Besluit van 11 maart 2021 tot technische aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur met betrekking tot burgerluchthavens, militaire luchthavens en buitenlandse luchtvaartterreinen in verband met de invoering van de Omgevingswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat mede namens de Staatssecretaris van Defensie van 16 juni 2020, nr. IENW/BSK-2020/89524, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 8.1a, derde lid, 8.4, 8.70, eerste lid, 10.12, tweede lid, en 10.15, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 juli 2020, nr. W17.20.0194/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat mede namens de Staatssecretaris van Defensie van 5 maart 2021, nr. IENW/BSK-2021/33226, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1.1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. wet:

    Wet luchtvaart;

    b. geluidgevoelig gebouw:

    geluidgevoelig gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

    c. zeer kwetsbaar gebouw:

    gebouw als bedoeld in bijlage VI, onder E, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

    d. kwetsbaar gebouw of kwetsbare locatie:

    gebouw of locatie als bedoeld in bijlage VI, onder C en D, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving

    e. beperkt kwetsbaar gebouw of beperkt kwetsbare locatie:

    gebouw of locatie als bedoeld in bijlage VI, onder A en B, bij het Besluit kwaliteit leefomgeving en gebouwen of locaties met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of een elektriciteitscentrale, voor zover die gebouwen of locaties wegens de gevolgen van een vliegtuigongeval bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

    f. bestaand stedelijk gebied:

    stedelijk gebied als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

    g. laserinstallatie:

    laserinstallatie met een lichtintensiteit hoger dan 5 μW/cm2;

    h. omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit:

    omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

    i. omgevingsvergunning voor het bouwen:

    omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit.

B

In het opschrift van Hoofdstuk 2 wordt «bestemming» vervangen door «functie» en wordt «de grond» vervangen door «locaties».

C

In artikel 2.1.1 wordt «gronden» vervangen door «locatie» en wordt «zijn» vervangen door «is».

D

In artikel 2.2.1 wordt «gronden» vervangen door «locaties», wordt «geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten» vervangen door «geen zeer kwetsbare, kwetsbare of beperkt kwetsbare gebouwen of kwetsbare of beperkt kwetsbare locaties», en wordt «objecten» vervangen door «gebouwen».

E

In artikel 2.2.1a wordt «gronden» vervangen door «locaties».

F

Artikel 2.2.1b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «gronden» vervangen door «locaties» en wordt «geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten» vervangen door «geen zeer kwetsbare, kwetsbare of beperkt kwetsbare gebouwen of kwetsbare of beperkt kwetsbare locaties».

2. In het tweede en derde lid wordt «objecten met een kantoor- of bedrijfsfunctie» vervangen door «gebouwen of locaties met een kantoor- of industriefunctie».

G

Artikel 2.2.1c wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «gronden» vervangen door «locaties».

2. In onderdeel c wordt «dat de functie en bestemming van het te vervangen gebouw wordt omgezet naar niet-geluidgevoelig» vervangen door «op de locatie van het te vervangen gebouw geen geluidgevoelig gebouw wordt toegelaten».

H

In artikel 2.2.1d wordt «gronden» vervangen door «locaties» en wordt «bestemmingsplan» vervangen door «omgevingsplan».

I

Artikel 2.2.1e wordt als volg gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en derde lid wordt «plaats» vervangen door «locatie».

2. In het tweede lid wordt «bestemmingsplan» vervangen door «omgevingsplan».

3. In het derde lid wordt «bepaald» vervangen door «begrensd» en wordt «verbeeld» vervangen door «aangewezen».

4. In het vierde lid wordt «gronden» vervangen door «locaties».

J

Artikel 2.2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en zesde lid wordt «gronden» vervangen door «locaties».

2. In het derde lid, onder a, wordt «een bouwvergunning of aanlegvergunning dan wel een omgevingsvergunning» vervangen door «een omgevingsvergunning voor het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit» en wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

K

Artikel 2.2.2a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en vijfde lid wordt «gronden» vervangen door «locaties».

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt «een bouwvergunning of aanlegvergunning dan wel een omgevingsvergunning» vervangen door «een omgevingsvergunning voor het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit» en wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

L

Artikel 2.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «gronden» vervangen door «locaties» en wordt «is een grondgebruik of een bestemming» vervangen door «is het verrichten of toelaten van een activiteit».

2. Het tweede en derde lid komen te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het verrichten of toelaten van een activiteit toegestaan voor zover deze activiteit werd toegelaten op 20 februari 2003.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het verrichten of toelaten van een activiteit eveneens toegestaan voor zover deze in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de wet.

M

Artikel 2.2.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «gronden» vervangen door «locaties».

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt «bouwvergunning of omgevingsvergunning» vervangen door «omgevingsvergunning voor het bouwen».

N

In artikel 3.1, eerste lid, wordt «bestemmingsplan» vervangen door «omgevingsplan».

ARTIKEL II

Het Luchthavenbesluit Lelystad wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «bestemming» vervangen door «functie».

2. De onderdelen e, f en g komen te luiden:

e. gebouw:

gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

f. geluidsgevoelig gebouw:

geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.20 van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

g. kwetsbaar gebouw:

gebouw met een onderwijs- of gezondheidszorgfunctie als bedoeld in bijlage I, onder B, bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;.

3. Onder verlettering van onderdeel j tot l worden twee onderdelen ingevoegd luidende:

j. omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

k. omgevingsvergunning voor het bouwen:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit;.

B

In artikel 6, tweede lid, wordt «gronden» vervangen door «locatie», wordt «zijn» vervangen door «is» en wordt «zijn aangegeven» vervangen door «is aangewezen».

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt «In het gebied dat gelegen is op en» vervangen door «Op een locatie» en wordt in onderdeel a «bestemming» vervangen door «functie».

2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt na «omgevingsvergunning» ingevoegd «voor het bouwen» en wordt «voor» vervangen door «van».

D

In artikel 8, tweede lid, wordt «In het gebied dat gelegen is op of» vervangen door «Op een locatie» en wordt «bestemming» vervangen door «functie».

E

In artikel 9, derde lid, artikel 10, derde lid, en artikel 11 derde lid, wordt «een bouw- of aanlegactiviteit» vervangen door «het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit».

F

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «gronden» vervangen door «locaties» en wordt «een bestemming of een grondgebruik» vervangen door «het verrichten of toelaten van een activiteit».

2. In het derde lid wordt «de bestemming of het grondgebruik» vervangen door «het verrichten of toelaten van de activiteit» en wordt «was» vervangen door «werd toegelaten».

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «gronden» vervangen door «locaties» en wordt «een bestemming voor of een gebruik door» vervangen door «het gebruik van».

2. In het derde lid vervalt «de bestemming of».

ARTIKEL III

Het Besluit burgerluchthavens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van bedrijfswoning wordt «functie» vervangen door «bestemming».

2. In de definitie van beperkt kwetsbaar gebouw, van geluidsgevoelig gebouw en van kwetsbaar gebouw wordt «artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012» vervangen door «bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving».

3. In de definitie van gebouw wordt «artikel 1, eerste lid, van de Woningwet» vervangen door «bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving».

4. Na de definitie van nood- of voorzorgslanding worden twee definities ingevoegd luidende:

omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

omgevingsvergunning voor het bouwen:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit;.

B

In artikel 7, eerste en derde lid, wordt «Milieu» vervangen door «Waterstaat».

C

In artikel 9, eerste lid, onderdeel h, wordt «bestemmingen en grondgebruik» vervangen door «activiteiten».

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «bestemming» vervangen door «functie».

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt «bouwvergunning» vervangen door «omgevingsvergunning voor het bouwen».

E

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel b, wordt «de bestemming» vervangen door «het gebruik».

2. In het vierde lid wordt «bestemming» vervangen door «functie».

F

In artikel 12, eerste en vierde lid, wordt «bestemming» vervangen door «functie».

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdelen a en b, wordt «bouwvergunning of aanlegvergunning» vervangen door «omgevingsvergunning voor het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit».

2. In het derde lid wordt «aanlegvergunning» vervangen door «omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit».

H

In artikel 14, tweede lid, onderdelen a en b, wordt «een bouw- of aanlegactiviteit» vervangen door «het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit».

I

In artikel 15, tweede lid, onderdelen a en b, wordt «een bouw- of aanlegactiviteit» vervangen door «het bouwen of een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit».

J

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een grondgebruik of een bestemming» vervangen door «het verrichten of toelaten van een activiteit».

2. In het tweede lid, onderdelen a en b, wordt «gebruik of de bestemming» vervangen door «verrichten of toelaten van de activiteit».

K

In artikel 19 vervalt «ruimtelijke» en wordt na «ontwikkeling» ingevoegd «van de fysieke leefomgeving».

ARTIKEL IV

Het Luchthavenbesluit Leeuwarden en het Luchthavenbesluit Deelen worden als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van Hoofdstuk 3 komt te luiden:

Hoofdstuk 3. Functie en gebruik van de locatie

B

In artikel 3.1.1 wordt «De gronden die zijn bestemd en worden gebruikt» vervangen door «De locaties die zijn bestemd» en wordt «en de gronden» vervangen door «en de locaties».

C

In artikel 3.2.1 wordt «bestemming» vervangen door «functie» en wordt «gronden» vervangen door «locaties».

D

In artikel 3.2.2 wordt «gronden» vervangen door «locaties».

ARTIKEL V

Het Luchthavenbesluit Eindhoven, het Luchthavenbesluit Volkel en het Luchthavenbesluit De Kooy worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.1, derde lid, onderdeel c, wordt «het gebied waarbinnen bepaald grondgebruik of een bestemming» vervangen door «het gebied waarbinnen het verrichten of toelaten van een bepaalde activiteit».

B

Het opschrift van Hoofdstuk 3 komt te luiden:

Hoofdstuk 3. Functie en gebruik van de locatie

C

In artikel 3.1.1 wordt «De gronden die zijn bestemd en worden gebruikt» vervangen door «De locaties die zijn bestemd» en wordt «en de gronden» vervangen door «en de locaties».

D

In artikel 3.2.1 wordt «bestemming» vervangen door «functie» en wordt «gronden» vervangen door «locaties».

E

In artikel 3.2.2 wordt «gronden» vervangen door «locaties».

F

Artikel 3.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Op de locaties die zijn aangewezen op de kaart in bijlage 6 bij dit besluit is het verrichten of toelaten van een activiteit binnen de volgende categorieën niet toegestaan:.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het verrichten of toelaten van een activiteit toegestaan voor zover deze in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10.17, zesde lid, juncto artikel 8.9 van de wet.

3. In het derde lid wordt «een grondgebruik of een bestemming» vervangen door «het verrichten of toelaten van een activiteit».

G

Artikel 5.1 komt te luiden:

Artikel 5.1

Artikel 3.2.3, eerste lid, is niet van toepassing op het verrichten of toelaten van een activiteit voor zover deze activiteit rechtmatig is op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

H

In artikel 5.2 wordt «artikel 7.39 van de Wet milieubeheer» vervangen door «artikel 11.5 van het Omgevingsbesluit».

I

In Bijlage 7 bij het Luchthavenbesluit Volkel en Bijlage 9 bij het Luchthavenbesluit Eindhoven en het Luchthavenbesluit De Kooy wordt «Artikel 7.39 van de Wet milieubeheer» vervangen door «Artikel 11.5 van het Omgevingsbesluit».

ARTIKEL VI

Het Besluit militaire luchthavens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie «ander geluidsgevoelig gebouw» komt te luiden:

ander geluidsgevoelig gebouw:

gebouw met een onderwijsfunctie of gezondheidszorgfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;.

2. De definitie «gebouw» komt te luiden:

gebouw:

gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;.

3. Na de definitie «Onze Minister» wordt de volgende definitie ingevoegd:

omgevingsvergunning voor het bouwen:

vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet, omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit;.

4. De definitie «vergunning voor het bouwen» vervalt.

B

In artikel 5, eerste lid, wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3° wordt «de bestemming» vervangen door «de functie».

2. In onderdeel 4° wordt «grond- of bedrijfsgebondenheid» vervangen door «locatie- of bedrijfsgebondenheid».

D

In artikel 7, onderdeel 3°, wordt «de bestemming» vervangen door «de functie».

E

In artikel 8 wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

F

In artikel 9, onderdeel b, wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning» en wordt «afdeling 3.1 van het Bouwbesluit 2012» vervangen door «paragraaf 4.3.1 of artikel 5.5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving».

G

In artikel 10 wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

H

In artikel 11, onderdeel b, wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning» en wordt «afdeling 3.1 van het Bouwbesluit 2012» vervangen door «paragraaf 4.3.1 of artikel 5.5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving».

I

In artikel 14, tweede lid, wordt «bestemming» vervangen door «functie» en wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

J

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a van het eerste lid wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

2. Onderdeel b van het eerste lid komt te luiden:

  • b. de bouw van het object is voorzien in het bestemmingsplan zoals dat op 25 juni 2004 gold krachtens de Wet ruimtelijke ordening.

3. In onderdeel a van het tweede lid wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

4. Onderdeel b van het tweede lid komt te luiden:

  • b. de bouw van het object is voorzien in het bestemmingsplan zoals dat op 1 november 2006 gold krachtens de Wet ruimtelijke ordening.

5. In onderdeel b van het derde lid wordt «vergunning» vervangen door «omgevingsvergunning».

6. Onderdeel c van het derde lid komt te luiden:

  • c. waarvan de bouw is voorzien in het bestemmingsplan zoals dat op 1 november 2006 gold krachtens de Wet ruimtelijke ordening.

ARTIKEL VII

Het Besluit zonering buitenlands luchtvaartterrein Zuid-Limburg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «Wet geluidhinder» vervangen door «Omgevingswet».

2. Onder vervanging van de punt in onderdeel f door een puntkomma worden na onderdeel f onderdelen toegevoegd luidende:

g. geluidgevoelig gebouw:

geluidgevoelig gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

h. geluidgevoelig terrein:

locatie die in het omgevingsplan is aangewezen als ligplaats voor woonschepen of locatie die in het omgevingsplan is aangewezen als standplaats voor woonwagens.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Bij de beoordeling van het gecumuleerde geluid geven gedeputeerde staten slechts toepassing aan de artikelen 8, tweede en derde lid, 9, derde en vierde lid, of 10, tweede lid, voor zover de berekening en meting van de onderscheidene geluidsbelastingen na de correctie op grond van artikel 3.36, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, niet leiden tot een naar hun oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting.

  • 2. Bij de beoordeling van het gecumuleerde geluid passen gedeputeerde staten artikel 11, eerste lid, zodanig toe dat de berekening en meting van de onderscheidene geluidsbelastingen niet leiden tot een naar hun oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. «bestemmingsplan» wordt vervangen door «omgevingsplan».

2. In het eerste lid wordt «woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen» en wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

D

In artikel 5 wordt «waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht» vervangen door «voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in de Omgevingswet».

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. «bestemmingsplan» wordt vervangen door «omgevingsplan».

2. «woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen» wordt vervangen door «geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen».

F

In artikel 8, derde lid, onder b, wordt «bestemmingsplan» vervangen door «omgevingsplan».

G

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste en tweede lid wordt «andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen niet zijnde woningen» en wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

H

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen niet zijnde woningen».

2. In het tweede lid wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

3. In het derde lid wordt «ander geluidsgevoelig gebouw» vervangen door «geluidgevoelig gebouw niet zijnde woning».

4. In het vierde lid wordt «verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van het Besluit geluidhinder» vervangen door «geluidgevoelige ruimten als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving».

I

In artikel 12 wordt «woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen».

J

In artikel 13 wordt «woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen».

K

In artikel 15 wordt „De hoofdstukken V, VI en VII» vervangen door «afdeling 3.6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving».

L

In artikel 16, eerste lid, onder a, wordt «terzake van de toepassing van Hoofdstuk VIII van de wet juncto artikel 130 van de wet» vervangen door «over de toerekening van kosten die voor de gemeenten binnen de zone zijn verbonden aan maatregelen».

ARTIKEL VIII

Het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «Wet geluidhinder» vervangen door «Omgevingswet».

2. In onderdeel b wordt «Bouwbesluit 2012» vervangen door «Besluit bouwwerken leefomgeving».

3. In onderdeel i, onder 1°, wordt «geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in artikel 1 van de wet» vervangen door «geluidgevoelige ruimte als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving».

4. In onderdeel i, onder 2°, wordt «artikel 1.1, onder e, van het Besluit geluidhinder» vervangen door «geluidgevoelige ruimte als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving».

5. Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel i door een puntkomma wordt na onderdeel i een onderdeel toegevoegd luidende:

j. geluidgevoelig gebouw:

geluidgevoelig gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;

k. geluidgevoelig terrein:

locatie die in het omgevingsplan is aangewezen als ligplaats voor woonschepen of locatie die in het omgevingsplan is aangewezen als standplaats voor woonwagens.

B

Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a

  • 1. Bij de beoordeling van het gecumuleerde geluid geven gedeputeerde staten slechts toepassing aan de artikelen 3, tweede en derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, of 6, tweede lid, voor zover de berekening en meting van de onderscheidene geluidsbelastingen na de correctie op grond van artikel 3.36, tweede lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving niet leiden tot een naar hun oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting.

  • 2. Bij de beoordeling van het gecumuleerde geluid passen gedeputeerde staten artikel 7, eerste lid, zodanig toe dat de berekening en meting van de onderscheidene geluidsbelastingen niet leiden tot een naar hun oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting.

C

In artikel 2 wordt «artikel 108, eerste lid, van de wet» vervangen door «waar beperkingen gelden in verband met geluidhinder».

D

In het opschrift van Hoofdstuk II, Paragraaf 1, wordt «Bestemmingsplan» vervangen door «Omgevingsplan».

E

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. «bestemmingsplan» wordt vervangen door «omgevingsplan».

2. In het eerste lid wordt «van woningen of van andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «van geluidgevoelige gebouwen» en wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

F

In artikel 2b wordt «waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht» vervangen door «voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in de Omgevingswet».

G

Artikel 2c wordt als volgt gewijzigd:

1. «bestemmingsplan» wordt vervangen door «omgevingsplan».

2. «van woningen of van andere geluidsgevoelige gebouwen» wordt vervangen door «van geluidgevoelige gebouwen» en «geluidsgevoelige terreinen» wordt vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

H

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en derde lid wordt «andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen niet zijnde woningen».

2. In het eerste en tweede lid wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

I

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt «andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen niet zijnde woningen».

2. In het tweede lid wordt «geluidsgevoelige terreinen» vervangen door «geluidgevoelige terreinen».

J

In artikel 8a, eerste lid, wordt «woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen».

K

In artikel 8b, eerste lid, wordt «woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen».

L

In artikel 9, tweede lid, wordt «andere geluidsgevoelige gebouwen» vervangen door «geluidgevoelige gebouwen niet zijnde woningen».

M

In artikel 10, tweede lid, wordt «woning of ander geluidsgevoelige gebouw» vervangen door «geluidgevoelig gebouw».

N

Artikel 14 vervalt.

O

In artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt «terzake van de toepassing van Hoofdstuk VIII van de wet juncto artikel 130 van de wet» vervangen door «over de toerekening van kosten die voor de gemeenten binnen de zone zijn verbonden aan maatregelen».

ARTIKEL IX

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 maart 2021

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Uitgegeven de eenentwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet luchtvaart met betrekking tot nationale luchthavens

Overeenkomstig het uitgangspunt bij de onderlinge afstemming van de Omgevingswet en de Wet luchtvaart worden de instructieregels over ruimtelijke beperkingen binnen beperkingengebieden rond luchthavens in het nieuwe stelsel van de Omgevingswet opgenomen. Dit vloeit voort uit artikel 2.29 van de Omgevingswet. De aanwijzing van de bij luchthavens behorende beperkingengebieden blijft gebeuren op grond van de Wet luchtvaart in verband met de nauwe samenhang met de regeling van het luchtverkeer naar de luchthaven.

De instructieregels over ruimtelijke beperkingen in beperkingengebieden zullen een plaats krijgen in hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving en worden ingevoegd via een apart wijzigingsbesluit. Door de relatie van deze regels met ontwikkelingen omtrent de wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met de invoering van het nieuwe normen- en handhavingstelsel voor Schiphol, en de wijziging en vaststelling van verschillende luchthavenbesluiten voor burgerluchthavens van nationale betekenis en militaire luchthavens, is dit wijzigingsbesluit niet gereed op de geplande datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2022.

Omdat het wenselijk is dat de gebruikers van de regelgeving niet worden geconfronteerd met uiteenlopende wettelijke begrippen is in de Invoeringswet Omgevingswet voorzien in een separate, technische aanpassing van de Wet luchtvaart op de Omgevingswet. In het verlengde daarvan voorziet het onderhavige besluit in eenzelfde technische aanpassing van de betrokken algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet luchtvaart.

Het betreft aanpassing van de terminologie en verwijzingen naar wetten en instrumenten die niet aansluiten op het nieuwe stelsel van de Omgevingswet. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen in de regels aangebracht. Het betreft de volgende besluiten:

  • het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB);

  • het Luchthavenbesluit Lelystad;

  • het Besluit burgerluchthavens;

  • het Besluit militaire luchthavens;

  • de Luchthavenbesluiten Deelen, Leeuwarden, Volkel, Eindhoven en De Kooy.

Aangezien de militaire luchthavenbesluiten deels gelijkluidend zijn, zijn deze besluiten waar mogelijk geclusterd in een op meer besluiten betrekking hebbend wijzigingsartikel.

De technische aanpassing van (wijzigingen van) luchthavenbesluiten die naar verwachting nog niet zullen zijn afgerond op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet, zullen in die ontwerpbesluiten zelf worden opgenomen.

Algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet geluidhinder met betrekking tot buitenlandse luchtvaartterreinen

Op grond van de Wet geluidhinder zijn voor de Duitse luchtvaartterreinen Teveren/Geilenkirchen, Laarbruch en Brüggen in Nederland geluidzones vastgesteld in het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterrein Zuid-Limburg respectievelijk het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg. De Wet geluidhinder gaat bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet op in die wet. Ook in de genoemde besluiten dienen de terminologie en de verwijzingen naar wetten en instrumenten die niet aansluiten op de Omgevingswet technisch te worden aangepast.

Voorheen waren deze besluiten gebaseerd op artikel 108 van de Wet geluidhinder. Omdat deze wet wordt ingetrokken bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zullen de besluiten vanaf dat tijdstip zijn gebaseerd op het overgangsrecht van de Wet van 8 november 2012 tot wijziging van de Wet luchtvaart met betrekking tot de gevolgen van buitenlandse luchthavens voor de ruimtelijke ordening op Nederlands grondgebied (Beperkingengebied buitenlandse luchthaven, Stb. 2012, 582). Artikel III, tweede lid, van deze wet bepaalt dat een algemene maatregel van bestuur die op grond van artikel 108 van de Wet geluidhinder is vastgesteld met betrekking tot een buitenlandse luchthaven, genoemd in artikel 8a.54, eerste lid, van de Wet luchtvaart, en de krachtens die maatregel genomen besluiten voor deze luchthaven van kracht blijven tot het tijdstip waarop een besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven op grond van de Wet luchtvaart voor deze luchthaven in werking treedt.

Aanpassingen

In verschillende besluiten zijn in de begripsbepalingen de verwijzingen naar besluiten die opgaan in de omgevingsregelgeving, aangepast.

Het Besluit geluidhinder en het Besluit externe veiligheid inrichtingen gaan over naar het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). De definitie van «geluidgevoelig gebouw» is opgenomen in bijlage I bij het Bkl. De definities van «kwetsbaar gebouw» en «beperkt kwetsbaar gebouw» uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn gewijzigd in «zeer kwetsbaar gebouw», «kwetsbaar gebouw of kwetsbare locatie» en «beperkt kwetsbaar gebouw of beperkt kwetsbare locatie», die zijn opgenomen in bijlage VI, onder E, C en D, respectievelijk A en B bij het Besluit kwaliteit leefomgeving. Het betreft geen inhoudelijke wijziging.

Verwijzingen naar het Bouwbesluit 2012 en de Woningwet zijn vervangen door verwijzingen naar bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving.

Voor de duidelijkheid is aan het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterrein Zuid-Limburg respectievelijk het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg een definitie van het begrip «geluidgevoelig terrein» toegevoegd.

De begrippen en omschrijvingen van «bouwvergunning», «aanlegvergunning» en «omgevingsvergunning» zijn aangepast aan de terminologie en structuur van de Omgevingswet.

In de Omgevingswet wordt het bestemmingsplan vervangen door het omgevingsplan. Het begrip «bestemming» wordt aangeduid als «functie» en «grond» of «plaats» als «locatie».

Overeenkomstig de terminologie van de Omgevingswet is de zinsnede in het LIB «objecten met een kantoor- of bedrijfsfunctie» vervangen door «gebouwen of locaties met een kantoor- of industriefunctie».

Voor de definitie van het begrip «bestaand stedelijk gebied» in het LIB wordt verwezen naar bijlage I bij het Bkl. Hiermee wordt aangesloten bij de definitie die van dit begrip in de ruimtelijke- ordeningsregelgeving wordt gebruikt.

Het beperkingengebied bij een luchthaven wordt aangewezen onder de Wet luchtvaart.

Gevolgen

Het onderhavige besluit bevat geen inhoudelijke wijzigingen maar louter technische aanpassingen van algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet luchtvaart aan de terminologie van de Omgevingswet. Het besluit heeft dan ook geen effecten op het milieu, geen gevolgen voor overheden, burgers en bedrijven en voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Totstandkomingsprocedure

Op grond van de Invoeringswet Omgevingswet is voor de in het onderhavige besluit opgenomen wijzigingen van de luchthaven(verkeer/indeling)besluiten voor burgerluchthavens, het Besluit burgerluchthavens en de besluiten voor de buitenlandse luchtvaartterreinen uitsluitend internetconsultatie verplicht:

  • Artikel 4.90 van de Invoeringswet Omgevingswet bepaalt dat de voorbereidingsprocedures van de Wet luchtvaart niet van toepassing zijn op de wijziging van een luchthaven(verkeer/indeling)besluit voor civiele of militaire luchthavens die alleen strekt tot aanpassing van dat besluit aan de Omgevingswet. Ten gevolge hiervan gelden voor deze wijzigingen geen zienswijze- en voorhangprocedure op grond van de Wet luchtvaart.

  • Artikel 5.2 van de Invoeringswet Omgevingswet verklaart artikel 23.4 (internetconsultatie) en artikel 23.5 (voorhang) van de Omgevingswet van overeenkomstige toepassing op algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Omgevingswet. Het vierde lid van artikel 5.2 stelt dat deze bepalingen niet van toepassing zijn op het Besluit militaire luchthavens en de luchthavenbesluiten voor militaire luchthavens.

  • Artikel 23.5, derde lid, Omgevingswet bepaalt vervolgens dat van de voorhangprocedure kan worden afgezien bij algemene maatregelen van bestuur van ondergeschikte aard.

Over het ontwerpbesluit heeft van 2 tot en met 30 maart 2020 internetconsultatie plaatsgevonden. Er is één reactie binnengekomen, die niet heeft geleid tot een aanpassing van het besluit.

Inwerkingtreding

Het besluit treedt in werking bij koninklijk besluit dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Dit sluit aan bij de inwerkingtredingsbepaling van de Omgevingswet.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven