Besluit van 18 december 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, het Invoeringsbesluit herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 17 december 2019, nr. 2769222, Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VIII van de Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, artikel XLVI van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, artikel XVIII van het Invoeringsbesluit herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en artikel 6:2 van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2020 treden de volgende wetten en besluiten in werking, in de hieronder aangegeven volgorde:

  • 1. de Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, met uitzondering van artikel IV;

  • 2. de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, met uitzondering van artikel I, onderdeel I, artikel II, onderdeel Z, en artikel III;

  • 3. het Invoeringsbesluit herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen;

  • 4. het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen.

Artikel 2

Artikel IV van de Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel B, van de Wet van 3 april 2019 tot wijziging van de Beginselenwetten, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet politiegegevens en enkele andere wetten in verband met het vervoer, het medisch klachtrecht en wijzigingen van technische aard (Stb. 2019, 141) in werking is getreden.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 december 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de vierentwintigste december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven