Wet van 10 februari 2021 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met het invoeren van een opt-in-systeem voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van eindgebruikers van elektronische communicatiediensten, het verzenden van communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen slechts toe te staan indien deze natuurlijke persoon de verzender daarvoor voorafgaand toestemming heeft gegeven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

[Vervallen]

B

Aan artikel 11.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Dit artikel is van toepassing op abonnees die natuurlijke personen zijn.

C

Artikel 11.7 komt te luiden:

Artikel 11.7

  • 1. Het gebruik van automatische oproep- en communicatiesystemen zonder menselijke tussenkomst, faxen en elektronische berichten voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden is verboden, tenzij de verzender kan aantonen dat de desbetreffende eindgebruiker daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het gebruik van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen. Bij het gebruik van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen voor het met toestemming overbrengen van deze ongevraagde communicatie aan natuurlijke personen, geeft de verzender de desbetreffende natuurlijke persoon bij iedere boodschap duidelijk en expliciet de gelegenheid om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van zijn contactgegevens.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid, is geen voorafgaande toestemming vereist voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, indien:

    • a. de verzender gebruik maakt van elektronische contactgegevens die door de desbetreffende eindgebruiker voor het ontvangen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden zijn bestemd en bekendgemaakt en deze worden gebruikt in overeenstemming met de door de eindgebruiker aan de contactgegevens verbonden doeleinden, of

    • b. de desbetreffende eindgebruiker is gevestigd buiten de Europese Economische Ruimte en voldaan wordt aan de in het desbetreffende land geldende voorschriften met betrekking tot het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden.

  • 4. In afwijking van het eerste en tweede lid, kan een verzender die kan aantonen dat hij gebruik maakt van elektronische contactgegevens die hij heeft verkregen van zijn klanten in het kader van de verkoop van een product of dienst, die elektronische contactgegevens gebruiken voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële doeleinden ten behoeve van eigen gelijksoortige producten of diensten, mits de verzender de betreffende eindgebruiker duidelijk en expliciet de gelegenheid heeft geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die elektronische contactgegevens:

    • a. op het ogenblik dat zij worden verzameld, en

    • b. ingeval de abonnee of gebruiker zich bij de verzameling niet tegen het gebruik heeft verzet, bij elke verzonden boodschap.

  • 5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op:

    • a. contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties hebben verkregen in het kader van een schenking aan die ideële of charitatieve organisatie; of

    • b. voor zover sprake is van gebruikmaking van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen, op contactgegevens die ideële of charitatieve organisaties van de eindgebruiker hebben verkregen in het kader van:

      • 1°. vrijwilligerswerk bij die organisatie;

      • 2°. het bijwonen van manifestaties van die organisatie.

  • 6. Op het gebruik van elektronische berichten voor de in het eerste lid bedoelde doeleinden zijn de vereisten van artikel 15e, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing en bedoeld gebruik bevat geen aanmoedigingen informatie op het internet te raadplegen die in strijd is met dat artikel. Bij dat gebruik dienen te allen tijde de volgende gegevens te worden vermeld:

    • a. de werkelijke identiteit van degene namens wie de communicatie wordt overgebracht, en

    • b. een geldig postadres of nummer waaraan de ontvanger een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan richten.

  • 7. Bij het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden met gebruik van een openbare telefoondienst, maakt de verzender geen gebruik van de mogelijkheden tot blokkering, bedoeld in artikel 11.9, eerste lid, onderdeel a.

  • 8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het gebruik van contactgegevens en het bieden van de gelegenheid verzet aan te tekenen tegen dat gebruik, bedoeld in het tweede, vierde en vijfde lid.

  • 9. Bij algemene maatregel van bestuur kan een termijn worden gesteld gedurende welke de contactgegevens, bedoeld in het vierde en vijfde lid, ten hoogste kunnen worden gebruikt voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen met gebruik van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten ongevraagde communicatie en middelen voor het overbrengen van die ongevraagde communicatie.

  • 10. De voordracht voor een krachtens het negende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

D

Artikel 11.8 vervalt.

E

Na artikel 20.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20.7

Artikel 11.7, vierde lid, onderdeel a, is niet van toepassing op contactgegevens die de verzender heeft verzameld vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 februari 2021 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met het invoeren van een opt-in-systeem voor het overbrengen van communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan natuurlijke personen.

F

Het Besluit bel-me-niet-register alsmede de Regeling tarieven bel-me-niet-register 2014 worden ingetrokken.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 10 februari 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de eerste maart 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 421

Naar boven