Wet van 7 juli 2021, houdende regels voor de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europese Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (Wet implementatie EETS-richtlijn)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat een wet ter uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europese Parlement en de Raad van de Europese unie van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (PbEU 2019, L 91) nodig is en dat de Wegenverkeerswet 1994 wijziging behoeft;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 (begripsbepalingen)

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

accreditatie:

door de tolheffer opgezette en beheerde procedure die een EETS-aanbieder doorloopt alvorens in een EETS-gebied EETS te mogen aanbieden;

bemiddelende instantie:

instantie die bemiddelt tussen tolheffers met een EETS-gebied in Nederland en EETS-aanbieders die met deze tolheffers overeenkomsten hebben gesloten, die daarover onderhandelen of die geen overeenstemming bereiken;

boordapparatuur:

alle aan boord van een voertuig geïnstalleerde of meegenomen hardware- en softwarecomponenten die worden gebruikt als onderdeel van de toldienst, teneinde gegevens te verzamelen, op te slaan, te verwerken en van op afstand te ontvangen of te verzenden, als een afzonderlijk toestel of geïntegreerd in het voertuig;

contactbureau:

contactbureau als bedoeld in artikel 5, eerste lid;

Dienst Wegverkeer:

dienst als bedoeld in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994;

EETS-aanbieder:

entiteit die, onder een afzonderlijke overeenkomst, een EETS-gebruiker toegang verleent tot de EETS, de tolgelden overmaakt aan de betrokken tolheffer, en die in zijn lidstaat van vestiging is geregistreerd;

EETS-conform systeem:

reeks elementen van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer die specifiek noodzakelijk is voor de integratie van EETS-aanbieders in het systeem en voor het functioneren van EETS;

EETS-gebied:

weg, wegennet, kunstwerk, zoals een brug of een tunnel, of veerpont, waarvoor tolgeld wordt geïnd met gebruikmaking van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer;

EETS-gebiedsverklaring:

verklaring als bedoeld in artikel 10, eerste lid;

EETS-gebruiker:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die een contract heeft met een EETS-aanbieder om toegang te krijgen tot EETS;

elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer:

tolheffingssysteem waarbij de verplichting voor de gebruiker om tolgeld te betalen uitsluitend ontstaat door en gekoppeld is aan de automatische detectie van de aanwezigheid van het voertuig op een bepaalde locatie door middel van communicatie op afstand met boordapparatuur in het voertuig of automatische nummerplaatherkenning;

Europese elektronische tolheffingsdienst (EETS):

toldienst die door een EETS-aanbieder in het kader van een overeenkomst aan een EETS-gebruiker wordt verleend in een of meer EETS-gebieden;

geautomatiseerde zoekopdracht:

online-toegangsprocedure voor het raadplegen van de databanken van één, meerdere of alle lidstaten;

geschiktheid voor gebruik:

vermogen van een interoperabiliteitsonderdeel om een specifieke prestatie te verrichten en te blijven verrichten zolang het in gebruik is, waarbij een representatieve integratie in de EETS met betrekking tot het systeem van een tolheffer gewaarborgd moet zijn;

hoofddienstaanbieder:

toldienstaanbieder met specifieke verplichtingen, zoals de verplichting om overeenkomsten te sluiten met alle belanghebbende gebruikers, of met specifieke rechten, zoals een specifieke vergoeding of een gegarandeerde langetermijnovereenkomst, die verschillen van de rechten en plichten van andere aanbieders van diensten;

houder:

degene op wiens naam een voertuig is ingeschreven, zoals gedefinieerd in het recht van de lidstaat van inschrijving;

ingrijpend gewijzigd systeem:

bestaand elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer dat een verandering heeft ondergaan of ondergaat waardoor EETS-aanbieders genoodzaakt zijn wijzigingen aan te brengen in de interoperabiliteitsonderdelen die zij gebruiken;

interoperabiliteitsonderdeel:

basiscomponent, groep componenten, deel van een samenstel of volledig samenstel van apparatuur die deel uitmaken of bestemd zijn om deel uit te maken van de EETS en waarvan de interoperabiliteit van deze dienst direct of indirect afhankelijk is, met inbegrip van zowel materiële als immateriële zaken zoals software;

licht voertuig:

voertuig met een maximaal toegestane massa van niet meer dan 3.500 kg;

lidstaat van inschrijving:

lidstaat waarin het voertuig waarvoor wegentol verschuldigd is, is ingeschreven;

nationaal contactpunt:

contactpunt als bedoeld in artikel 40, vierde lid;

niet-betaling van wegentol:

overtreding die bestaat uit het niet-betalen door een weggebruiker van wegentol in een lidstaat, zoals gedefinieerd in de desbetreffende nationale voorschriften van die lidstaat;

NIWO:

Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie;

Onze Minister:

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Richtlijn (EU) 2019/520:

Richtlijn (EU) 2019/520 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie (PbEU 2019, L 91);

tolcontextgegevens:

door de verantwoordelijke tolheffer vastgestelde informatie die noodzakelijk is om het tolgeld te bepalen dat voor een bepaald voertuig in een specifiek tolgebied moet worden betaald en om de toltransactie af te ronden;

toldienst:

dienst die gebruikers in staat stelt gebruik te maken van een voertuig in een of meer EETS-gebieden onder één overeenkomst en indien nodig met één soort boordapparatuur, met inbegrip van:

  • a. indien nodig, het verstrekken van op maat gemaakte boordapparatuur aan de gebruikers en het onderhouden van de functionaliteit ervan;

  • b. het waarborgen dat de door de gebruiker verschuldigde tol wordt betaald aan de tolheffer;

  • c. het beschikbaar stellen aan de gebruiker van betaalmethoden of het accepteren van een bestaande methode;

  • d. het innen van tolgelden bij de gebruiker;

  • e. het beheren van de klantenrelatie met de gebruiker, en

  • f. het uitvoeren en naleven van het beveiligings- en privacybeleid voor de tolheffingssystemen voor het wegverkeer;

toldienstaanbieder:

juridische entiteit die toldiensten verleent aan klanten in een of meer EETS-gebieden voor een of meer voertuigcategorieën;

tolgeld:

wegentol;

tolheffer:

publieke of private entiteit die tolgelden heft op het gebruik van voertuigen in een EETS-gebied in Nederland;

tolmelding:

mededeling aan een tolheffer, in een vorm die is vastgesteld door de toldienstaanbieder en de tolheffer, waarmee de aanwezigheid van een voertuig in een EETS-gebied wordt bevestigd;

voertuig:

motorvoertuig, of samenstel van voertuigen, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer over de weg van passagiers of goederen;

voertuigclassificatieparameters:

voertuiginformatie voor het berekenen van het tolgeld op basis van de tolcontextgegevens;

wegentol:

vergoeding die door de weggebruiker moet worden betaald om zich te mogen verplaatsen op een weg, een wegennet, een kunstwerk, zoals een brug of een tunnel, of een veerpont.

Artikel 2 (toepassingsbereik)

  • 1. Deze wet is van toepassing op EETS-gebieden en grensoverschrijdende uitwisseling van voertuigregistratiegegevens met betrekking tot voertuigen en de eigenaren of houders van voertuigen waarvoor in de Unie geen wegentol is betaald.

  • 2. De artikelen 3 tot en met 38 zijn niet van toepassing op:

    • a. niet elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer;

    • b. kleine, strikt lokale EETS-gebieden, waarvoor de kosten van de aanpassing aan de artikelen 3 tot en met 38 onevenredig zijn in verhouding tot de opbrengst.

  • 3. Deze wet is niet van toepassing op parkeergelden.

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het tweede lid, onderdeel b.

HOOFDSTUK 2. TECHNOLOGISCHE OPLOSSINGEN

Artikel 3 (technologische vereisten tolheffingssystemen)

  • 1. Een nieuw elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer waarvoor boordapparatuur moet worden geïnstalleerd of gebruikt, maakt voor de afhandeling van elektronische toltransacties gebruik van een of meer van de volgende technologieën:

    • a. satellietplaatsbepaling;

    • b. mobiele communicatie;

    • c. 5,8 Ghz microgolftechnologie.

  • 2. Op elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer waarvoor boordapparatuur moet worden geïnstalleerd of gebruikt en die voor 19 oktober 2021 in gebruik waren en die andere technologieën gebruiken dan bedoeld in het eerste lid, is dat lid van overeenkomstige toepassing vanaf het tijdstip waarop substantiële technologische verbeteringen zijn uitgevoerd.

Artikel 4 (technologische vereisten boordapparatuur)

  • 1. EETS-aanbieders stellen boordapparatuur ter beschikking van de EETS-gebruikers die:

    • a. geschikt is voor gebruik,

    • b. interoperabel is,

    • c. in staat is te communiceren met de elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer die in de lidstaten in gebruik zijn en die gebruikmaken van de in het eerste lid van artikel 3 bedoelde technologieën, en

    • d. indien nodig, voldoen aan de bij of krachtens paragraaf 10.1 van de Telecommunicatiewet gestelde eisen.

  • 2. Boordapparatuur die gebruikmaakt van satellietplaatsbepalingstechnologie en die na 19 oktober 2021 in de handel is gebracht moet compatibel zijn met de plaatsbepalingsdiensten die worden verleend door Galileo en Egnos.

  • 3. De boordapparatuur mag gebruikmaken van eigen hardware en software, van elementen van andere hardware en software die in het voertuig aanwezig is.

  • 4. Om met andere in het voertuig aanwezige hardwaresystemen te kunnen communiceren, mag de boordapparatuur gebruikmaken van andere dan de in artikel 3, eerste lid, bedoelde technologieën, op voorwaarde dat de veiligheid, de kwaliteit van de dienst en de privacy worden gewaarborgd.

  • 5. De werking voor andere diensten dan tolheffing die door de boordapparatuur worden gefaciliteerd, belemmert de werking van de toldiensten in een EETS-gebied niet.

  • 6. Tot 31 december 2027 kunnen EETS-aanbieders aan gebruikers van lichte voertuigen mede boordapparatuur ter beschikking stellen die alleen geschikt is voor gebruik met 5,8 GHz microgolftechnologie, met het oog op gebruik ervan in EETS-gebieden waar geen technologieën voor satellietplaatsbepaling of mobiele communicatie nodig zijn.

HOOFDSTUK 3. EETS-REGISTER EN REGISTRATIE EETS-AANBIEDERS

Artikel 5 (contactbureau)

  • 1. Bij ministeriele regeling wordt het contactbureau aangewezen.

  • 2. Onze Minister maakt de contactgegevens van het contactbureau via elektronische weg bekend. Op verzoek worden de gegevens verstrekt aan geïnteresseerde EETS-aanbieders.

  • 3. Op verzoek van de EETS-aanbieder faciliteert en coördineert het contactbureau vroegtijdige administratieve contacten tussen de EETS-aanbieder en de tolheffers die verantwoordelijk zijn voor de EETS-gebieden.

  • 4. Het contactbureau kan een natuurlijk persoon of een publiek- of privaatrechtelijke entiteit zijn.

Artikel 6 (EETS-register)

  • 1. De Dienst Wegverkeer houdt een EETS-register bij van:

    • a. de EETS-gebieden in Nederland met informatie over:

      • 1°. de betrokken tolheffers;

      • 2°. de gebruikte tolheffingstechnologieën;

      • 3°. de tolcontextgegevens;

      • 4°. de EETS-gebiedsverklaring; en

      • 5°. de EETS-aanbieders die EETS-overeenkomsten hebben gesloten met de Nederlandse tolheffers;

    • b. de EETS-aanbieders aan wie registratie als bedoeld in artikel 7 is verleend; en

    • c. de gegevens van het contactbureau waaronder een e-mailadres en een telefoonnummer.

  • 2. De gegevens betreffende een EETS-gebied als bedoeld in het eerste lid, onder a, en wijzigingen daarvan, worden door de voor dat EETS-gebied verantwoordelijke tolheffer verstrekt op een door de Dienst Wegverkeer bepaalde wijze.

  • 3. De Dienst Wegverkeer neemt maatregelen met het oog op het waarborgen van de juistheid, de actualiteit en de volledigheid van het EETS-register. Een tolheffer of een EETS-aanbieder die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in het EETS-register opgenomen gegeven, meldt die twijfel, onder opgave van redenen, aan de Dienst Wegverkeer.

  • 4. Het register is via elektronische weg beschikbaar voor het publiek.

  • 5. Aan het eind van elk kalenderjaar stuurt de Dienst Wegverkeer het register via elektronische weg aan de Europese Commissie.

  • 6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

Artikel 7 (registratie EETS-aanbieders)

  • 1. Een in Nederland gevestigde entiteit kan bij de Dienst Wegverkeer een aanvraag indienen om te worden geregistreerd als EETS-aanbieder in het EETS-register.

  • 2. De registratie wordt verleend als de entiteit:

    • a. in het bezit is van een EN ISO 9001-certificaat of gelijkwaardige erkenning;

    • b. over de nodige technische apparatuur beschikt en in het bezit is van de EG-verklaringen of certificaat van conformiteit van de interoperabiliteitsonderdelen;

    • c. bekwaam is om elektronische toldiensten te verstrekken of bekwaam is op andere relevante gebieden;

    • d. over de nodige financiële draagkracht beschikt;

    • e. een alomvattend risicobeheersplan handhaaft dat minstens om de twee jaar aan een controle moet worden onderworpen; en

    • f. betrouwbaar is.

  • 3. De Dienst Wegverkeer gaat ten minste eenmaal per jaar na of de EETS-aanbieders die zijn geregistreerd overeenkomstig het eerste lid, nog voldoen aan de eisen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, d, e en f. De EETS-aanbieder verleent medewerking aan het onderzoek.

  • 4. De Dienst Wegverkeer werkt het EETS-register bij op grond van het onderzoek, bedoeld in het derde lid en neemt daarin ook de conclusies op van de controle, bedoeld in het tweede lid, onder e. Als is vastgesteld dat een EETS-aanbieder niet kan aantonen dat aan de eisen, bedoeld in het derde lid, wordt voldaan of anderszins niet kan worden vastgesteld dat aan deze eisen wordt voldaan, dan kan de Dienst Wegverkeer de registratie van de EETS-aanbieder intrekken.

  • 5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de te verstrekken gegevens en bescheiden ten behoeve van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, en het onderzoek, bedoeld in het derde lid, waarmee kan worden aangetoond aan de eisen van het tweede lid en de artikelen 8 en 25 te voldoen.

  • 6. De Dienst Wegverkeer en de Staat zijn niet aansprakelijk voor de handelingen van de in het EETS-register opgenomen EETS-aanbieders.

  • 7. Onverminderd het vierde lid kan de registratie ook worden ingetrokken als niet aan de vereisten, bedoeld in de artikelen 8, eerste en tweede lid, of 25, wordt voldaan.

  • 8. Voor de behandeling van de aanvraag om en de verlening van de registratie, bedoeld in het eerste en tweede lid, alsmede het verrichten van onderzoeken, bedoeld in het derde lid, wordt, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, het door deze dienst vastgestelde tarief ten laste gebracht van de aanvrager of de geregistreerde EETS-aanbieder. Artikel 4q, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 4. ACCREDITATIE

Artikel 8 (EETS-overeenkomsten)

  • 1. In Nederland geregistreerde EETS-aanbieders sluiten overeenkomsten met de tolheffers voor alle EETS-gebieden op het grondgebied van ten minste vier lidstaten, binnen een termijn van 36 maanden na registratie als EETS-aanbieder als bedoeld in artikel 7.

  • 2. De overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, voor de EETS-gebieden in een lidstaat worden gesloten binnen een termijn van 24 maanden nadat de eerste overeenkomst in die lidstaat is gesloten.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op EETS-gebieden waarvoor de verantwoordelijke tolheffer niet voldoet aan de eisen van artikel 9, eerste, tweede of derde lid. Een tolheffer die verantwoordelijk is voor een EETS-gebied in Nederland waar de technologie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, niet wordt toegepast of die niet voldoet aan de procedurele vereisten van deze paragraaf, treedt in overleg met de EETS-aanbieder die zich wil accrediteren.

  • 4. Van EETS-aanbieders wordt niet verlangd dat zij specifieke technische oplossingen of processen gebruiken die de interoperabiliteit van de interoperabiliteitsonderdelen van een EETS-aanbieder met elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in andere EETS-gebieden belemmeren.

Artikel 9 (non-discriminatoire toegang)

  • 1. Tolheffers die verantwoordelijk zijn voor EETS-gebieden in Nederland, verlenen op niet-discriminerende wijze toegang aan elke EETS-aanbieder die EETS wenst aan te bieden in een of meer van deze EETS-gebieden.

  • 2. De tolheffer aanvaardt een EETS-aanbieder in zijn EETS-gebied als hij voldoet aan de verplichtingen en algemene voorwaarden die in de EETS-gebiedsverklaring, bedoeld in artikel 10, zijn vermeld.

  • 3. Tolheffers werken op niet-discriminerende wijze samen met EETS-aanbieders, fabrikanten of aangemelde instanties bij de beoordeling van de geschiktheid voor gebruik van interoperabiliteitsonderdelen in hun EETS-gebied.

Artikel 10 (EETS-gebiedsverklaring)

  • 1. De tolheffer stelt een EETS-gebiedsverklaring op.

  • 2. De EETS-gebiedsverklaring bevat in ieder geval:

    • a. de algemene voorwaarden voor EETS-aanbieders inzake toegang tot zijn EETS-gebied die op grond van artikel 6, negende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520 door middel van uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld;

    • b. de procedurele voorwaarden, met inbegrip van de commerciële voorwaarden, waaronder de methode voor het bepalen van de vergoeding, overeenkomstig artikel 23;

    • c. indien van toepassing, de gedetailleerde planning van de op grond van artikel 15, zevende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520 door middel van uitvoeringshandelingen vastgestelde procedure voor de beoordeling of herbeoordeling van de conformiteit met de specificaties en van de geschiktheid voor gebruik van de interoperabiliteitsonderdelen;

    • d. overige op grond van artikel 6, negende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520 door middel van uitvoeringshandelingen vastgestelde eisen aan de inhoud van de EETS-gebiedsverklaring.

Artikel 11 (tijdige bekendmaking EETS-gebiedsverklaring)

  • 1. Een toekomstige tolheffer die verantwoordelijk is voor een nieuw in gebruik te nemen elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer in Nederland, maakt de EETS-gebiedsverklaring tijdig genoeg via elektronische weg bekend om geïnteresseerde EETS-aanbieders uiterlijk een maand voor de operationele start van het systeem te kunnen accrediteren. Daarbij neemt de tolheffer de planning, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, in acht.

  • 2. Een tolheffer die verantwoordelijk is voor een voor 19 oktober 2021 bestaand elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer in Nederland dat op of na 19 oktober 2021 ingrijpend wordt gewijzigd, maakt de EETS-gebiedsverklaring tijdig genoeg bekend om geïnteresseerde EETS-aanbieders uiterlijk een maand voor de operationele start van het gewijzigde systeem te kunnen accrediteren en om reeds geaccrediteerde EETS-aanbieders in staat te stellen hun interoperabiliteitsonderdelen aan te passen aan de nieuwe vereisten en om hen uiterlijk een maand voor de start van het gewijzigde systeem opnieuw te kunnen accrediteren. Daarbij neemt de tolheffer de duur van de procedure in acht, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c.

Artikel 12 (testomgeving boordapparatuur)

  • 1. Een tolheffer die verantwoordelijk is voor een EETS-gebied in Nederland brengt een testomgeving tot stand waarin de EETS-aanbieder of zijn gemachtigde kan controleren of zijn boordapparatuur geschikt is voor gebruik in het EETS-gebied van de tolheffer en certificering kan krijgen voor de succesvolle voltooiing van de tests.

  • 2. Tolheffers kunnen een testomgeving gebruiken voor meerdere EETS-gebieden.

  • 3. Tolheffers kunnen een gemachtigde toelaten die de geschiktheid voor gebruik van één soort boordapparatuur controleert namens meer dan één EETS-aanbieder.

  • 4. Tolheffers kunnen van EETS-aanbieders of hun gemachtigden verlangen de kosten van de tests te dragen.

Artikel 13 (eisen aan interoperabiliteitsonderdelen)

  • 1. Interoperabiliteitsonderdelen voldoen aan:

    • a. de eisen die door middel van gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld krachtens artikel 15, vierde lid, van Richtlijn (EU) 2019/520;

    • b. de algemene infrastructurele vereisten die door middel van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld krachtens artikel 15, vijfde en zesde lid, van Richtlijn (EU) 2019/520;

    • c. de eisen, bedoeld in artikel 4.

  • 2. De inhoud en de vorm van de EG-verklaringen van conformiteit met de specificaties of van de geschiktheid voor het gebruik, waartoe de procedure, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder c, kan leiden als wordt aangetoond dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, voldoen aan het bepaalde, krachtens artikel 15, zevende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520.

Artikel 14 (vrijwaringsprocedure)

  • 1. Onze Minister kan met betrekking tot interoperabiliteitsonderdelen met CE-markering die in de handel zijn gebracht en worden gebruikt overeenkomstig hun bestemming, en die naar verwachting niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen, het toepassingsgebied daarvan beperken, het gebruik ervan verbieden, of ze uit de handel nemen.

  • 2. Van getroffen maatregelen, bedoeld in het eerste lid, stelt Onze Minister de Europese Commissie onmiddellijk in kennis. Daarbij vermeldt Onze Minister de redenen van het besluit en of het conformiteitsgebrek een gevolg is van onjuiste toepassing van de technische specificaties of de ontoereikendheid van de technische specificaties.

  • 3. Met betrekking tot een interoperabiliteitsonderdeel met CE-markering dat niet aan de interoperabiliteitseisen voldoet, verzoekt Onze Minister de fabrikant of diens gemachtigde voor zover die een vestiging in Nederland heeft, om de conformiteit met de specificaties of de geschiktheid voor het gebruik van het interoperabiliteitsonderdeel te herstellen onder daarbij te stellen voorschriften. Van dat besluit wordt kennisgegeven aan de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie.

Artikel 15 (transparantie van beoordelingen)

Op beslissingen betreffende de beoordeling van de conformiteit met de specificaties of de geschiktheid voor het gebruik van de interoperabiliteitsonderdelen, door tolheffers die geen bestuursorgaan zijn, zijn de artikelen 3:40, 3:41, 3:45 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 (aangemelde instanties)

  • 1. Onze Minister kan een of meer instanties aanwijzen die belast zijn met de uitvoering van, of het toezicht op de op grond van artikel 15, zevende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520 bepaalde procedure voor de beoordeling van de conformiteit met de specificaties of de geschiktheid voor het gebruik van interoperabiliteitsonderdelen, als de betreffende instantie voldoet aan de vereisten die door middel van gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld, op grond van artikel 19, tweede lid, van Richtlijn (EU) 2019/520.

  • 2. Onze Minister meldt de, op grond van het eerste lid, aangewezen instanties aan bij de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie, onder vermelding van hun bevoegdheden en de daarvoor vooraf van de Europese Commissie ontvangen identificatienummers.

  • 3. Als een door Onze Minister aangemelde instantie niet meer voldoet aan de criteria, bedoeld in het eerste lid, trekt Onze Minister de aanwijzing en aanmelding van die instantie in en brengt de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie daarvan op de hoogte.

Artikel 17 (operationele boordapparatuur)

Tolheffers laten in hun EETS-gebieden alle operationele boordapparatuur toe die wordt gebruikt door EETS-aanbieders met wie zij een contractuele relatie onderhouden, als:

  • a. de apparatuur is gecertificeerd overeenkomstig de procedure die is bepaald op grond van artikel 15, zevende lid, van Richtlijn (EU) 2019/520; en

  • b. de apparatuur niet voorkomt op een lijst van ongeldig verklaarde boordapparatuur als bedoeld in artikel 18.

Artikel 18 (lijsten van ongeldige boordapparatuur)

  • 1. EETS-aanbieders die in Nederland EETS aanbieden houden lijsten bij van ongeldig verklaarde boordapparatuur die verband houdt met hun EETS-overeenkomst met de EETS-gebruikers.

  • 2. De tolheffer en de EETS-aanbieders maken afspraken over:

    • a. het aantal zaken dat in de lijst van ongeldig verklaarde boordapparatuur wordt opgenomen;

    • b. de vorm van de lijst; en

    • c. de actualiseringsfrequentie.

  • 3. De lijsten, bedoeld in het eerste lid, worden bijgehouden met toepassing van de regels die gelden voor de bescherming van persoonsgegevens.

  • 4. Een EETS-aanbieder die een lijst van ongeldig verklaarde boordapparatuur aan een tolheffer heeft gezonden, kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verdere betalingsverplichting voor tolgelden die door gebruik van dergelijke ongeldig verklaarde boordapparatuur verschuldigd zijn.

HOOFDSTUK 5. EETS-TRANSACTIES

Artikel 19 (facturering tolgeld door EETS-aanbieder bij EETS-gebruiker)

  • 1. Een overeenkomst tussen de tolheffer en de EETS-aanbieder, voor het aanbieden van EETS in Nederland, maakt het mogelijk dat de factuur voor het tolgeld rechtstreeks door de EETS-aanbieder aan de EETS-gebruiker wordt gestuurd.

  • 2. De tolheffer kan eisen dat de EETS-aanbieder de factuur voor de gebruiker uitschrijft in naam van en voor rekening van de tolheffer. De EETS-aanbieder voldoet aan die eis.

Artikel 20 (betaling EETS-gebruiker aan EETS-aanbieder geldt als tolbetaling)

  • 1. De betaling van tolgeld door de EETS-gebruiker aan zijn EETS-aanbieder geldt als voldoening van de betalingsverplichtingen van de EETS-gebruiker ten aanzien van de betrokken tolheffer.

  • 2. Als twee of meer soorten boordapparatuur worden geïnstalleerd of worden meegenomen aan boord van een voertuig, is het de verantwoordelijkheid van de EETS-gebruiker om de relevante boordapparatuur voor een specifiek EETS-gebied te gebruiken of te activeren.

  • 3. EETS-gebruikers voldoen aan de verplichtingen voor de verstrekking van gegevens aan de EETS-aanbieder en het gebruik van en de behandeling van de boordapparatuur, die zijn vastgesteld krachtens artikel 10, derde lid, van Richtlijn (EU) 2019/520.

Artikel 21 (EETS-aanbieder rechtstreeks aansprakelijk voor elke tolmelding)

  • 1. De tolheffer kan van een EETS-aanbieder eisen dat hij de tolheffer betaalt voor elke onderbouwde tolmelding en voor elke onderbouwde niet-tolmelding die betrekking heeft op een door de EETS-aanbieder beheerde EETS-gebruikersrekening.

  • 2. Wanneer, voor het vaststellen van het toltarief dat voor een gegeven voertuig geldt, de voertuigclassificatie van een EETS-aanbieder afwijkt van die van een tolheffer, prevaleert de classificatie van de tolheffer, tenzij wordt aangetoond dat sprake is van een fout.

Artikel 22 (tolgelden)

  • 1. De tolheffer heft van EETS-gebruikers niet meer tolgeld dan hij van andere gebruikers heft overeenkomstig het nationale of lokale tolgeld.

  • 2. Het eerste lid laat de mogelijkheid van restituties of kortingen door de tolheffer voor het gebruik van elektronische tolbetalingen onverlet. Restituties of kortingen aan gebruikers van boordapparatuur zijn transparant, openbaar aangekondigd en onder dezelfde voorwaarden beschikbaar voor klanten van EETS-aanbieders.

Artikel 23 (vergoeding)

  • 1. EETS-aanbieders hebben het recht om door de tolheffer te worden vergoed voor het innen van tolgelden namens de tolheffer.

  • 2. De vergoeding van de EETS-aanbieders wordt berekend aan de hand van een methode die transparant en niet-discriminerend is en identiek is voor alle EETS-aanbieders die voor een bepaald EETS-gebied zijn geaccrediteerd.

  • 3. In EETS-gebieden met een hoofddienstaanbieder heeft de methode, bedoeld in het tweede lid, dezelfde structuur als de methode voor het berekenen van de vergoeding van vergelijkbare diensten die worden verleend door de hoofddienstaanbieder. Daarbij kan het bedrag van de vergoeding verschillen, als dat wordt gerechtvaardigd door:

    • a. de kosten in verband met specifieke eisen en verplichtingen die de hoofddienstaanbieder heeft en de EETS-dienstaanbieder niet; en

    • b. de noodzaak om van de vergoeding van EETS-aanbieders de vaste kosten af te trekken die door de tolheffer worden opgelegd op grond van de kosten die de tolheffer maakt door in zijn tolgebied een EETS-conform systeem beschikbaar te stellen, te bedienen en te onderhouden, met inbegrip van de accreditatiekosten, wanneer die kosten niet in het tolgeld zijn opgenomen.

Artikel 24 (boekhouding)

  • 1. Entiteiten die toldiensten aanbieden houden een financiële administratie bij waarin een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen de kosten en inkomsten in verband met het verlenen van toldiensten en de kosten en inkomsten in verband met andere activiteiten.

  • 2. De informatie over de kosten en inkomsten in verband met het verlenen van toldiensten wordt op verzoek verstrekt aan de betrokken bemiddelende of rechterlijke instantie.

  • 3. Kruissubsidies tussen activiteiten die worden verricht in de hoedanigheid van toldienstaanbieder en andere activiteiten zijn verboden.

HOOFDSTUK 6. EETS AANBIEDEN

Artikel 25 (dekking)

  • 1. In Nederland geregistreerde EETS-aanbieders bestrijken te allen tijde alle EETS-gebieden zodra zij daarvoor overeenkomsten hebben gesloten.

  • 2. Een EETS-aanbieder die een EETS-gebied niet kan blijven bestrijken als gevolg van het niet-naleven van deze wet door de tolheffer, herstelt de dienstverlening voor het betrokken gebied zo snel mogelijk nadat het gebrek door de tolheffer hersteld is.

Artikel 26 (informatie dekkingsgebied)

Een in Nederland geregistreerde EETS-aanbieder maakt via elektronische weg bekend:

  • a. de EETS-gebieden die hij bestrijkt;

  • b. wijzigingen daarvan;

  • c. gedetailleerde, jaarlijks bijgewerkte plannen over uitbreiding van diensten naar andere EETS-gebieden.

Artikel 27 (transparant contracteerbeleid)

In Nederland geregistreerde EETS-aanbieders maken het beleid dat zij toepassen bij het sluiten van overeenkomsten met EETS-gebruikers via elektronische weg openbaar.

Artikel 28 (aan tolheffer toerekenbare EETS-storing)

Bij een aan de tolheffer toerekenbare EETS-storing voorziet de tolheffer in een beperkte dienstverlening. De tolheffer draagt er zorgt voor dat voertuigen die zijn uitgerust met operationele boordapparatuur als bedoeld in artikel 17 zich veilig kunnen verplaatsen met zo min mogelijk oponthoud en zonder ervan te worden verdacht geen wegentol te hebben betaald.

HOOFDSTUK 7. GEBRUIK VAN EETS

Artikel 29 (abonneren op de EETS)

  • 1. EETS-gebruikers kunnen met elke EETS-aanbieder een overeenkomst sluiten, ongeacht nationaliteit, lidstaat van verblijf of de lidstaat waar hun voertuig is ingeschreven.

  • 2. Bij het sluiten van de overeenkomst met een EETS-aanbieder wordt de EETS-gebruiker naar behoren geïnformeerd over geldige betaalmiddelen en, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119), over de verwerking van hun persoonsgegevens en de rechten die voortvloeien uit de geldende wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

Artikel 30 (één ononderbroken dienst)

EETS wordt aan EETS-gebruikers aangeboden als één ononderbroken dienst, wat inhoudt dat:

  • a. tijdens het traject geen menselijke interventie meer vereist is in het voertuig, zodra de voertuigclassificatieparameters, met inbegrip van de variabele parameters, zijn opgeslagen, aangegeven of beide, tenzij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, en

  • b. de menselijke interactie met een specifiek onderdeel van boordapparatuur identiek is voor elk EETS-gebied.

Artikel 31 (beperkte interactie met tolheffer)

  • 1. EETS-gebruikers hebben geen andere interactie met tolheffers als onderdeel van EETS dan:

    • a. het factureringsproces overeenkomstig artikel 19; en

    • b. handhavingsprocessen.

  • 2. Interacties tussen EETS-gebruikers en EETS-aanbieders of hun boordapparatuur kunnen specifiek zijn per EETS-aanbieder.

HOOFDSTUK 8. GEGEVENSUITWISSELING TUSSEN EETS-AANBIEDER EN TOLHEFFER

Artikel 32 (gegevensverstrekking aan tolheffers)

  • 1. EETS-aanbieders die in Nederland EETS aanbieden, verstrekken aan tolheffers van het betreffende tolgebied:

    • a. de informatie die tolheffers nodig hebben voor het berekenen en heffen van tol op de voertuigen van EETS-gebruikers, of

    • b. de informatie die tolheffers nodig hebben om de berekening te kunnen verifiëren van de tol die door de EETS-aanbieders is geheven op de voertuigen van EETS-gebruikers.

  • 2. Tolheffers in tolheffingssystemen die werken op basis van microgolven, verstrekken onderbouwde tolmeldingen aan de EETS-aanbieders met betrekking tot de verschuldigde tolgelden van hun EETS-gebruikers.

Artikel 33 (samenwerkingsverplichting)

  • 1. EETS-aanbieders die in Nederland EETS aanbieden, werken met de tolheffers samen om vermoedelijke overtreders van de verplichting om wegentol te betalen te identificeren.

  • 2. Als niet-betaling van wegentol wordt vermoed, kan de tolheffer bij de EETS-aanbieder de gegevens opvragen betreffende het voertuig dat betrokken is bij de vermeende niet-betaling van wegentol en betreffende de houder van dat voertuig die klant is van deze EETS-aanbieder. De EETS-aanbieder stelt deze gegevens onmiddellijk ter beschikking aan de tolheffer van het betreffende tolgebied.

  • 3. De tolheffer maakt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, niet bekend aan andere toldienstaanbieders. Als de tolheffer en een toldienstaanbieder deel uitmaken van één entiteit, worden de gegevens uitsluitend gebruikt voor het identificeren van vermeende overtreders.

Artikel 34 (gegevens EETS-aanbieder)

  • 1. Een tolheffer die verantwoordelijk is voor een EETS-gebied in Nederland kan bij een EETS-aanbieder opvragen:

    • a. gegevens betreffende alle voertuigen die eigendom zijn van of worden gehouden door klanten van de EETS-aanbieder, en die in een bepaalde periode hebben gereden in het EETS-gebied waarvoor de tolheffer verantwoordelijk is;

    • b. gegevens betreffende de eigenaars of houders van deze voertuigen, mits de tolheffer deze gegevens nodig heeft om zijn verplichtingen ten aanzien van de belastingautoriteiten na te komen.

  • 2. De EETS-aanbieder verstrekt de gevraagde gegevens uiterlijk twee dagen na ontvangst van het verzoek.

  • 3. De tolheffer maakt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, niet bekend aan andere toldienstaanbieders. Als de tolheffer en een toldienstaanbieder deel uitmaken van één entiteit, worden de gegevens uitsluitend gebruikt voor het nakomen van verplichtingen ten aanzien van de belastingautoriteiten.

Artikel 35 (verkeersbeleid en -managementgegevens)

Op verzoek verstrekken de toldienstaanbieders, met inbegrip van EETS-aanbieders, aan de tolheffer de geanonimiseerde verkeersgegevens van hun klanten. Bij ministeriële regeling wordt bepaald aan welke instantie de tolheffer de gegevens verstrekt. Deze gegevens worden alleen gebruikt ten behoeve van verkeersbeleid en ter verbetering van het verkeersmanagement.

HOOFDSTUK 9. EXPERIMENTELE SYSTEMEN

Artikel 36 (experimentele tolheffingssystemen)

  • 1. Met een toestemming van de Europese Commissie als bedoeld in artikel 22, derde lid, van Richtlijn (EU) 2019/520, kan Onze Minister op verzoek van een tolheffer ontheffing verlenen van één of meer bepalingen van deze wet om tijdelijk, gedurende de looptijd van de toestemming van de Europese Commissie, in beperkte delen van hun tolgebied, experimentele tolheffingssystemen toe te passen, parallel aan het EETS-conform systeem, voor het gebruiken van nieuwe tolheffingstechnologieën of concepten die niet voldoen aan die betreffende bepalingen.

  • 2. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden gesteld of beperkingen worden verbonden.

  • 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de bij het verzoek te overleggen gegevens en bescheiden.

  • 4. EETS-aanbieders zijn niet verplicht om aan een experimenteel tolheffingssysteem deel te nemen.

HOOFDSTUK 10. BEMIDDELING

Artikel 37 (bemiddelende instantie)

  • 1. De NIWO is de bemiddelende instantie.

  • 2. Tot de taak van de NIWO behoort met name:

    • a. na gaan of de door de tolheffer aan EETS-aanbieders opgelegde contractvoorwaarden niet-discriminerend zijn;

    • b. na gaan of de EETS-aanbieders volgens de in artikel 23 vastgelegde beginselen worden vergoed;

    • c. om alle relevante informatie op te vragen bij tolheffers, EETS-aanbieders en derden die betrokken zijn bij de EETS-dienstverlening in Nederland;

    • d. om informatie uit te wisselen met bemiddelende instanties van andere lidstaten over hun werkzaamheden, richtsnoeren en praktijken.

  • 3. Ter dekking van de kosten van de bemiddeling zijn de tolheffer en de EETS-aanbieder een vergoeding verschuldigd aan de NIWO. De in rekening te brengen vergoeding voor de bemiddeling wordt gelijkelijk verdeeld over de tolheffer en de EETS-aanbieder.

  • 4. De NIWO stelt de tarieven van de vergoeding, bedoeld in het derde lid, vast. De tarieven voor de vergoeding worden zodanig vastgesteld dat de begrote baten van die vergoeding niet uitgaan boven de begrote kosten ter zake van de bemiddeling.

  • 5. De NIWO maakt het besluit tot vaststelling van het tarief, bedoeld in het derde lid, bekend in de Staatscourant met vermelding van de dagtekening van het besluit van Onze Minister waarbij de goedkeuring, bedoeld in artikel 17 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, is verleend of met vermelding van de omstandigheid dat ingevolge artikel 10:31, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht, een besluit tot goedkeuring wordt geacht te zijn genomen.

  • 6. Onze Minister verleent dan wel onthoudt de goedkeuring, bedoeld in het vijfde lid, binnen zes weken na de datum van ontvangst van de goed te keuren tarieven.

  • 7. Artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is niet van toepassing.

Artikel 38 (bemiddelingsprocedure)

  • 1. Een tolheffer of een EETS-aanbieder kan de NIWO verzoeken tussenbeide te komen in geschillen over hun contractuele relatie of onderhandelingen.

  • 2. De NIWO bepaalt binnen een termijn van een maand na de ontvangst van het bemiddelingsverzoek of zij over alle voor de bemiddeling noodzakelijke documenten beschikt.

  • 3. De NIWO brengt uiterlijk zes maanden na de ontvangst van het bemiddelingsverzoek advies uit over het geschil.

HOOFDSTUK 11. AFHANDELINGSPROCEDURE BIJ NIET-BETALEN VAN WEGENTOL

Artikel 39 (model kennisgeving bij niet-betaling wegentol)

Als, overeenkomstig de voor het betreffende EETS-gebied geldende procedure, degene die ervan verdacht wordt de wegentol niet te hebben betaald, daarvan in kennis wordt gesteld, is de kennisgeving gebaseerd op het kennisgevingsmodel, bedoeld in bijlage II bij Richtlijn (EU) 2019/520, in de taal van het kentekenbewijs van het voertuig of in een van de officiële talen van de lidstaat van inschrijving.

Artikel 40 (grensoverschrijdende gegevensuitwisseling bij niet-betaling wegentol)

  • 1. Het faciliteren van de grensoverschrijdende uitwisseling van voertuigregistratiegegevens in het kader van het niet betalen van wegentol in de Unie vindt plaats aan de hand van de softwaretoepassing Eucaris, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van Richtlijn (EU) 2019/520.

  • 2. Voertuigregistratiegegevens die voor de uitvoering van het eerste lid worden verwerkt, worden uitsluitend gebruikt voor het identificeren van het voertuig en de eigenaar of houder waarvoor niet-betaling van wegentol is vastgesteld binnen het toepassingsgebied van het eerste lid en artikel 39.

  • 3. Voor de verwerking van persoonsgegevens voor het doel, bedoeld in het tweede lid worden slechts gebruikt de verplicht uit te wisselen gegevens, bedoeld in bijlage I van Richtlijn (EU) 2019/520, met betrekking tot voertuigen en de eigenaren of houders van die voertuigen.

  • 4. De voertuigregistratiegegevens bedoeld in het eerste lid, worden door het nationaal contactpunt alleen gedeeld met;

    • a. de nationale contactpunten van andere lidstaten;

    • b. de tolheffers die ten behoeve van de handhaving bij niet betalen wegentol de gegevens hebben opgevraagd.

  • 5. Op verzoek van de betrokken houder verstrekt het nationaal contactpunt informatie over welke in de lidstaat van registratie opgeslagen persoonsgegevens zijn doorgestuurd naar de lidstaat waarin een geval van niet-betaling van wegentol is vastgesteld, met inbegrip van de datum van het verzoek en het nationaal contactpunt van de lidstaat op wiens grondgebied een geval van niet-betaling van wegentol is vastgesteld.

  • 6. Onverminderd het eerste tot en met het vijfde lid is het bepaalde bij of krachtens artikel 43 van de Wegenverkeerswet 1994 van overeenkomstige toepassing op de grensoverschrijdende voertuigregistratiegegevens, bedoeld in het eerste lid.

  • 7. Bij ministeriële regeling wordt het nationaal contactpunt aangewezen.

HOOFDSTUK 12. HANDHAVING

Artikel 41 (bestuursrechtelijk toezicht)

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3, 4, 10, 11, 12, 13, 17, 18, 19, 22, 24, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 34 en 35 zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. De aanwijzing kan inhouden, dat de betrokken ambtenaar slechts belast is met het toezicht op de naleving van een of enkele in die aanwijzing genoemde artikelen gesteld bij of krachtens deze wet.

Artikel 42 (bestuursdwang)

Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de voorschriften, bedoeld in artikel 41.

HOOFDSTUK 13. SLOTBEPALINGEN

Artikel 43 (wijziging Wegenverkeerswet 1994)

De Wegenverkeerswet 1994 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 42, vierde lid, onder b, wordt na «de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15» ingevoegd «, de Wet implementatie EETS-richtlijn».

B

Hoofdstuk VIA van de Wegenverkeerswet 1994 komt te vervallen.

Artikel 44 (geldig blijven bestaande registraties EETS-aanbieders)

Een beschikking op grond van artikel 1a van de Regeling elektronische tolheffingssystemen wordt voor de inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als een beschikking voor de registratie op grond van artikel 7 van deze wet.

Artikel 45 (inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 46 (citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie EETS-richtlijn.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 juli 2021

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Uitgegeven de derde september 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 762

Naar boven