Besluit van 4 maart 2021 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s en enkele verordeningen met betrekking tot duurzaamheid (Besluit ter uitvoering van diverse EU-verordeningen inzake grensoverschrijdende distributie en duurzaamheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 16 december 2020, 2020-0000240136, directie Financiële Markten;

Gelet op Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014 (PbEU 2019, L 188), Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PbEU 2019, L 317), Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PbEU 2020, L 198) en de artikelen 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, 1:79, eerste lid, aanhef en onderdeel b, 1:80, aanhef en onderdeel b, en 1:81, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 februari 2021, nr. W06.20.0506/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 4 maart 2021, 2021-0000041985, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, de volgende definities toegevoegd:

verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s):

Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014 (PbEU 2019, L 188);

verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid):

Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PbEU 2019, L 317);

verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen):

Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PbEU 2020, L 198).

B

Aan artikel 2, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • z. voor verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s): de Autoriteit Financiële Markten;

  • aa. voor verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid): de Autoriteit Financiële Markten;

  • ab. voor verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen): de Autoriteit Financiële Markten.

C

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen onder «Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)» wordt in de numerieke volgorde «artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid» ingevoegd.

2. In de opsomming van artikelen onder «Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)» wordt in de numerieke volgorde «artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid» ingevoegd.

3. Er worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

Verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s)

artikel 4, eerste tot en met vierde lid

 
Verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid)

artikel 3, eerste en tweede lid

 

artikel 4, eerste tot en met vijfde lid

 

artikel 5, eerste en tweede lid

 

artikel 6, eerste tot en met derde lid

 

artikel 7, eerste en tweede lid

 

artikel 8, eerste en tweede lid, tweede lid bis

 

artikel 9, eerste tot en met vierde lid, vierde lid bis

 

artikel 10, eerste lid

 

artikel 11, eerste en tweede lid

 

artikel 12, eerste lid

 

artikel 13, eerste lid

 

artikel 15, eerste en tweede lid

 
Verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen)

artikel 5

 

artikel 6

 

artikel 7

 

D

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen onder «Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)» worden in de numerieke volgorde de volgende artikelen met bijbehorende boetecategorieën ingevoegd:

artikel 4bis, eerste, derde en vijfde lid

3

artikel 4bis, vierde lid

2

artikel 4bis, zesde lid

1

2. In de opsomming van artikelen onder «Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)» worden in de numerieke volgorde de volgende artikelen met bijbehorende boetecategorieën ingevoegd:

artikel 4bis, eerste, derde en vijfde lid

3

artikel 4bis, vierde lid

2

artikel 4bis, zesde lid

1

3. Er worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

Verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s)

Artikel

Boetecategorie

artikel 4, eerste tot en met vierde lid

2

Verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid)

Artikelen

Boetecategorie

artikel 3, eerste en tweede lid

2

artikel 4, eerste tot en met vijfde lid

2

artikel 5, eerste en tweede lid

2

artikel 6, eerste tot en met derde lid

2

artikel 7, eerste en tweede lid

2

artikel 8, eerste en tweede lid, tweede lid bis

2

artikel 9, eerste tot en met vierde lid, vierde lid bis

2

artikel 10, eerste lid

2

artikel 11, eerste en tweede lid

2

artikel 12, eerste lid

2

artikel 13, eerste lid

2

artikel 15, eerste en tweede lid

2

Verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen)

artikel 5

2

artikel 6

2

artikel 7

2

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL III

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ter uitvoering van diverse EU-verordeningen inzake grensoverschrijdende distributie en duurzaamheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 maart 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de twaalfde maart 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

§ 1. Algemeen

Door middel van dit besluit wordt uitvoering gegeven aan drie verordeningen. Het betreft de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s1, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid2 en de verordening kader duurzame beleggingen.3 Aan deze verordeningen wordt gezamenlijk uitvoering gegeven middels onderhavig uitvoeringsbesluit. De genoemde verordeningen omvatten alle drie verplichtingen inzake informatieverstrekking aan beleggers. Daarnaast vormt de verordening kader duurzame beleggingen op onderdelen een aanvulling op de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid.4

In paragraaf 2 wordt stilgestaan bij de inhoud van voornoemde verordeningen. Vervolgens wordt kort stilgestaan bij de inhoud van dit besluit (paragraaf 3), alsmede bij de gevolgen van dit besluit voor het bedrijfsleven (paragraaf 4) en de ontvangen consultatiereacties (paragraaf 5). In paragraaf 6 van het algemeen deel van deze nota van toelichting zijn transponeringstabellen toegevoegd met betrekking tot de afzonderlijke verordeningen.

§ 2. De verordeningen

2.1. Verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s

De verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s beoogt belemmeringen met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie en toegang van beleggingsinstellingen, icbe’s, Europese durfkapitaalfondsen en Europese sociaalondernemerschapsfondsen te verminderen. Daartoe zijn onder meer regels opgenomen over publicitaire mededelingen gericht tot beleggers en regels gericht tot de toezichthouders over bijvoorbeeld de publicatie van de kosten van het toezicht op beleggingsinstellingen en icbe’s die grensoverschrijdend worden aangeboden.

2.2. Verordening informatieverstrekking over duurzaamheid

De verordening informatieverstrekking over duurzaamheid is erop gericht dat beleggers makkelijker beleggingsproducten uit verschillende lidstaten met elkaar kunnen vergelijken op het punt van ecologische, sociale en governancerisico’s en duurzaamheidsdoelstellingen. In de verordening is bijvoorbeeld aangegeven dat in de precontractuele informatie met betrekking tot beleggingsproducten (bijvoorbeeld in de essentiële beleggersinformatie) dient te worden opgenomen in hoeverre bij beleggingsbeslissingen rekening wordt gehouden met klimaatrisico’s en de impact van klimaatrisico’s op het rendement van het beleggingsproduct. Tevens schrijft de verordening voor welke informatie dient te worden opgenomen in de precontractuele informatie indien een product een milieudoelstelling heeft (of duurzaamheid promoot). Daarnaast is in de verordening opgenomen welke informatie financiële ondernemingen die beleggingsproducten aanbieden of daarover adviseren (o.a. een beheerder van een beleggingsinstelling of icbe of een bank die vermogensbeheer verleent) op hun website dienen te publiceren. Het gaat dan bijvoorbeeld over het beleid inzake de integratie van duurzaamheidsrisico’s in hun beleggingsbeslissingsprocedure.

2.3. Verordening kader duurzame beleggingen

De verordening kader duurzame beleggingen vindt zijn oorsprong in het Actieplan «duurzame groei financieren» van de Europese Commissie van 8 maart 2018. Een van de doelstellingen van dit actieplan is het richten van kapitaalstromen op duurzame beleggingen, teneinde duurzame en inclusieve groei te genereren. Een belangrijke randvoorwaarde daarvoor is de totstandkoming van een uniform classificatiesysteem voor duurzame activiteiten. Daarin voorziet de verordening kader duurzame beleggingen. Deze verordening bestaat uit zes milieudoelstellingen, waarvoor uniforme criteria worden vastgesteld aan de hand waarvan kan worden bepaald of economische activiteiten substantieel aan een milieudoelstelling bijdragen. Ook wordt bepaald aan welke minimale ecologische en sociale randvoorwaarden een economische activiteit dient te voldoen om als duurzame activiteit geclassificeerd te kunnen worden. Gelet op de specifieke technische details die nodig zijn om het milieu effect van een economische activiteit te beoordelen en het snel veranderende karakter van wetenschap en technologie, moet aanpassing van deze criteria regelmatig kunnen plaatsvinden. Om die reden zullen deze criteria, op grond van de verordening, in meer detail worden uitgewerkt door de Europese Commissie. Dit zal gebeuren in de vorm van technische screeningcriteria, op basis van technische input van het op te richten Platform voor Duurzame Financiering. Het Platform voor Duurzame Financiering zal bestaan uit deskundigen die afkomstig zijn uit zowel de publieke, als private sector.

De verordening kader duurzame beleggingen voorziet verder in een verplichting voor financiëlemarktdeelnemers5 om in de precontractuele informatie en periodieke verslagen, bedoeld in de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid, ook informatie te verschaffen over de vraag hoe en in welke mate zij de criteria uit de verordening kader duurzame beleggingen gebruiken om de ecologische duurzaamheid van hun beleggingen te bepalen. Indien een financiëlemarktdeelnemer geen rekening houdt met de criteria voor ecologisch duurzame beleggingen, moet zij eveneens een daartoe strekkende verklaring opnemen. Deze informatieverplichtingen vormen derhalve een aanvulling op de informatie die op grond van de verordening informatieverstrekking duurzame beleggingen verstrekt moet worden.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat organisaties van openbaar belang, die op grond van de richtlijn jaarrekeningen6 verplicht zijn niet-financiële informatie openbaar te maken in het (geconsolideerde) bestuursverslag, ook verplicht zijn om in de rapportage over niet-financiële informatie een verklaring op te nemen waaruit volgt op welke wijze hun activiteiten verband houden met ecologisch duurzame activiteiten. Dit volgt uit artikel 8 van de verordening. Op deze wijze worden beleggers in staat gesteld de ecologische duurzaamheid van een belegging in één van deze organisaties te bepalen. Omdat het bestuursverslag onderdeel uitmaakt van het jaarrekeningenrecht, valt deze verplichting niet onder het toezicht uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en komt deze verplichting niet terug in het onderhavige besluit.

§ 3. Hoofdpunten van het besluit

Dit besluit wijzigt het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten. De wijzigingen van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten hebben tot doel de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan te wijzen als bevoegde autoriteit voor wat betreft de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid en de verordening kader duurzame beleggingen. Als gevolg hiervan kan de AFM handhavend optreden indien artikelen van deze verordeningen worden overtreden. In dit kader wordt in de bijlagen van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten bepaald voor welke artikelen uit bovengenoemde verordeningen de AFM bij overtreding daarvan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete kan opleggen.

§ 4. Gevolgen voor het bedrijfsleven

Voor zover er regeldrukeffecten voortvloeien uit de verplichtingen in de hiervoor omschreven verordeningen geldt dat deze rechtstreeks volgen uit de genoemde verordeningen. Het onderhavige besluit is hierop niet van invloed. Dit besluit zelf brengt geen regeldrukeffecten met zich.

§ 5. Consultatie

Het concept-besluit is geconsulteerd van 20 augustus tot en met 1 oktober 2020. Er zijn geen consultatiereacties ontvangen. Het concept-besluit is voorgelegd aan de AFM en DNB maar heeft niet geleid tot wezenlijke wijzigingen.

§ 6. Transponeringstabellen

Transponeringstabel behorende bij de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s

Artikel, lid of onderdeel van de Verordening

Uit te voeren in

Bijzonderheden

Artikelen 1 tot en met 13

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking

 

Artikel 14, eerste lid

Artikel 1:25, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht in samenhang met artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten

De handhavings- en onderzoeksbevoegdheden volgen reeds uit de artikelen 1:74, 1:75, 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, en 1:81 van de Wet op het financieel toezicht jo. hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 14, tweede lid

Artikelen 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, 1:81 van de Wet op het financieel toezicht in samenhang met de artikelen 4 en 5 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten.

 

Artikelen 15 tot en met 19

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking

 

Transponeringstabel behorende bij de verordening informatieverschaffing over duurzaamheid

Artikel, lid of onderdeel van de Verordening

Uit te voeren in

Bijzonderheden

Artikelen 1 tot en met 13

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking.

 

Artikel 14, eerste lid

Artikel 1:25, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht in samenhang met artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten.

De handhavingsbevoegdheden volgen reeds uit de artikelen 1:74, 1:75, 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, en 1:81 van de Wet op het financieel toezicht jo. hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikelen 14, tweede lid, en 15 tot en met 20

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking.

Er wordt geen gebruik gemaakt van de lidstaatopties zoals opgenomen in de artikelen 16, eerste lid, en 17, tweede lid.

Transponeringstabel behorende bij de verordening kader duurzame beleggingen

Artikel, lid of onderdeel van de verordening

Uit te voeren in

Bijzonderheden

Artikel 1 tot en met 20

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking

 

Artikel 21, eerste lid

Artikel 1:25, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht in samenhang met artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten

Volgt voor het overige reeds uit artikel 1:74 van de Wet op het financieel toezicht en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 21, tweede lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering, heeft rechtstreekse werking

 

Artikel 22

Artikel 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, en 1:81 van de Wet op het financieel toezicht in samenhang met artikel 4 en 5 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten

 

Artikel 23 tot en met 27

Behoeven naar hun aard geen uitvoering, hebben rechtstreekse werking

 

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Aan artikel 1 zijn de definities van verordening (EU) nr. 2019/1156 (grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s), verordening (EU) nr. 2019/2088 (informatieverstrekking over duurzaamheid) en de verordening (EU) nr. 2020/852 (kader duurzame beleggingen) toegevoegd.

B

In artikel 2 wordt de AFM aangewezen als de toezichthouder die is belast met de uitvoering en handhaving van de gestelde regels in de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid en de verordening kader duurzame beleggingen. In laatstgenoemde verordening is bepaald dat de autoriteit die toeziet op de naleving van deze verordening dezelfde moet zijn als de toezichthoudende autoriteit die op grond van de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid is aangewezen door de lidstaten.7 Dat ligt ook voor de hand, nu de verplichtingen die voor financiëlemarktdeelnemers voortvloeien uit de verordening kader duurzame beleggingen in feite een aanvulling zijn op de informatieverplichtingen die volgen uit de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid.

C

Aan bijlage 1 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten zijn artikelen uit de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid en de verordening kader duurzame beleggingen toegevoegd. Het betreft de artikelen uit de genoemde verordeningen waaruit verplichtingen voortvloeien, ten aanzien waarvan de AFM toezicht houdt op de naleving daarvan. Hierdoor kan de AFM bij overtreding van die artikelen een last onder dwangsom opleggen. De artikelen 15 en 16 van de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s voegen een artikel 4bis toe aan zowel de verordening durfkapitaalfondsen, als de verordening sociaal ondernemerschapsfondsen. In bijlage 1 is in de opsomming van artikelen onder de Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen) en Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen) artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid, toegevoegd, zodat de AFM een last onder dwangsom kan opleggen indien artikel 4bis, eerste en derde tot en met zesde lid, wordt overtreden.

D

Dit onderdeel voegt artikelen uit de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid en de verordening kader duurzame beleggingen toe aan bijlage 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten. Hierdoor kan de AFM bij overtreding van die artikelen een bestuurlijke boete opleggen. Ook hier is relevant dat de artikelen 15 en 16 van de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s een nieuw artikel 4bis toevoegen aan zowel de verordening durfkapitaalfondsen, als de verordening sociaal ondernemerschapsfondsen. Om die reden is ook in bijlage 2 in de opsomming van artikelen onder de Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen) en Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen) artikel 4bis, eerste, derde tot en met zesde lid, toegevoegd zodat de AFM bij overtreding ook een bestuurlijke boete kan opleggen. Bij het vaststellen van de boetecategorie voor een overtreding van een artikel uit de bovengenoemde verordeningen is in eerste instantie gekeken naar de boetecategorie die voor een vergelijkbare overtreding van een artikel in de Wft of een op de Wft gebaseerde algemene maatregel van bestuur geldt. Voor zover er geen vergelijkbare overtreding is, is de boetecategorie bepaald aan de hand van de categorie die geldt voor overtredingen van een vergelijkbare ernst of orde.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s is in werking getreden op 10 juli 2019, de verordening informatieverstrekking over duurzaamheid op 17 december 2019 en de verordening kader duurzame beleggingen op 8 juli 2020. Deze (formele) inwerkingtreding van de verordeningen moet worden onderscheiden van de tijdstippen waarop de diverse verplichtingen uit de verordeningen ook materieel gaan gelden voor de onder een verordening vallende marktpartijen: de datum (of data) waarop een verordening «van toepassing» wordt.

Voor bepalingen waarin is voorgeschreven dat de lidstaten dienen te voorzien in toezicht en handhaving wordt in EU-verordeningen doorgaans geen specifieke toepassingsdatum opgenomen. Dergelijke bepalingen gelden in beginsel reeds vanaf de inwerkingtreding van een verordening. Met het oog hierop is ervoor gekozen om dit besluit meteen na publicatie in werking te laten treden. Overwogen is om daarbij een uitzondering te maken voor de in artikel I, onderdelen C en D, opgenomen wijzigingen van de bijlagen bij het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten en om de diverse door middel van een last onder dwangsom of bestuurlijke boete te handhaven voorschriften pas in de bijlagen op te nemen wanneer die voorschriften ook materieel van toepassing worden. Dit zou er echter toe leiden dat de bijlagen voortdurend op kleine punten gewijzigd worden, wat het er voor de gebruiker niet overzichtelijker op maakt. Beter is het om de bijlagen nu gewoon in één keer te wijzigen, zodat de gebruiker meteen een volledig overzicht heeft van de wijze waarop de materiële verplichtingen uit de verordeningen, zodra zij van toepassing zijn geworden, kunnen worden gehandhaafd. Daarbij is van belang dat het alvast opnemen in de bijlagen van een voorschrift dat nog niet geldt, uiteraard niet betekent dat al handhavend zou kunnen worden opgetreden. Dat is pas mogelijk nadat een voorschrift van toepassing is geworden. Tot die tijd is immers geen sprake van een overtreding van dat voorschrift en is dus ook de voorwaarde om tot handhaving over te kunnen gaan niet vervuld.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Verordening (EU) 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014 (PbEU 2019, L 188).

X Noot
2

Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PbEU 2019, L 317).

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PbEU 2020, L 198).

X Noot
4

De verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s is in werking getreden op 10 juli 2019 en van toepassing sinds 1 augustus 2019, met uitzondering van artikel 4, eerste tot en met vijfde lid, artikel 5, eerste en tweede lid, en de artikelen 15 en 16 die van toepassing worden op 2 augustus 2021. De verordening informatieverstrekking over duurzaamheid is in werking getreden op 17 december 2019 en van toepassing vanaf 10 maart 2021. De artikelen 4 tot en met 7 en 8, eerste tot en met derde lid, van de verordening kader ter bevordering van duurzame beleggingen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2022 of 1 januari 2023, afhankelijk van de betrokken milieudoelstellingen. De overige bepalingen van laatstgenoemde verordening zijn van toepassing sinds 8 juli 2020.

X Noot
5

Een verzekeraar die een verzekeringsgerelateerd beleggingsproduct aanbiedt, een beleggingsonderneming die de beleggingsdienst vermogensbeheer verleent, een premiepensioeninstelling, een ontwikkelaar van een pensioenproduct, een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen, een aanbieder van een pan-Europees pensioenproduct (PEPP), een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) of een bank die vermogensbeheer verleent.

X Noot
6

Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182).

X Noot
7

Artikel 21 van de verordening kader duurzame beleggingen.

Naar boven