Besluit van 14 februari 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 23 januari 2019 tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquête 2008 in verband met de evaluatie van deze wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 februari 2019, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, nr. 2019-0000052568

Gelet op artikel III van de wet van 23 januari 2019 tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquête 2008 in verband met de evaluatie van deze wet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 23 januari 2019 tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquête 2008 in verband met de evaluatie van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 februari 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de achtste maart 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De wet van 23 januari 2019 tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquête 2008 in verband met de evaluatie van deze wet bevat aanpassingen van de enquêteprocedure naar aanleiding van aanbevelingen die zijn gedaan door de tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête, ter verbetering en verduidelijking van de Wet op de parlementaire enquête 2008. Met het oog op eventuele nieuwe enquêtes is het van belang dat deze aanpassingen zo spoedig mogelijk in werking treden. Aangezien de wet ook geen directe wijzigingen aanbrengt in de rechtspositie van burgers, het bedrijfsleven of medeoverheden, kan voor de inwerkingtreding worden afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven