Besluit van 15 april 2021, houdende wijziging van het Financieel besluit handelsregister 2014 in verband met het opnemen van de grondslag voor vergoedingen voor de uitgifte van de LEI

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 14 december 2020, nr. WJZ / 20305174;

Gelet op de artikelen 50, vijfde lid, en 50b van de Handelsregisterwet 2007;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 maart 2021, nr. W18.20.0477/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 13 april 2021, nr. WJZ / 21069162;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Financieel besluit handelsregister 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij ministeriële regeling worden de vergoeding voor de eenmalige uitgifte en een jaarlijkse vergoeding vastgesteld die verschuldigd zijn voor de door de Kamer uitgegeven identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier), bedoeld in de artikelen 9, onderdeel f, en 12, onderdeel e, van de Handelsregisterwet 2007.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde en vierde lid wordt «artikel 50, vierde lid, van de Handelsregisterwet 2007» telkens vervangen door «artikel 50, vijfde lid, van de Handelsregisterwet 2007».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 april 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de negenentwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding en inhoud van het besluit

Het Financieel besluit handelsregister 2014 stelt regels vast omtrent de vergoedingen voor de afname van producten uit het handelsregister en omtrent de inschrijfvergoeding die verschuldigd is door ondernemingen of rechtspersonen die een opgave doen tot eerste inschrijving in het handelsregister. Dit besluit wordt gewijzigd naar aanleiding van de wijziging van de Handelsregisterwet 20071 (wijzigingswet).

De onderhavige wijziging voorziet in de rechtsbasis voor het in rekening brengen van een vergoeding voor de uitgifte van de Legal Entity Identifier (LEI) door de Kamer van Koophandel (KvK). Daarnaast wordt de betalingstermijn, bedoeld in artikel 50b, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007, vastgesteld. Tot slot wordt een foutieve verwijzing naar een wettelijke bepaling hersteld.

2. De LEI

De LEI is een wereldwijd uniek 20-cijferig identificerend nummer voor rechtspersonen en ondernemingen die bepaalde financiële producten bezitten of verhandelen. Dit is gebaseerd op onder andere verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201) en de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie van 19 december 2012 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de formattering en de frequentie van de transactierapportage aan transactieregisters overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 352). Gebruik van de LEI is op dit moment al verplicht voor de rapportage van derivaten op basis van de bovengenoemde verordening (EU) nr. 648/2012. De LEI is voor het eerst gepubliceerd als de norm (NEN) 17442:2012 van de Internationale Organisatie voor Standaardisatie en is sindsdien enkele keren geactualiseerd.

De LEI wordt niet alleen gebruikt bij de rapportage van derivaten, maar is nadrukkelijk ook bedoeld als een multifunctionele identifier, bijvoorbeeld voor de rapportage van beursderivaten, the European Banking Authority-bankenrapportages en bij bepaalde securitisaties.

De KvK fungeert op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank als uitgiftestation (Local Operating Unit) voor het uitgeven van de LEI voor juridische entiteiten die ingeschreven staan in het handelsregister. De KvK voert deze taak momenteel uit op basis van artikel 31, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel. Bij de aanwijzing van de KvK voor de uitgifte van de LEI is reeds aangegeven dat dit van tijdelijke aard was, vooruitlopend op een wijziging van de handelsregisterregelgeving. Hierin is voorzien in de eerder genoemde wijzigingswet.

3. Rechtsbasis voor de vergoeding voor de uitgifte van de LEI

De uitgifte van de LEI is met de wetswijziging opgenomen in de artikelen 9, onderdeel f, en 12, onderdeel e, van de Handelsregisterwet 2007. De KvK neemt de LEI in het handelsregister op die door de KvK of door een andere tot uitgifte van de LEI geaccrediteerde instantie is uitgegeven. In artikel 50b van de Handelsregisterwet 2007 is de basis opgenomen voor het vaststellen van tarieven voor de eenmalige uitgifte van het LEI-nummer en de vergoeding die jaarlijks verschuldigd is. Deze bepaling is nog niet in werking getreden; dat zal gebeuren als de daarop gebaseerde lagere regelgeving gereed is.

Op grond van het eerste lid van artikel 50b van de Handelsregisterwet 2007 is voor de uitgifte van de LEI een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen eenmalige uitgiftevergoeding en een jaarlijkse vergoeding verschuldigd. De concrete vergoedingen zullen nader worden vastgesteld in de Financiële regeling handelsregister 2019. Deze vergoedingen zijn verschuldigd zonder dat deze bij beschikking zijn vastgesteld, aldus het tweede lid. Tot slot wordt op grond van het derde lid bij algemene maatregel van bestuur de betalingstermijn vastgesteld. Het onderhavige besluit voorziet hierin.

4. Regeldruk

Aan dit besluit zijn geen administratieve lasten verbonden. Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de Adviescommissie toetsing regeldruk, maar is niet geselecteerd voor formele advisering.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

Artikel 2 beschrijft de handelingen en inzagen in het handelsregister, waarvoor aan de gebruiker kosten in rekening worden gebracht. De tarieven reflecteren de werkelijke kosten, en worden verder vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel I, onderdeel B, onder 1

De wijziging opgenomen in onderdeel B, onder 1, herstelt een foutieve verwijzing in artikel 3, derde en vierde lid, van het Financieel besluit handelsregister 2014, waarin betalingstermijnen zijn opgenomen. In die leden wordt per abuis verwezen naar artikel 50, vierde lid, van de Handelsregisterwet 2007. De juiste bepaling is echter artikel 50, vijfde lid. Daarin is vastgelegd dat de betalingstermijn bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld.

Artikel I, onderdeel B, onder 2

Artikel 3 van het Financieel besluit handelsregister 2014 stelt de betalingstermijnen vast voor de inschrijfvergoeding en de inzage en verstrekking van handelsregistergegevens. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, waarin de betalingstermijn wordt opgenomen voor de uitgifte en verlenging van de LEI. Die termijn bedraagt vier weken. Hiermee wordt aangesloten bij de betalingstermijn van andere informatieproducten in het handelsregister.

Artikel II

Dit besluit zal op hetzelfde tijdstip in werking treden als artikel 50b van de Handelsregisterwet 2007, waarop dit besluit is gebaseerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Wet van 26 juni 2019 tot wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel (Stb. 2019, 280).

Naar boven