Besluit van 4 november 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van de Wet arbeidsmarkt in balans

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 november 2020, nr. 2020-0000128228,

Gelet op artikel XVI van de Wet arbeidsmarkt in balans;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Van de Wet arbeidsmarkt in balans treedt met ingang van 1 januari 2021 in werking het in artikel I, onderdeel K, onder 1, opgenomen eerste lid, onderdeel b, onder 1° en 3°, en vierde lid, van artikel 673e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 november 2020

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de dertiende november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Zoals toegelicht in de Kamerbrief Regelingen compensatie transitievergoeding van 16 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 34 699, nr. 9) is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de voorzitter van de Tweede Kamer meegedeeld dat het niet lukt om voor 1 januari 2021 in overleg met UWV en beroepsverenigingen op het terrein van bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde tot overeenstemming te komen over de wijze waarop wordt beoordeeld of een werkgever als gevolg van ziekte of gebreken niet in staat is om zijn werkzaamheden redelijkerwijs voort te zetten als bedoeld in het nog niet in werking getreden artikel 673e, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Om die reden treedt dit subonderdeel nog niet in werking. De andere onderdelen van artikel 673e, eerste lid, onderdeel b, onder 1° en 3°, treden wel met ingang van 1 januari 2021 in werking. Het gaat hier om compensatie in verband met een betaalde transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging van kleine werkgevers wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd dan wel het overlijden van de werkgever. Deze onderdelen zijn nader uitgewerkt in het Besluit compensatie transitievergoeding bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven