Besluit van 19 april 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 3 maart 2021 tot wijziging van de Wet precursoren voor explosieven en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013 (PbEU 2019, L 186) (Stb. 2021, 146)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 15 april 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3270009;

Gelet op artikel IV van de wet van 3 maart 2021 tot wijziging van de Wet precursoren voor explosieven en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013 (PbEU 2019, L 186) (Stb. 2021, 146);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 3 maart 2021 tot wijziging van de Wet precursoren voor explosieven en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013 (PbEU 2019, L 186) (Stb. 2021, 146) treedt in werking met ingang van 26 april 2021.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 april 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de drieëntwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met de inwerkingtreding op 26 april 2021 wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimum invoeringstermijn (zie Ar. 4.17, vijfde lid, aanhef en onder d). Deze afwijking is noodzakelijk, omdat de onderhavige wet strekt tot uitvoering van verordening (EU) 2019/1148 en deze verordening van toepassing is met ingang van 1 februari 2021.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven