers aangesteld bij een veiligheidsregio in een brandweerfunctie uit het Besluit personeel veiligheidsregio’s, medewerkers van het Instituut Fysieke Veiligheid of rechtsvoorgangers die zijn aangesteld in een brandweerfunctie, genoemd in de bijlagen 1 en 1a van het Besluit personeel veiligheidsregio’s en om medewerkers die in dienst zijn van een bedrijfsbrandweer die tevens taken vervult ten behoeve van de overheidsbrandweer.

In Caribisch Nederland betreft het brandweermedewerkers aangesteld bij het Brandweerkorps Caribisch Nederland zoals opgenomen in het Besluit Brandweer BES, en medewerkers die in dienst zijn van een bedrijfsbrandweer die tevens taken vervult ten behoeve van de overheidsbrandweer.

Artikel 1 noemt met betrekking tot de «bedrijfsbrandweren» de regelingen die respectievelijk voor Europees Nederland en voor Caribisch Nederland duiden wat hieronder moet worden verstaan.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing in Europees en Caribisch Nederland.

Artikel 4

Regelmatig vervullen brandweermedewerkers gelijktijdig meerdere functies, zowel in een beroepsaanstelling als in een vrijwillige aanstelling. De duur van deze parallelle aanstellingen kunnen niet bij elkaar worden opgeteld. Brandweermedewerkers met meerdere aanstellingen als brandweermedewerker ontvangen de onderscheiding bij de werkgever waar de brandweermedewerker het merendeel van de brandweertaken verricht. Die werkgever is verantwoordelijk voor het toekennen, aanvragen en uitreiken van de onderscheiding. De toevoeging «als brandweermedewerker» is opgenomen om uit te sluiten dat verwarring over de vraag wie er in het kader van dit besluit als werkgever geldt; dit speelt vooral bij vrijwillige brandweermedewerkers met een hoofdbetrekking elders.

Artikel 5

Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) draagt in opdracht van de bevoegde gezagen zorg voor de productie van de onderscheidingstekens en de bijbehorende baton en oorkonde. Het is de bedoeling dat deze praktijk voortduurt, ook na inwerkingtreding van dit besluit. De kosten van het onderscheidingsteken worden doorberekend aan de organisatie waar de brandweermedewerker het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker verricht.

Artikel 6

Het initiatief voor het aanvragen van een onderscheidingsteken van een brandweermedewerker van een bedrijfsbrandweer ligt bij de werkgever. Bij het verzoek voegt de werkgever de benodigde gegevens, die nodig zijn om te bepalen of de brandweermedewerker gerechtigd is die onderscheiding te ontvangen. Het ligt in de rede om de uitreiking bij de werkgever te laten plaatsvinden. Het kan echter zijn dat het bevoegd gezag, bijvoorbeeld bij een uitreiking waarbij de eigen brandweer betrokken is, de uitreiking zelf wenst te verzorgen. De beslissing hiervoor ligt bij het bevoegd gezag.

Artikel 7 en 8

De vormgeving van het onderscheidingsteken is gebaseerd op de bestaande brandweeronderscheiding. De Kanselier der Nederlandse Orden heeft ingestemd met de vormgeving van de onderscheiding.

Het onderscheidingsteken zal samen met een baton en een oorkonde worden uitgereikt aan de decorandus. Het is mogelijk om een miniatuur van het onderscheidingsteken aan te vragen bij het bevoegd gezag, de kosten hiervan zijn voor de decorandus. De miniatuur wordt niet tezamen met het onderscheidingsteken gedragen.

Artikel 9

De sinds 1 april 1967 ingestelde onderscheiding voor langdurige brandweerdienst van de Koninklijke Nederlandse Brandweer Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten, was niet opgenomen in het Besluit draagvolgorde onderscheidingen, maar is vergelijkbaar met het nu ingestelde onderscheidingsteken. Met dit artikel wordt de bestaande onderscheiding met de nieuwe onderscheiding gelijkgesteld, zodat de bestaande onderscheiding indirect ook onder het bereik van bedoeld besluit valt.

Artikel 10

De formulering van artikel 4, tweede lid («is geweest»), maakt het mogelijk aan brandweermedewerkers die tussen 1 januari 2020 en de datum van inwerking treden van dit besluit in aanmerking gekomen zouden zijn voor een onderscheiding, alsnog het onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer toe te kennen.

De inwerkingtreding van het besluit is gekoppeld aan de plaatsing in het Staatsblad.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven