Besluit van 13 december 2019, houdende vaststelling van het moment van inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met de versnelling van de totstandkomingsprocedure voor het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid voor PFAS

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 12 december 2019, nr. IenW/BSK-2019/261944, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van het Besluit tot wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met de versnelling van de totstandkomingsprocedure voor het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid voor PFAS;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van het Besluit tot wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met de versnelling van de totstandkomingsprocedure voor het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid voor PFAS treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister voor Milieu en Wonen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2019

Willem-Alexander

De Minister van Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de zeventiende december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Besluit bodemkwaliteit in verband met de versnelling van de totstandkomingsprocedure voor het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid voor PFAS (hierna «wijzigingsbesluit»). Die zal plaatsvinden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Het wijzigingsbesluit betreft een wijziging van het Besluit bodemkwaliteit waarmee een versnelling wordt beoogd van de voorbereidingsprocedure die moet worden gevolgd voor het nemen van besluiten tot vaststelling van een gebiedsspecifiek toetsingskader voor het toepassen van grond of baggerspecie die is verontreinigd met PFAS. Hierdoor moeten problemen die zich voordoen bij het toepassen van PFAS-houdende grond en baggerspecie, sneller kunnen worden opgelost. Met de inwerkingtreding met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatblad waarin dit besluit wordt geplaatst wordt met een beroep op de grote maatschappelijke gevolgen die de PFAS-problematiek met zich meebrengt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten.

Ook wordt afgeweken van de standstill periode uit artikel 92, tweede lid, van de Wet bodembescherming. Daarin is bepaald dat een algemene maatregel van bestuur nadat hij is vastgesteld wordt toegezonden aan beide Kamers der Staten-Generaal en dat hij niet eerder in werking treedt dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst (de «nahang»). Deze bepaling zich richt op de relatie tussen regering en de Kamers en heeft tot doel de informatievoorziening richting de Kamers te garanderen met betrekking tot de vaststelling van een algemene maatregel van bestuur waarbij de Kamers in het kader van artikel 92, eerste lid, van de Wet bodembescherming bij de totstandkoming zijn betrokken (de «voorhang»). Gedurende de voorhang van het wijzigingsbesluit hebben de Kamers de wens geuit tot een spoedige oplossing voor de PFAS-problematiek te komen. Aangezien artikel 92, tweede lid, in tegenstelling tot bijvoorbeeld artikel 92, derde lid, niet beoogt de Kamers de mogelijkheid te geven inhoudelijk op de vastgestelde algemene maatregel van bestuur te reageren noch rechten toekent aan burgers, rechtvaardigen de genoemde maatschappelijke gevolgen van de PFAS-problematiek de versnelde inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit. Het wijzigingsbesluit beoogt een tijdelijke voorziening te bieden waarvan tot 1 januari 2021 gebruik kan worden gemaakt. De regering wil voor het oplossen van de PFAS-problematiek voortgang boeken. Het versnellen van de besluitvormingsprocedure is naar de mening van het kabinet een belangrijk onderdeel van het totale maatregelenpakket omtrent PFAS. Daarom is snelle inwerkingtreding van het besluit van belang. Daardoor kunnen projecten die door PFAS hinder ondervinden worden vlot getrokken, voor zover dat met inachtneming van alle relevante omstandigheden op verantwoorde wijze kan worden gedaan. Uiteraard zal het wijzigingsbesluit wel ter informatie aan de Kamers worden toegezonden.

De Minister van Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven