Wet van 27 januari 2021 tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130) (Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze wet wordt onder Verordening (EU) 2017/821 verstaan: Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PbEU, L 130).

Artikel 2 Aanwijzing bevoegde autoriteit

  • 1. De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, bedoeld in het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport, is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) 2017/821.

  • 2. De bij besluit van Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8, vijfde lid, van de Verordening (EU) 2017/821.

Artikel 3 Bevoegdheid last onder dwangsom

De bevoegde autoriteit is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8, vijfde lid, van Verordening (EU) 2017/821.

Artikel 4 Openbaarmaking besluit last onder dwangsom

  • 1. De bevoegde autoriteit maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom openbaar wanneer de termijn waarbinnen de last moet worden uitgevoerd is verstreken of een dwangsom wordt verbeurd.

  • 2. Voordat tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een last wordt over gegaan, neemt de bevoegde autoriteit een besluit tot openbaarmaking. Dit besluit bevat:

    • a. de openbaar te maken gegevens;

    • b. de wijze van openbaarmaking; en

    • c. de termijn waarbinnen de openbaarmaking zal plaatsvinden.

  • 3. De bevoegde autoriteit gaat pas over tot openbaarmaking, nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de onderneming bekend is gemaakt.

  • 4. Als verzocht is om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.

  • 5. Openbaar maken van een besluit gebeurt in een vorm dat het besluit niet herleidbaar is tot afzonderlijke natuurlijke- en rechtspersonen, als voorafgaand aan openbaarmaking door de bevoegde autoriteit kan worden vastgesteld dat bij volledige openbaarmaking:

    • a. bekendmaking van persoonsgegevens onevenredig zou zijn gezien de ernst van de overtreding;

    • b. deze personen in onevenredige mate schade zou worden berokkend; of

    • c. een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de bevoegde autoriteit zou worden ondermijnd.

  • 6. De bevoegde autoriteit maakt de indiening van een bezwaar of de instelling van een beroep tegen een besluit als bedoeld in het eerste lid, en de uitkomst van dat bezwaar of beroep, bekend zodra dit redelijkerwijs uitvoerbaar is. De beperkingen, bedoeld in het vijfde lid, zijn daarop van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt artikel 2 terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 6 Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet Verordening conflictmineralen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 januari 2021

Willem-Alexander

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de vierde februari 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 506

Naar boven