Besluit van 12 oktober 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 11 oktober 2021, 2021-0000203417, directie Financiële Markten;

Gelet op artikel IV van de Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 oktober 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de achttiende oktober 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, die strekt ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PbEU 2019, L 314). De richtlijn dient uiterlijk op 26 juni 2021 in nationale wet- en regelgeving geïmplementeerd te zijn. Dat tijdstip is inmiddels verstreken.

In verband met de noodzaak de wet zo spoedig mogelijk in werking te laten treden is ervoor gekozen de inwerkingtreding te laten plaatsvinden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit wordt gedaan met een beroep op de mogelijkheid om af te wijken voor implementatie van bindende EU-rechtshandelingen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven