Wet van 20 januari 2021 tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Verzamelwet LNV 2021)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wijzigingen van wetstechnische of anderszins ondergeschikte aard aan te brengen in verband met onjuiste verwijzingen of gebreken en een uitgewerkte wet in te trekken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I (ALGEMENE WET BESTUURSRECHT)

In artikel 11 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd «Plantgezondheidswet: artikel 26».

ARTIKEL II (OMGEVINGSWET)

De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.25, eerste lid, onder a, onderdeel 10°, wordt «artikel 2.21a» vervangen door «artikel 2.44».

B

In artikel 15.1, eerste lid, onder b, wordt «artikel 2.44, eerste of derde lid» vervangen door «artikel 2.45, eerste of derde lid».

C

In artikel 16.7, eerste lid, onder b, wordt «artikel 5.7, derde lid» vervangen door «artikel 5.7, vierde lid».

ARTIKEL III (PLANTGEZONDHEIDSWET)

Artikel 21 van de Plantgezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt na «retributie» ingevoegd «en de betalingstermijn».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Indien een professionele marktdeelnemer niet binnen de gestelde betalingstermijn aan zijn betalingsverplichting ter zake van retributies voor eerder uitgevoerde werkzaamheden heeft voldaan, kan de bevoegde autoriteit besluiten om werkzaamheden als bedoeld in het eerste, tweede en zesde lid voor dezelfde marktdeelnemer niet uit te voeren dan nadat deze aan zijn betalingsverplichting ter zake van retributies voor die eerder uitgevoerde werkzaamheden heeft voldaan.

ARTIKEL IV (WET DIEREN)

In artikel 2.2, negende lid, van de Wet dieren wordt na «bindende» ingevoegd «onderdelen van».

ARTIKEL V (WET MILIEUBEHEER)

Artikel 17.9, tweede en derde lid, van de Wet milieubeheer komen te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het bevoegd gezag, indien de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan geheel of in hoofdzaak betrekking heeft op wateren, het bestuursorgaan waarbij de betrokken wateren in beheer zijn.

  • 3. Indien de activiteit waardoor de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan wordt veroorzaakt, wordt verricht buiten een inrichting is het bevoegd gezag voor zover de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan betrekking heeft op:

    • a. de bodem: het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 95, derde en vierde lid, van de Wet bodembescherming;

    • b. beschermde soorten: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 18.2, van de Omgevingswet;

    • c. natuurlijke habitats: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 18.2, van de Omgevingswet;

    • d. wateren: het bestuursorgaan, waarbij de betrokken wateren in beheer zijn.

ARTIKEL VI (WET NATUURBESCHERMING)

In artikel 2.7, eerste lid, van de Wet natuurbescherming wordt «artikel 2.8, met uitzondering van het negende lid» vervangen door «artikel 2.8».

ARTIKEL VII (WET OP DE ECONOMISCHE DELICTEN)

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel 2o, wordt in het onderdeel met betrekking tot de Wet dieren «De artikelen 2.2, negende en tiende lid voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het tiende lid, onderdelen f tot en met q en onderdeel r, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op regels als bedoeld in de onderdelen f tot en met q» vervangen door «De artikelen 2.2, negende en tiende lid voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het tiende lid, onderdelen f tot en met p en onderdeel r, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op regels als bedoeld in de onderdelen f tot en met p».

B

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 2° wordt in het onderdeel met betrekking tot de Omgevingswet «artikel 2.44, eerste en derde lid» vervangen door «artikel 2.45, eerste en derde lid».

2. In onderdeel 3° wordt in het onderdeel met betrekking tot de Omgevingswet «4.3, eerste lid, aanhef en onder g en k,» vervangen door «4.3, eerste lid, aanhef en onder g, k en p,».

ARTIKEL VIII (WET RECHTSKRACHT STRUCTUURSCHEMA GROENE RUIMTE)

De Wet rechtskracht Structuurschema groene ruimte wordt ingetrokken.

ARTIKEL IX (WET WAPENS EN MUNITIE)

De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7a, eerste en tweede lid, wordt «een jachtakte op grond van de Wet natuurbescherming» telkens vervangen door «een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit op grond van de Omgevingswet».

B

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de op grond van de Wet natuurbescherming verleende jachtaktes» vervangen door «de op grond van de Omgevingswet verleende omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit».

2. In het tweede lid wordt «jachtakte» vervangen door «omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit».

ARTIKEL X (INWERKINGTREDING)

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XI (CITEERTITEL)

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet LNV, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 20 januari 2021

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitgegeven de achtentwintigste januari 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 643

Naar boven