Besluit van 19 februari 2021 tot wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 in verband met herstel van een wijziging van de procentuele verdeling van de kosten van de AFM

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 14 januari 2021, 2021-0000005212, directie Financiële Markten, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 15, vierde lid, van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 januari 2021, nr. W06.21.0010/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 16 februari 2021, 2021-0000029198, directie Financiële Markten, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Bijlage 1, onderdeel A, van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 komt te luiden:

A. Toezichtcategorieën en procentuele verdeling

Toezichtcategorie

Percentage (in %)

Aanbieders van krediet

4,7

Accountantsorganisaties

12,6

Adviseurs en bemiddelaars

14,2

Afwikkelondernemingen, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen

0,1

Banken en clearinginstellingen

19,7

Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede bewaarders alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten van een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit)

17,3

Beleggingsondernemingen voor eigen rekening

1,5

Centrale effectenbewaarinstellingen

0,4

Centrale tegenpartijen

0,3

Effectenuitgevende instellingen: markt

7,5

Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving

4,5

Financiële infrastructuur: marktexploitanten, exploitanten van een MTF, OTF of een georganiseerde handelsfaciliteit, datarapporteringsdienstverleners, beheerders van benchmarks en securitisatiepartijen

3,7

Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen

3,5

Verzekeraars: leven en pensioen

7,3

Verzekeraars: schade niet zijnde zorg

2,3

Verzekeraars: zorg

0,4

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 februari 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de vierde maart 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Op 24 november 2020 is in het Staatsblad een wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 gepubliceerd.1 Met die wijziging is de procentuele verdeling van de kosten van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aangepast. Deze wijziging bevatte echter niet de correcte nieuwe percentages voor de verschillende toezichtcategorieën. De juiste percentages waren wel eerder geconsulteerd op 10 juni 2020.2 Bij de redactie van het ontwerpbesluit zijn na de openbare consultatie per abuis de voorlopige percentages uit een eerder ambtelijk concept opgenomen.

Met onderhavig besluit wordt dit hersteld. De redenen en toelichting voor de wijziging van de verdeling verschillen niet ten opzichte van hetgeen was opgenomen in de nota van toelichting bij de wijziging die op 24 november 2020 is gepubliceerd. Zoals daar ook al vermeld houdt de wijziging van de percentages verband met het feit dat de AFM vanaf 2021 geen incidentele kosten vanwege de Brexit meer heeft en er sprake is van een gedeeltelijke herverdeling van de marktmisbruikkosten. Dit heeft tot gevolg dat de AFM vanaf 2021 voor de categorie financiële infrastructuur aanzienlijk lagere kosten maakt, hetgeen ook vertaald moet worden in de verdeling van de kosten aan de instellingen.

De nieuwe verdeling van de toezichtkosten moet ingaan vanaf 1 januari 2021. De wijziging die op 24 november 2020 is gepubliceerd voorzag dan ook in inwerkingtreding op 1 januari 2021. Om de onjuiste verdeling te herstellen is in onderhavig besluit voorzien in directe inwerkingtreding en terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Daarbij is mede van belang dat de juiste verdeling al eerder aan de sector bekend was gemaakt door middel van de consultatie in juni 2020.

Een ontwerp van dit besluit is op 8 december 2020 in het kader van voorhang aan beide Kamers der Staten-Generaal gezonden. De Kamers hebben geen vragen gesteld over het ontwerp.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven