Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2021, 129 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2021, 129 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 16 december 2020, 2020-0000248377, directie Financiële Markten;
Gelet op artikel 4:24, eerste en zesde lid, van de Wet op het financieel toezicht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 januari 2021, nr. W06.20.0504/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 3 maart 2021, 2021-0000031444, directie Financiële Markten;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 80e worden het tweede tot en met zevende lid vervangen door twee leden, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op aanbieders van hypothecair krediet die, zonder daarbij te adviseren, een aanvullend hypothecair krediet van ten hoogste € 25.000 aanbieden indien het aanvullend hypothecair krediet aantoonbaar wordt aangewend voor de financiering van energiebesparende voorzieningen in een woning en de consument het aanvullend hypothecair krediet aanvraagt binnen vijf jaar na afsluiten van het hypothecair krediet dat reeds op de woning is gevestigd en dit hypothecair krediet is aangegaan bij dezelfde aanbieder.
3. Onder energiebesparende voorzieningen als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan: gevelisolatie, dakisolatie, vloerisolatie, leidingisolatie, hoogrendementbeglazing (ten minste HR ++), energiezuinige deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen indien deze voorzieningen worden getroffen in combinatie met hoogrendementbeglazing (ten minste HR ++), douche-warmteterugwinningsysteem, energiezuinig ventilatiesysteem indien deze voorziening wordt getroffen in combinatie met andere energiebesparende voorzieningen, warmtepompen, zonnecellen of een combinatie van de genoemde voorzieningen.
B
Na artikel 80e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het inwinnen van informatie over de kennis en ervaring van de consument of cliënt, bedoeld in artikel 4:24, eerste lid, van de wet, is wat de hoeveelheid betreft evenredig aan de aard en complexiteit van het financieel product en de daarmee samenhangende risico’s. In ieder geval wordt informatie ingewonnen over:
a. de financiële producten waarmee de consument of cliënt bekend is;
b. het inzicht van de consument of cliënt in de eigenschappen en risico’s van het desbetreffende financieel product en de financiële dienst;
c. de mate waarin de consument of cliënt inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie;
d. de behoefte van de consument of cliënt aan advies over het desbetreffende financieel product.
2. In de waarschuwing, bedoeld in artikel 4:24, derde lid, van de wet wijst de financiëledienstverlener de consument of cliënt erop dat het inwinnen van advies raadzaam is.
3. Een financiëledienstverlener mag vertrouwen op de door de consument of de cliënt verstrekte informatie over de in het eerste lid genoemde onderwerpen, tenzij hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze informatie gedateerd, onnauwkeurig of onvolledig is.
4. Indien meerdere financiëledienstverleners betrokken zijn bij het verlenen van de financiële dienst aan de consument of cliënt wordt de informatie, bedoeld in het eerste lid, ingewonnen door de financiëledienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de financiële dienst.
5. Indien sprake is van het verlenen van een financiële dienst in combinatie met een andere financiële dienst of financieel product dient bij de beoordeling van de passendheid te worden nagegaan of de gehele dienstverlening of de combinatie van de financiële dienst en het financieel product passend is.
6. De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de kennis en ervaring, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen bij de consument of cliënt alsmede de formulering van de waarschuwing, bedoeld in het tweede lid.
Artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van artikelen uit het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt in numerieke volgorde het volgende artikelnummer met bijbehorende boetecategorie ingevoegd:
80f, eerste, tweede, vierde en vijfde lid |
2 |
2. In de opsomming van artikelen uit het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt «80e, eerste tot en met derde lid en zevende lid» vervangen door «80e, eerste lid».
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 5 maart 2021
Willem-Alexander
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Uitgegeven de vijftiende maart 2021
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
In het Klimaatakkoord is afgesproken om tot 2030 stapsgewijs 1,5 miljoen woningen te verduurzamen. De hypotheek levert hier een belangrijke bijdrage aan: het afsluiten van een aanvullende hypotheek is een van de mogelijkheden voor de financiering van het verbouwen en verduurzamen van de woning. In het Klimaatakkoord is toegezegd dat de drempels voor het verhogen van een hypotheek voor verduurzaming zullen worden verlaagd. Door de hoge advieskosten bestaat voor consumenten een drempel om een aanvullende hypotheek af te sluiten om hun woning te verduurzamen. Een consument kan ook zonder advies, dat wil zeggen direct bij een aanbieder van hypothecair krediet («execution only») een aanvullend krediet afsluiten. Echter voordat een consument zonder advies een aanvullend hypothecair krediet kan afsluiten, dient de aanbieder van hypothecair krediet te beoordelen of een consument over voldoende kennis- en ervaring beschikt om te begrijpen welke risico’s zijn verbonden aan het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet en het afsluiten van een krediet zonder advies. Het schrappen van de kennis- en ervaringstoets voor het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet voor energiebesparende voorzieningen zonder advies draagt eraan bij dat de drempel voor het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet voor verduurzaming wordt verlaagd. Door het vervallen van de kennis- en ervaringstoets zullen naar verwachting meer aanbieders van hypothecair krediet de verhoging van het hypothecair krediet voor verduurzaming via «execution only» gaan aanbieden en zullen de afsluitkosten voor het verhogen van de hypotheek voor veel consumenten verlaagd worden. Door de lagere afsluitkosten zal de drempel om de hypotheek te verhogen voor verduurzaming, lager worden. De investeringen in verduurzaming door woningeigenaren zal bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelen (in 2030 dient 3,4 Mton CO2-reductie in de gebouwde omgeving te worden gehaald).
Dit besluit wijzigt artikel 80e Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Indien een consument zonder advies een aanvullend krediet wil afsluiten, dient de aanbieder ter beoordeling van de passendheid van de financiële dienst de kennis- en ervaring van de consument vast te stellen. De hypotheekaanbieder kan op die manier beoordelen of de consument over voldoende kennis en ervaring beschikt om te begrijpen welke risico’s zijn verbonden aan het desbetreffende financieel product en het afsluiten van een financieel product zonder advies. De kennis- en ervaringstoets komt te vervallen in het geval dat een consument zonder advies een aanvullend hypothecair krediet wil afsluiten voor financiering van energiebesparende voorzieningen (bijvoorbeeld: vloerisolatie, gevelisolatie en hoogrendementbeglazing (tenminste HR++)) in een woning. Uitgangspunt is dat onder de energiebesparende voorzieningen alleen de voorzieningen zijn opgenomen waarvan de energiebesparing minimaal gelijk is aan de kosten van de investering als die met hypothecair krediet wordt gefinancierd. De energiebesparende voorziening dient derhalve binnen 30 jaar te worden terugverdiend. Echter de meeste energiebesparende voorzieningen kunnen al binnen 10 à 15 jaar worden terugverdiend.1 Hierdoor zal het financiële risico voor de consument beperkt zijn. De kennis- en ervaringstoets vervalt alleen voor aanvullend hypothecair krediet van maximaal € 25.000 dat aantoonbaar wordt besteed aan energiebesparende voorzieningen. Daarnaast dient het aanvullend hypothecair krediet te worden afgesloten binnen vijf jaar na afsluiten van het hypothecair krediet dat reeds op de woning is gevestigd en bovendien bij dezelfde aanbieder. De betaalbaarheid van het aanvullend hypothecair krediet wordt gewaarborgd doordat de aanbieder van het hypothecair krediet altijd aan de hand van de kredietwaardigheidstoets dient te beoordelen of een krediet verantwoord is voor de consument.
Het vervallen van de kennis- en ervaringstoets brengt een daling van de regeldrukkosten met zich mee voor aanbieders van aanvullend hypothecair krediet van maximaal € 25.000 voor energiebesparende voorzieningen in een woning via «execution only». Aan de consument hoeven geen vragen meer te worden gesteld over zijn kennis en ervaring. Bij de introductie van de kennis- en ervaringstoets is aangegeven dat de eenmalige nalevingskosten per financiëledienstverlener € 6.510 (105 * € 62) bedragen. Dit zijn kosten die een financiëledienstverlener niet hoeft te maken indien aanvullend hypothecair krediet wordt aangeboden via «execution only». Ook voor consumenten worden de kosten voor het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet voor verduurzaming via «execution only» lager, omdat zij geen advieskosten hoeven te betalen en geen vragen over kennis en ervaring hoeven te beantwoorden als zij hun hypotheek willen verhogen voor verduurzaming van de woning.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft met betrekking tot het vervallen van de kennis- en ervaringstoets advies uitgebracht. Het Adviescollege heeft geen opmerkingen bij nut en noodzaak van het vervallen van de kennis-en ervaringstoets bij aanvullend krediet voor energiebesparing. Daarnaast merkt het college op dat het vervallen van de verplichte kennis- en ervaringstoets een minder belastend alternatief is ten opzichte van de huidige eis. Het Adviescollege ziet geen mogelijkheden voor een minder belastend alternatief. De wijziging geeft het college geen aanleiding tot het maken van opmerkingen over de werkbaarheid.
Deze wijziging van het BGfo maakte aanvankelijk deel uit van het Wijzigingsbesluit financiële markten 2021. Dat laatste besluit is geconsulteerd van 1 juli 2020 tot en met 13 augustus 2020.2 Na afloop van de internetconsultatie van dat besluit is besloten om onderhavige wijziging in een apart besluit op te nemen. Onderliggende reden is dat het Wijzigingsbesluit financiële markten 2021 vanwege de daarin opgenomen wijziging van een ander artikel uit het BGfo eerst dient te worden voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. Dit zou de inwerkingtreding van onderhavige wijziging vertragen.
Op het schrappen van de kennis- en ervaringstoets zijn consultatiereacties ontvangen van Adfiz, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Commissie Financiële Dienstverlening (CFD), Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners (NVHP), Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Organisatie van Financiële Dienstverleners (OvFD), Stroomversnelling en het Verbond van Verzekeraars. Alle partijen (met uitzondering van de NVB) vinden het vervallen van de kennis- en ervaringstoets niet in het belang van de consument. Zij pleiten voor het handhaven van de kennis- en ervaringstoets voor het afsluiten van een aanvullende hypotheek voor verduurzaming. Hierover kan worden opgemerkt dat de kennis- en ervaringstoets alleen vervalt voor aanvullend hypothecair krediet van maximaal € 25.000 dat daadwerkelijk wordt besteed aan bepaalde energiebesparende voorzieningen (bijvoorbeeld: vloerisolatie, gevelisolatie en hoogrendementbeglazing (tenminste HR++)). Uitgangspunt is dat onder energiebesparende voorzieningen alleen de voorzieningen zijn opgenomen waarvan de energiebesparing minimaal gelijk is aan de kosten van de investering als die met een hypothecair krediet wordt gefinancierd. De terugverdientijd van de energiebesparende voorzieningen die in de lijst zijn opgenomen liggen ruim onder de 30 jaar (veelal kan de investering binnen 10 à 15 jaar worden terugverdiend). Naar aanleiding van de consultatiereacties is toegevoegd dat een kennis- en ervaringstoets uitsluitend achterwege kan blijven indien een aanvullend hypothecair krediet wordt afgesloten binnen vijf jaar na afsluiten van het oorspronkelijke hypothecair krediet waarmee de woning is gefinancierd. Opgemerkt wordt dat door de kredietverstrekker altijd een kredietwaardigheidstoets dient te worden gedaan. Gelet op alle voorwaarden waaronder een kennis- en ervaringstoets achterwege kan blijven, is het schrappen van de kennis- en ervaringstoets voor energiebesparende voorzieningen verantwoord.
Het Verbond van Verzekeraars, Adfiz, OvFD en NVHP pleiten allemaal voor de mogelijkheid om een verkort advies of advies op maat, met mogelijk een aangepast tarief, te geven als het gaat om aanvullende financiering voor verduurzaming. Dit zou volgens deze partijen een goed alternatief zijn voor het schrappen van de kennis- en ervaringstoets. Graag ga ik in overleg met marktpartijen en de AFM om te bezien of een verkort adviestraject voor de financiering van verduurzamingsmogelijkheden mogelijk is. Op deze wijze kunnen de kosten voor advies worden verlaagd en heeft de consument voor het verhogen van het hypothecair krediet niet alleen de keuze om dit te doen via «execution only» of een integraal advies maar kan de consument ook een verkort advies inwinnen.
Adfiz geeft in haar consultatiereactie aan dat de kredietwaardigheidstoets de consument geen inzicht geeft in het belang van het meenemen van de eigen persoonlijke en financiële positie bij het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet. Adfiz wijst erop dat de adviseur de consument juist kan begeleiden bij verduurzaming van de woning en kan adviseren over de financieringsmogelijkheden daarvoor. Ik erken het belang van een goed advies maar indien de consument besluit via «execution only» een krediet af te sluiten en geen advies in te winnen, heeft de consument al gekozen voor een ander distributiekanaal dan advies. Indien de kennis- en ervaringstoets toch wordt geschrapt, stelt Adfiz voor de kennis- en ervaringstoets alleen te schrappen voor kredieten tot € 9.000 ter financiering van de minst risicovolle no-regret maatregelen. Er is echter bewust gekozen voor het maximale bedrag van € 25.000 aangezien de meeste woningeigenaren dan de energiebesparende voorzieningen in het kader van een wijkgerichte aanpak kunnen financieren via een aanvullende hypotheek. Verder vraagt Adfiz zich af waarom de kredietaanbieder mag vertrouwen op de verstrekte informatie. Het uitgangspunt van de Wft is dat de consument verantwoordelijk is voor het verstrekken van de informatie aan de financiëledienstverlener en dat de financiëledienstverlener mag vertrouwen op de door de consument verstrekte informatie. De verantwoordelijkheid ligt bij de consument om de juiste en volledige informatie te verstrekken waar de financiëledienstverlener om vraagt. Overigens is dit niet een nieuw voorschrift maar is dit voorschrift verplaatst naar een nieuw artikel.
De AFM geeft in haar consultatiereactie aan dat zij de mening niet deelt dat de kennis- en ervaringstoets kostenverhogend is voor consumenten. Dit is volgens de AFM niet het geval als het exection only kanaal passend blijkt te zijn voor de consument. Weliswaar zijn in dat geval geen aanvullende kosten verbonden aan het afsluiten van een krediet maar kan het uitvoeren van de kennis- en ervaringstoets wel degelijk een drempel opwerpen voor de consument om een aanvullend krediet voor verduurzaming via execution only af te sluiten. Daarbij kan worden afgevraagd wat de toegevoegde waarde is van een kennis- en ervaringstoets als de consument kort daarvoor (vijf jaar geleden) een hypothecair krediet heeft afgesloten bij de desbetreffende aanbieder. Verder geeft de AFM aan een onderbouwde analyse te missen waarom het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet via execution only risicoloos is voor de consument. Het afsluiten van een financieel product is nooit risicoloos maar in dit geval zijn de risico’s beperkt omdat het aanvullend krediet alleen kan worden afgesloten voor bepaalde energiebesparende voorzieningen die kunnen worden terugverdiend binnen de looptijd van de lening.
CFD geeft aan dat het schrappen van de kennis- en ervaringstoets een verschraling van het integraal advies tot gevolg heeft. Het oversluiten van de hypotheek (inclusief aanvullende hypotheek voor verduurzaming) naar een goedkopere hypotheekaanbieder kan voor consumenten een groter voordeel opleveren. Het schrappen van de kennis- en ervaringstoets staat echter los van de keuze van de consument voor het afsluiten van een hypotheek via «execution only» (zonder advies) of via advies. De consument staat het vrij te kiezen via welk distributiekanaal hij een hypotheek wil verhogen. Een integraal advies via een financieel adviseur blijft mogelijk maar de advieskosten kunnen hoog zijn in verhouding tot het bedrag dat nodig is om de verduurzamingsmaatregelen te financieren.
Voorts geeft NVHP in haar consultatiereactie aan dat het onjuist is om concessies te doen aan het uitgangspunt dat overkreditering dient te worden voorkomen. Er worden geen concessies gedaan aan het uitgangspunt dat overkreditering dient te worden voorkomen. Ook bij het schrappen van de kennis- en ervaringstoets voor de financiering van verduurzamingsmaatregelen dient de kredietaanbieder de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. Er zal derhalve geen aanvullende hypotheek worden afgesloten als de consument dat niet kan betalen op grond van de leennormen. NVHP merkt verder op dat het schrappen van de kennis- en ervaringstoets voor de financiering van energiebesparende voorzieningen arbitrair lijkt en dat het ertoe kan leiden om ook voor andere soortgelijke transacties de bestaande verplichting voor het afnemen van een kennis- en ervaringstoets te laten vervallen. Er is bewust gekozen om de kennis- en ervaringstoets alleen te laten vervallen als het gaat om het verhogen van een hypotheek voor bepaalde energiebesparende voorzieningen. Deze energiebesparende voorzieningen zijn over het algemeen binnen 10 à 15 jaar terug te verdienen, dat wil zeggen dat de energiebesparing minimaal gelijk is aan de kosten van de investering als die met een hypothecair krediet wordt gefinancierd. Het risico voor de consument blijft op deze manier beperkt.
OvFD geeft aan dat de leennormen feitelijk met € 25.000 worden opgerekt. Weliswaar kan via «execution only» zonder kennis- en ervaringstoets € 25.000 worden geleend maar het krediet dient verantwoord te zijn voor de consument. Dus de kredietaanbieder moet op basis van de financiële positie van de consument beoordelen of een krediet verantwoord is. Het schrappen van de kennis- en ervaringstoets is beperkt tot de financiering van bepaalde energiebesparende voorzieningen aangezien daarbij de betalingsrisico’s minimaal zijn. Verder geeft OvFD aan dat advies belangrijk is omdat dan naar meer mogelijkheden wordt gekeken zoals het oversluiten van de hypotheek naar een andere aanbieder met lagere maandlasten. Het klopt dat bij het inwinnen van advies kan worden gekeken of de bestaande hypotheek nog voldoet aan de wensen van de klant en breder kan worden gekeken of niet beter de hypotheek kan worden afgesloten bij een andere aanbieder. Het is inherent aan «execution only» dienstverlening dat de consument zelf besluit om een bepaald product af te sluiten zonder advies. Execution only dienstverlening wordt aangeboden door de aanbieder van een product. Een consument die advies wil, kan altijd naar een adviseur gaan. Die kan breder adviseren en alle producten voor de consument met elkaar vergelijken. Verder geeft OvFD aan dat de kennis- en ervaringstoets geen drempel is en dat zelfs indien de consument de toets niet haalt, de consument het product kan afsluiten. De kennis- en ervaringstoets kan wel degelijk een drempel zijn voor de consument. Voordat een product wordt afgesloten moet de consument eerst veel vragen beantwoorden.
OvFD geeft aan dat het voorstel om de kennis- en ervaringstoets te schrappen de marktwerking beperkt. De kennis- en ervaringstoets wordt geschrapt voor het afsluiten van een aanvullend krediet bij dezelfde aanbieder die het eerste hypothecair krediet heeft gevestigd. Indien het krediet wordt afgesloten bij een andere kredietaanbieder moet wel een kennis- en ervaringstoets worden gedaan. Echter indien de consument een aanvullend hypothecair krediet wil afsluiten bij een andere aanbieder zal veelal ook de bestaande hypotheek moeten worden overgesloten. In een dergelijk geval zal altijd een kennis- en ervaringstoets moeten worden gedaan als het hypothecair krediet via «execution only» wordt afgesloten.
Indien het voorstel om de kennis- en ervaringstoets te laten vervallen in stand blijft, pleit OvFD voor een verplichte waarschuwing indien de consument zonder advies een aanvullend krediet afsluit. De waarschuwing dient duidelijk te maken dat geen advies wordt verstrekt en de consument financiële risico’s loopt. Uit onderzoek van de AFM3 is gebleken dat de waarschuwing «Let op! Geld lenen, kost geld» geen invloed had op de houding en keuze van consumenten die een krediet gaan afsluiten. Vanwege de beperkte invloed van waarschuwingszinnen op het gedrag van consumenten wordt afgezien van het verplicht stellen van een waarschuwingszin.
Stroomversnelling geeft aan dat er niet is gekeken naar de energiebesparing en waardeverhoging van de woning. Die elementen zijn weliswaar van belang in de bredere discussie over de betaalbaarheid van de energietransitie in de gebouwde omgeving, maar vallen buiten het bestek van onderhavig wijzigingsbesluit. Stroomversnelling geeft voorts aan dat prestatie-niveaus zouden moeten worden opgenomen in plaats van een lijst met energiebesparende voorzieningen. De lijst met energiebesparende voorzieningen is in de praktijk goed werkbaar en kunnen bovendien al binnen 10 à 15 jaar worden terugverdiend. Het is niet wenselijk om via financiële regelgeving te sturen op het realiseren van een bepaalde minimale energieprestatie van woningen.
Het Verbond van Verzekeraars vraagt zich af of de consument zich wel bewust is van de risico’s van het afsluiten van een hypothecair krediet via «execution only» en of de klant de risico’s kan vertalen naar zijn eigen situatie. Indien een hypotheek wordt afgesloten voor de financiering van energiebesparende voorzieningen zijn de risico’s beperkt. Bovendien is het alleen mogelijk om een aanvullend hypothecair krediet af te sluiten voor de financiering van bepaalde energiebesparende voorzieningen als bedoeld in artikel 80e, derde lid, BGfo. Verder stelt het Verbond van Verzekeraars voor om de hoogte van het aanvullend krediet te maximeren op een bepaald percentage van WOZ-waarde of de huidige hypotheek en niet te maximeren op een absoluut bedrag. Het bedrag van € 25.000 is gekozen omdat dit bedrag veelal voldoende is om energiebesparende voorzieningen te treffen bijvoorbeeld in het kader van een wijkgerichte aanpak of indien een consument energiebesparende voorzieningen wil treffen in een woning (in eigendom van een consument) die een bouwkundig geheel vormt met woningen in eigendom van een woningcorporatie en de woningcorporatie besluit om alle woningen in een blok of straat die een bouwkundig geheel vormen te verduurzamen. Het bedrag van € 25.000 komt neer op minder dan 7,5% van de gemiddelde waarde van een woning (€ 337.000 (bron Kadaster juli 2020). Het risico voor consumenten is derhalve beperkt vooral gelet op het feit dat uitsluitend met name genoemde energiebesparende voorzieningen kunnen worden gefinancierd.
Artikel 80e is gebaseerd op artikel 4:24, zesde lid, Wft. Het huidige tweede tot en met zevende lid van artikel 80e zijn opgenomen in het nieuwe artikel 80f. Financiëledienstverleners die via het «execution only» kanaal (zonder te adviseren) financiële diensten verlenen, dienen ter beoordeling van de passendheid voorafgaand aan de dienstverlening vast te stellen of de consument over voldoende kennis en ervaring beschikt om te begrijpen welke risico’s zijn verbonden aan het desbetreffende financieel product en het afnemen van financiële diensten via het «execution only» kanaal (artikel 80e, eerste lid). Op grond van artikel 80e, tweede lid, hoeft een aanbieder van hypothecair krediet de kennis- en ervaring van een klant niet te beoordelen indien een consument een hypothecair krediet wil afsluiten via een execution only kanaal om zijn woning te verduurzamen. Het aanvullend hypothecair krediet kan zowel een verhoging van de bestaande hypotheek betreffen (indien de notariële inschrijving hoger is dan het hypotheekbedrag) als het afsluiten van een tweede hypothecair krediet maar het krediet dient wel te worden afgesloten bij de aanbieder die het hypothecair krediet heeft afgesloten dat reeds op de woning is gevestigd. Bovendien dient de consument het aanvullend hypothecair krediet aan te vragen binnen vijf jaar na afsluiten van het oorspronkelijke hypothecair krediet waarmee de woning is gefinancierd. Het maakt niet uit of dit hypothecair krediet is afgesloten met advies of via execution only. Het moet daarnaast gaan om de financiering van bepaalde energiebesparende voorzieningen (zie het derde lid). Het bedrag dient wel daadwerkelijk te worden besteed aan energiebesparende voorzieningen. Dit kan bijvoorbeeld worden aangetoond via offertes en het overleggen van rekeningen van een aannemer. Verder mag de aanvullende hypotheek maximaal € 25.000 bedragen en dient het aanvullend hypothecair krediet te worden afgesloten binnen vijf jaar na afsluiten van het oorspronkelijke hypothecair krediet waarmee de woning is gefinancierd. Het blijft van belang dat de aanbieder van hypothecair krediet de consument informeert over de voorwaarden en financiële risico’s van het hypothecair krediet. Tevens moet het voor de consument duidelijk zijn dat hij zonder advies een hypotheek afsluit.
Het tweede tot en met zevende lid van artikel 80e is opgenomen in artikel 80f. Op grond van artikel 4:24, tweede lid en zesde lid, Wft dient een financiëledienstverlener de consument of cliënt te waarschuwen indien uit de ingewonnen informatie over de kennis en ervaring van de consument of cliënt met de financiële dienst of het desbetreffende product blijkt dat de financiële dienst niet passend is. Deze waarschuwing kan middels een gestandaardiseerde mededeling geschieden. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid dat de financiëledienstverlener (aanbieder, bemiddelaar of gevolmachtigde agent) de consument of cliënt dient te waarschuwen als op grond van de verkregen informatie van de consument of cliënt wordt vastgesteld dat de consument of cliënt over onvoldoende kennis en ervaring beschikt. Het gaat om onvoldoende kennis en ervaring in relatie tot de aard en omvang van de financiële dienst of de complexiteit en risico’s van het desbetreffende financieel product. De consument of cliënt dient dan te worden gewaarschuwd dat het raadzaam is om voorafgaand aan het afnemen van het desbetreffende financieel product advies in te winnen. Verder bepaalt het derde lid dat financiëledienstverleners mogen vertrouwen op de informatie die door de consument of cliënt wordt verstrekt, tenzij de financiële dienstverlener weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de informatie gedateerd, onnauwkeurig of onvolledig is. Het vierde lid bepaalt dat indien meerdere financiëledienstverleners betrokken zijn bij de financiële dienstverlening aan de consument of cliënt, het inwinnen van de informatie dan geschiedt door de financiële dienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de («execution only») financiële dienst. Indien de consument of cliënt het financieel product zonder advies via een bemiddelaar afneemt, zal de bemiddelaar de kennis en ervaring van de consument of cliënt dienen vast te stellen. Hij is dan immers degene die het aanspreekpunt is voor de consument of cliënt. In het vijfde lid is aangegeven dat indien sprake is van een financiële dienst in combinatie met een andere financiële dienst of financieel product de financiële dienstverlener bij «execution only» dienstverlening dient te beoordelen of de gecombineerde dienstverlening of de combinatie van de financiële dienst met het financieel product passend is voor de cliënt. Op grond van het zesde lid kan de AFM nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de kennis en ervaring wordt ingewonnen van de consument of cliënt en kan zij nadere regels stellen ten aanzien van de formulering van de waarschuwing dat het raadzaam is dat de consument of cliënt advies inwint.
In artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector is een opsomming opgenomen van artikelen uit de Wft en daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en daarbij behorende boetecategorieën. Het huidige artikel 80e, tweede tot en met zevende lid, wordt opgenomen in het nieuwe artikel 80f. De boetecategorieën bij de relevante artikelleden zijn hetzelfde gebleven.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2021. Het kabinet hecht aan een snelle inwerkingtreding vanwege de afspraken die rond financiering en ontzorging zijn gemaakt in het Klimaatakkoord.4 In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de drempels voor het verhogen van de hypotheek worden verlaagd. Het schrappen van de verplichte kennis- en ervaringstoets voor het afsluiten van een aanvullend hypothecair krediet voor bepaalde energiebesparende voorzieningen via «execution only» kan de drempel voor het verhogen van een hypotheek verlagen.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-129.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.