Wet van 18 december 2019 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 18 december 2019

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de eenentwintigste januari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

39.665.388

39.695.100

1.923.357

         
 

Beleidsartikelen

39.077.560

39.104.699

1.870.837

         

1

Arbeidsmarkt

891.882

891.167

24.000

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

6.975.855

7.002.798

26.020

3

Arbeidsongeschiktheid

3.878

3.878

0

4

Jonggehandicapten

3.386.123

3.386.123

0

5

Werkloosheid

115.743

116.911

0

6

Ziekte en zwangerschap

11.738

11.981

0

7

Kinderopvang

3.461.212

3.461.212

1.597.613

8

Oudedagsvoorziening

25.100

25.100

0

9

Nabestaanden

1.227

1.227

0

10

Tegemoetkoming ouders

6.550.142

6.550.142

222.204

11

Uitvoering

499.637

499.637

0

12

Rijksbijdragen

16.901.655

16.901.655

0

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

253.368

252.868

1.000

         
 

Niet-beleidsartikelen

587.828

590.401

52.520

         

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

372.070

372.070

51.666

98

Algemeen

30.185

32.758

854

99

Onverdeeld

185.573

185.573

0


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 300 XV

Naar boven