Besluit van 10 juni 2020, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 4 juni 2020, nr. BS2020010552, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Gelet op artikel 8 van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet defensiematerieelbegrotingsfonds treedt in werking met ingang van 1 juli 2020, met uitzondering van artikel 5, derde lid.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2020

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de achttiende juni 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds. Zoals in de memorie van toelichting destijds is uiteengezet (Kamerstukken II, 2018–2019, 35 280, nr. 3, blz. 8), zal het derde lid van artikel 5 van de wet, dat betrekking heeft op de in dat lid genoemde personele uitgaven, op een nader te bepalen tijdstip in werking treden omdat de ontvlechting van die uitgaven uit de defensiebegroting tijd vergt.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven