Besluit van 14 juli 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 16 juni 2021 tot wijziging van de Erfgoedwet en de Wet op de economische delicten in verband met EU-verordening (EU) 2019/880 inzake het binnenbrengen van cultuurgoederen (Stb. 2021, 319)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 juli 2021, nr. WJZ/28619813 (10486), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IIII, van de Wet van 16 juni 2021 tot wijziging van de Erfgoedwet en de Wet op de economische delicten in verband met EU-verordening (EU) 2019/880 inzake het binnenbrengen van cultuurgoederen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen A tot en met C en artikel II, onderdeel A, van de Wet van 16 juni 2021 tot wijziging van de Erfgoedwet en de Wet op de economische delicten in verband met EU-verordening (EU) 2019/880 inzake het binnenbrengen van cultuurgoederen treden in werking met ingang van 1 augustus 2021.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 juli 2021

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de twintigste juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven