Besluit van 22 april 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2021 tot aanpassing van enkele wetten ter uitvoering van de Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie («EOM») (PbEU 2017, L 283) (Invoeringswet EOM) (Stb. 2021, 155)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 20 april 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3277895;

Gelet op artikel VIII van de Invoeringswet EOM; (Stb. 2021, 155)

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Invoeringswet EOM (Stb. 2021, 155) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 april 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de zesde mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De Invoeringswet EOM (Stb 2021, 155) regelt de aanpassing van enkele wetten om zo de uitvoering van de EU-Verordening 2017/1939 over de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) in Nederland mogelijk te maken. Deze EU-verordening is reeds in werking getreden. De wet regelt geen verandering van bevoegdheden of andere zaken waarvoor het Nederlands OM of de opsporingsinstanties implementatietijd nodig hebben. De betrokken partijen zijn gereed voor de start van het EOM. Voor de inwerkingtreding van de Invoeringswet EOM is daarom een uitzondering gemaakt op de vaste verandermomenten zoals deze zijn vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Artikel VIII van de Invoeringswet EOM bepaalt dat de inwerkingtreding van de wet geschiedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dit besluit is dat tijdstip bepaald op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Daarmee wordt een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de Invoeringswet EOM bereikt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven