Besluit van 8 juli 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden (Stb. 2020, 168)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juli 2020, nr. 24692872 (7214) directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden (Stb. 2020, 168) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de vijftiende juli 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

In de memorie van toelichting bij artikel III van de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden (Stb.2020, 168) is aangegeven dat voor de inwerkingtreding van bovengenoemde wet zal worden aangesloten bij het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving. Door deze wet in werking te laten treden per 1 augustus wordt daar inderdaad bij aangesloten, maar er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn.

Jaarlijks wordt in de begrotingswet het landelijk budget voor het mbo voor het komende kalenderjaar vastgesteld. Alle mbo-instellingen ontvangen, in principe in september, een beschikking met daarin hun rijksbijdrage voor het komende jaar. Binnen het landelijk budget zal jaarlijks een bedrag worden gereserveerd dat verstrekt kan worden voor bijzondere omstandigheden. Om voor 2021 deze reservering te kunnen doen is het belangrijk om deze wet in werking te laten treden per 1 augustus 2020

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven