Wet van 23 januari 2020 tot wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met een jaar

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het geldende wettelijke kader voor de publieke mediadienst op korte termijn te moderniseren, gelet op de snelle veranderingen van de wereld waarin de publieke mediadienst functioneert en ten behoeve van haar relevantie en toekomstbestendigheid, dat daarvoor aanpassing van de Mediawet 2008 nodig is en dat het in het licht van de voor de aanpassing benodigde tijd en de vereiste zorgvuldige invoering van de maatregelen nodig is het begin van de nieuwe concessie- en erkenningperiode met een jaar uit te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 9.14c Mediawet 2008 wordt een afdeling ingevoegd, die luidt:

AFDELING 9.2.10 VERLENGING VAN DE CONCESSIE EN DE ERKENNINGEN VAN DE LANDELIJKE PUBLIEKE MEDIADIENST DIE ZIJN VERLEEND VOOR EEN PERIODE DIE AFLOOPT OP 31 DECEMBER 2020

Artikel 9.14d

De concessie van de NPO, de concessieperiode en de tweede van de twee perioden van vijf jaar, bedoeld in artikel 2.19, derde lid, de tweede periode van vijf jaar, bedoeld in artikel 2.20, eerste lid, de erkenningen en de voorlopige erkenningen, bedoeld in artikel 2.23, eerste, respectievelijk tweede lid, en de erkenningperiode die gelden op het moment van inwerkingtreding van dit artikel worden, voor zover van toepassing in afwijking van deze wet, van rechtswege met een jaar verlengd.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 23 januari 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de eenendertigste januari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 268

Naar boven