Besluit van 26 april 2021 tot wijziging van twee besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen in verband met de toetreding van Bosnië en Herzegovina tot het groene kaart systeem

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 11 maart 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3246752;

Gelet op de artikelen 2, achtste lid, en 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 maart 2021, nr. W16.21.0070/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 22 april 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3282619;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen) (Stb. 1972, 617) wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d tot en met ff worden geletterd e tot en met gg.

2. Er wordt een onderdeel d ingevoegd, luidende:

  • d. Bosnië en Herzegovina;.

ARTIKEL II

Artikel 1 van het Besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen en gebieden) (Stb. 1972, 618) wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d tot en met ff worden geletterd e tot en met gg.

2. Er wordt een onderdeel d ingevoegd, luidende:

  • d. Bosnië en Herzegovina;.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 oktober 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 april 2021

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de elfde mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 2, achtste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: WAM) regelt dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald voor welke buitenlandse motorrijtuigen het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars de verplichting op zich moet nemen de schade te vergoeden die door deze motorrijtuigen wordt veroorzaakt. Artikel 3, derde lid, WAM bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld tot welke landen de dekking van de verplichte verzekering zich moet uitstrekken.

Deze artikelen in de WAM vloeien voort uit Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PbEU 2009, L 263) (hierna: de Richtlijn). De Richtlijn betreft een codificatie van de richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 90/232/EEG, 2000/26/EG en 2005/14/EG, inclusief wijzigingen, en heeft onder andere het doel de grenscontrole op de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen binnen de lidstaten van de Europese Unie af te schaffen.

De basis van de afschaffing van de grenscontrole op de aanwezigheid van het internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs dat door de verzekeraars namens de nationale bureaus wordt afgegeven (ook wel de groene kaart genoemd), vormt een overeenkomst tussen de verschillende nationale bureaus van de lidstaten van de Europese Unie. Deze overeenkomst is op 30 mei 2002 gesloten te Rethymo (hierna: de Overeenkomst) en is gehecht aan de beschikking van de Commissie van 28 juli 2003 (PbEU 2003, L 192). De Overeenkomst dient ter vervanging van de Multilaterale Garantieovereenkomst van 15 maart 1991 (PbEG 1991, L 177) en de Beschikkingen 93/43/EEG (PbEG 1993, L 16), 97/828/EG (PbEG 1997, L 343), 1999/103/EG (PbEG 1999, L 33) en 2001/160/EG (PbEG 2001, L 57). Op grond van de Overeenkomst waarborgt elk nationaal bureau de afwikkeling van ongevallen die zich op zijn grondgebied hebben voorgedaan en die zijn veroorzaakt door (al dan niet verzekerde) motorrijtuigen uit een ander aangesloten land.

De Overeenkomst biedt de nationale bureaus van nieuwe lidstaten van de Europese Unie en van derde landen de mogelijkheid om zich hierbij aan te sluiten. De derde landen die hier tot nu toe gebruik van hebben gemaakt zijn Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Kroatië (voormalig derde land, thans lidstaat), Andorra en Servië. Op 13 juni 2019 is de Overeenkomst uitgebreid met het nationale bureau van verzekeraars van Bosnië en Herzegovina.

Door de toetreding door Bosnië en Herzegovina tot de Overeenkomst moeten de besluiten van 23 november 1972, tot uitvoering van artikel 2, achtste lid, (Stb. 1972, 617) en van artikel 3, derde lid, (Stb. 1972, 618) van de WAM worden aangepast. De enige wijziging betreft het toevoegen van Bosnië en Herzegovina aan de lijst met aangewezen landen. De Europese Commissie heeft in haar Uitvoeringsbesluit van 28 september 2020 (PbEU 2020, L 314/66) vastgesteld dat per 19 oktober 2020 moet worden afgezien van controle op de groene kaart voor motorrijtuigen die gewoonlijk in Bosnië en Herzegovina zijn gestald. Aan dit besluit wordt daarom terugwerkende kracht verleend tot die datum.

Deze terugwerkende kracht zal in de praktijk niet voor problemen zorgen, omdat het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, de douane en de politie al vanaf 19 oktober 2020 in overeenstemming met de uitgebreide Overeenkomst handelen.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven