Besluit van 8 december 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, met uitzondering van onderdeel E, van het Besluit van 13 december 2019, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (Stb. 2019, 501), de artikelen I, onderdeel B, en II van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84) en de artikelen I, II, onderdelen A en C, III, onderdelen A, C en D, IV en VI van het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels (Stb. 2020, 454)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2020, nr. 2020-0000723383;

Gelet op artikel IV van het Besluit van 13 december 2019, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw, artikel V van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen en artikel VII van het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel I, met uitzondering van onderdeel E, van het Besluit van 13 december 2019, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (Stb. 2019, 501) treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 2

Artikel I, onderdeel B, en artikel II van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84) treden in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 3

De artikelen I, II, onderdelen A en C, III, onderdelen A, C en D, IV en VI van het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels (Stb. 2020, 454) treden in werking met ingang van 1 januari 2021.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 december 2020

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de achttiende december 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In dit besluit is voorzien in de inwerkingtreding van artikel I, met uitzondering van onderdeel E, van het Besluit van 13 december 2019, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (Stb. 2019, 501) (hierna: het BENG-besluit), artikel I, onderdeel B, en artikel II van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84) en de artikelen I, II, onderdelen A en C, III, onderdelen A, C en D, IV en VI van het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels (Stb. 2020, 454).

Met dit besluit is de inwerkingtreding per 1 januari 2021 geregeld van de omzetting van de laatste nog resterende verplichtingen die voortvloeien uit de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PbEU L 153/13), hierna: herziene EPBD. Met deze inwerkingtreding heeft Nederland volledig aan de verplichtingen uit de herziene EPBD voldaan.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met dit artikel wordt geregeld dat artikel I, met uitzondering van onderdeel E, van het BENG-besluit per 1 januari 2021 inwerking treedt. Met artikel I van het BENG-besluit wordt een verdere invulling gegeven aan de verplichtingen die voortvloeien uit de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PbEU L 153/13)). Met voorliggende wijziging van het Bouwbesluit 2012 (hierna ook: Bouwbesluit) geldt de eis om bijna energie-neutrale gebouwen te bouwen voor alle gebruiksfuncties. Deze eisen komen daarmee in de plaats van de eisen aan de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) zoals deze al voor 2003, het moment van invoering van het Bouwbesluit 2003 (de voorloper van het Bouwbesluit 2012) in de bouwregelgeving waren opgenomen. Artikel I, onderdeel E, dat artikel 5.5 van het Bouwbesluit wijzigt, treedt niet in werking; genoemd artikel wordt nogmaals gewijzigd met artikel I, onderdeel B, van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84). Deze tweede wijziging van artikel 5.5 treedt wel in werking.

Artikel 2

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, en artikel II van het Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84) per 1 januari 2021. Artikel I, onderdeel B, wijzigt artikel 5.5 van het Bouwbesluit. Genoemd artikel zoals ook opgenomen in artikel I, onderdeel E, van het BENG-besluit is zo aangepast dat ook rekening wordt gehouden met gebruiksfuncties die op zich moeten voldoen aan de artikelen 5.2 tot en met 5.4, maar waar als gevolg van de specifieke omstandigheden toch sprake is van gebruiksfuncties met een lage energievraag. In artikel II wordt geregeld dat Afdeling 3a. Keuringen van airconditioningsystemen van het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG) wordt ingetrokken, omdat die eisen zijn overgenomen in het Bouwbesluit. De wijziging in artikel 2.1, achtste lid, van het BEG komt voort uit de nieuwe bepalingsmethodiek voor de energieprestatie van gebouwen die op grond van de EPBD, via het BENG-Besluit wordt geïntroduceerd. Artikel II moet gelijktijdig in werking treden met het BENG-besluit vanwege de samenhang met dit besluit.

Artikel 3

Met dit artikel wordt geregeld dat de artikelen I, II, onderdelen A en C, III, onderdelen A, C en D, IV en VI van het Besluit van 4 november 2020 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels in werking treden per 1 januari 2021. Met dit besluit wordt regelgeving in technische zin aangepast vanwege de invoering van de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen (NTA 8800) en de nieuwe indicator voor de energieprestatie uitgedrukt in kWh/m2.jr. De nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen en de nieuwe indicator voor die energieprestatie worden verplicht met de implementatie van de Europese richtlijn 2018/844/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU 156/75).

Verder treden, met de inwerkingtreding van de hier bovengenoemde artikelen en onderdelen van de besluiten, op 1 januari 2021 in werking:

  • De Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 juli 2020, nr. 2020-0000414055, houdende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (Staatscourant 2020, 37764), met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat al eerder in werking is getreden. In artikel II van deze regeling is bepaald dat de regeling met uitzondering van artikel I, onderdeel A, in werking treedt met ingang van het tijdstip waarop artikel I van het BENG-Besluit in werking treedt.

  • De Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 oktober 2020, nr. 2020-0000627317, tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen en enige andere regelingen in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels (Staatscourant 2020, 57490).

    In artikel V van deze regeling is bepaald dat de regeling in werking treedt met ingang van het tijdstip waarop de artikelen I, II, onderdelen A en C, III, onderdelen A, C en D, IV en VI van het Besluit tot wijziging van diverse besluiten in verband met de aanpassing van de methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven