Besluit van 12 juli 2021, houdende wijziging van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV, onderdelen C tot en met F, van de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs) (Stb. 2020, 235)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 juli 2021, nr. WJZ/28453000 (11864) directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XIV van de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs) (Stb. 2020, 235);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

In artikel 2 van het Besluit van 12 november 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs) (Stb. 2020, 235 en 469) wordt «1 augustus 2021» gewijzigd in «1 augustus 2022».

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juli 2021

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de veertiende juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV, onderdelen C tot en met F, van de hierboven genoemde wet wordt met een jaar uitgesteld. Dat artikel wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs en bepaalt dat voor een oordeel «zeer zwak beroepsonderwijs» onder andere nodig is dat niet wordt voldaan aan een bepaalde mate van studiesucces. Het meten en beoordelen van studiesucces wordt uitgewerkt bij algemene maatregel van bestuur. Omdat deze algemene maatregel van bestuur nodig is om de wijze van studiesucces te meten en te beoordelen, maar nog niet gereed is op 1 augustus 2021, wordt de inwerkingtreding van de wetsbepalingen uitgesteld.

Dit uitstel geschiedt door wijziging van artikel 2 van het Besluit van 12 november 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs) (Stb. 2020, 235 en 469).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven