Besluit van 26 oktober 2020, houdende het aanvullen van de naamvoering van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso met de prinselijke titel

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 14 oktober 2020, nr. BS2020019451, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het Regiment Infanterie Johan Willem Friso wordt met ingang van 20 november 2020 voortgezet onder de naam:

REGIMENT INFANTERIE PRINS JOHAN WILLEM FRISO

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 november 2020.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan Onze Adjudant-Generaal, tevens Chef van Ons Militaire Huis.

’s-Gravenhage, 26 oktober 2020

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de twaalfde november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in het aanvullen van de naamvoering van het Regiment Johan Willem Friso met de prinselijke titel.

Het 44 Pantserinfanteriebataljon uit Havelte vormt de kern van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso. Het regiment bestaat onder de huidige naam sinds 1 juli 1950, maar de tradities gaan terug tot 28 oktober 1813. In dat jaar werd het 1e Regiment Infanterie opgericht, dat later is overgegaan op het – hieruit ontstane – 9e Regiment Infanterie. Voor 1950 waren de regimenten van de Koninklijke Landmacht genummerd. Bij de reorganisatie van 1950 kregen de regimenten voor het eerst een naam.

De naamgever, Prins Johan Willem Friso (1687–1711), stadhouder van Friesland en Groningen was – als enig erfgenaam van stadhouder Willem III – sinds 1702 gerechtigd de erftitel Prins van Oranje te dragen. Door de regimentsnaam aan te vullen met de prinselijke titel wordt de naamvoering in lijn gebracht met andere regimenten van de Koninklijke Landmacht die vernoemd zijn naar personen die gerechtigd waren of zijn een prinselijke titel te voeren. In de naamvoering van die traditieverbanden is telkens de prinselijke titel opgenomen.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven