Besluit van 26 mei 2021, tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 mei 2021, nr. WJZ / 21109572;

Gelet op artikel 14 van de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen treedt in werking met ingang van 1 november 2021.

Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 mei 2021

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitgegeven de vierde juni 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit stelt de inwerkingtredingsdatum van de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen vast op 1 november 2021. Het tijdstip van inwerkingtreding wijkt daarmee af van het beleid omtrent vaste verandermomenten, dat uitgaat van inwerkingtreding van wetten op 1 januari of 1 juli. De reden voor deze afwijking is gelegen in de wenselijkheid van het aansluiten bij de datum genoemd in artikel 13, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (PbEU 2019, L 111/59). Hiermee wordt toepassing gegeven aan de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven