Besluit van 12 juni 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland (Stb. 2019, 19)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 10 juni 2020, nr. WJZ/24484066(7156), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II. van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland (Stb. 2019, 19);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland (Stb. 2019, 19) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020.

Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juni 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de vijfentwintigste juni 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland (Stb. 2019, 19) (hierna: Wet herijking bekostiging WPO BES). Het tijdstip van inwerkingtreding is 1 augustus 2020, waarmee wordt aangesloten bij het vaste verandermoment van 1 augustus. De beschikkingen voor de personele bekostiging van komend schooljaar zijn, in overeenstemming met artikel 16 Besluit bekostiging WPO BES, in april vastgesteld op basis van de oude bekostigingssystematiek. Om te voorkomen dat de scholen met meerdere beschikkingen in korte tijd geconfronteerd worden, zal in september een nieuwe beschikking op basis van de herijking worden vastgesteld waarin ook de herrekening naar aanleiding van de jaarlijkse accountantscontrole wordt opgenomen.

Artikel I, onderdeel A, bevat de nieuwe grondslag voor de bekostiging van zorg voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Op grond van het eerste lid ontvangen alle basisscholen zorgbekostiging. Deze bekostiging is verwerkt in de bedragen voor personeel en materiële instandhouding. De andere leden van artikel I, onderdeel A, zien op de mogelijkheid tot het verstrekken van aanvullende bekostiging en dat deze mogelijkheden kunnen worden uitgewerkt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

Artikel I, onderdeel B, regelt dat de materiële bekostiging zal bestaan uit een bedrag per school en een bedrag per leerling. Onderdeel B bevat daarnaast een technische wijziging vanwege de wijziging van de materiële bekostiging.

Artikel I, onderdeel C, regelt hoe de personele bekostiging wordt opgebouwd, namelijk uit een bedrag per school en een bedrag per leerling van die school. Daarnaast regelt onderdeel C, de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels omtrent de personele bekostiging, dan wel bij algemene maatregel van bestuur, dan wel bij ministeriële regeling.

Artikel I, onderdeel D, regelt dat het huidige artikel 105 komt te vervallen. De afzonderlijke grondslag die in dit artikel was opgenomen ten aanzien van het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid is nu verwerkt in de bekostiging voor personeel.

Artikel I, onderdelen E, F en G, zijn technische aanpassingen als gevolg van het vervallen van artikel 105. Aangezien artikel 105 per 1 augustus komt te vervallen dienen deze verwijzingen ook per 1 augustus te vervallen en treden deze onderdelen per 1 augustus 2020 in werking.

Artikel I, onderdeel H, regelt dat overgangsrecht komt te vervallen. Dit is mogelijk nu het nieuwe bekostigingsmodel volledig is ingevoerd. Het betreffen artikelen van personele bekostiging en kunnen hiermee in werking treden per 1 augustus 2020.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven