Besluit van 30 oktober 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 3 april 2019 tot wijziging van de Beginselenwetten, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet politiegegevens en enkele andere wetten in verband met het vervoer, het medisch klachtrecht en wijzigingen van technische aard (Stb. 2019, 141)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 oktober 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3056801;

Gelet op artikel VI van de Wet van 3 april 2019 tot wijziging van de Beginselenwetten, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet politiegegevens en enkele andere wetten in verband met het vervoer, het medisch klachtrecht en wijzigingen van technische aard (Stb. 2019, 141);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen I tot en met III en de artikelen IVa tot en met V van de Wet van 3 april 2019 tot wijziging van de Beginselenwetten, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet politiegegevens en enkele andere wetten in verband met het vervoer, het medisch klachtrecht en wijzigingen van technische aard (Stb. 2019, 141) treden in werking met ingang van 1 januari 2021.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 oktober 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de achttiende november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven