Besluit van 3 december 2019 tot wijziging van het Besluit van 6 april 2011, houdende vaststelling van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van de vervoerder bij vervoer door de lucht is beperkt ter uitvoering van de artikelen 1359, 1399 en 1400 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 7 november 2019, nr. 2742289, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op de artikelen 1359, 1399 en 1400 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 november 2019, No.W16.19.0357/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 november 2019, nr. 2760112, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit van 6 april 2011, houdende vaststelling van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van de vervoerder bij vervoer door de lucht is beperkt ter uitvoering van de artikelen 1359, 1399 en 1400 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt «19 rekeneenheden» vervangen door «22 rekeneenheden».

2. In artikel 2, eerste en tweede lid, wordt «113.100 rekeneenheden» telkens vervangen door «128.821 rekeneenheden».

3. In artikel 3, eerste lid, wordt «4.694 rekeneenheden» vervangen door «5.346 rekeneenheden».

4. In artikel 3, tweede lid, wordt «1.131 rekeneenheden» vervangen door «1.288 rekeneenheden».

ARTIKEL II

Dit besluit is slechts van toepassing ten aanzien van aansprakelijkheid voortvloeiende uit schade die zich na de inwerkingtreding van dit besluit heeft voorgedaan.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 december 2019. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 28 december 2019, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 28 december 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 december 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de achttiende december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Het Verdrag van Montreal tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Trb. 2000, 32) (hierna: het Verdrag) is voor het Europese deel van het Koninkrijk (hierna: Nederland) in werking getreden op 28 juni 2004 en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de BES-eilanden) op 1 oktober 2016. Het Verdrag voorziet in een aansprakelijkheid van de vervoerder voor het geval er tijdens internationaal luchtvervoer schade ontstaat aan personen, bagage of goederen. Het regelt ook de omvang van deze aansprakelijkheid en de periodieke herziening van deze aansprakelijkheidsbedragen. Dit besluit geeft uitvoering aan de herziening die heeft plaatsgevonden in 2019.

Artikel 24 van het Verdrag bepaalt samengevat dat de omvang van de aansprakelijkheid elke vijf jaar kan worden herzien door de depositaris, de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (hierna: ICAO). Dit is mogelijk als de inflatiecoëfficiënt uit het Verdrag meer dan tien procent bedraagt en tegen de herziening geen bezwaar wordt gemaakt door een meerderheid van de verdragsstaten. Bij de herziening van 2019 was volgens de ICAO de inflatiecoëfficiënt 13,9 procent. Deze factor is per brief aan de verdragsstaten medegedeeld op 28 juni 2019 (met referentie LE 3/38.1-19/50). De herziening zal op 28 december 2019 in werking treden, aangezien deze niet door een meerderheid van de verdragsstaten is afgekeurd.

Voor Nederland is de grondslag voor beperking van de aansprakelijkheid geïmplementeerd in de artikelen 8:1359, 8:1399 en 8:1400 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In deze artikelen wordt verwezen naar een algemene maatregel voor bestuur waarin de bedragen worden vastgelegd. Dit is op dit moment het Besluit van 6 april 2011, houdende vaststelling van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van de vervoerder bij vervoer door de lucht is beperkt ter uitvoering van de artikelen 1359, 1399 en 1400 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: het Besluit). De omvang van de aansprakelijkheid wordt uitgedrukt in zogenoemde rekeneenheden. Dit zijn de bijzondere trekkingsrechten zoals omschreven door het Internationale Monetaire Fonds (zie artikel 23 van het Verdrag). Eén rekeneenheid is thans ongeveer € 1,24 euro. Dit besluit, aangeboden mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, zorgt ervoor dat de aansprakelijkheidsbedragen in het Besluit worden aangepast in overeenstemming met de herziening van de ICAO.

De wetgeving die van toepassing is op de BES-eilanden hoeft niet te worden gewijzigd. Voor de BES-eilanden is in artikel 8:1322 BW BES verwezen naar het Verdrag. De aansprakelijkheidsbedragen zijn niet overgenomen in (lagere) regelgeving. Een herziening van de bedragen in het Verdrag geldt daarmee automatisch voor de BES-eilanden.

Regeldruk

De verwachting is dat de verhoging hooguit zal leiden tot een geringe stijging van de verzekeringspremies voor de vervoerder. Voor het slachtoffer zorgt het besluit ervoor dat zijn schade in ruimere mate voor vergoeding in aanmerking komt. Het adviescollege toetsing regeldruk deelt deze conclusie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onder 1

Artikel 1 van het Besluit regelt dat de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van zaken is beperkt tot een bedrag van 19 rekeneenheden per kilogram, behoudens een bijzondere verklaring omtrent belang bij de aflevering (zie artikel 22, lid 3, van het Verdrag). Dit besluit verhoogt, conform de herziening, de 19 rekeneenheden tot 22 rekeneenheden.

Artikel I, onder 2

Artikel 2 regelt de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger (zie artikel 21 van het Verdrag). De aansprakelijkheid is thans beperkt tot 113.100 rekeneenheden. Dit besluit verhoogt het bedrag met factor 13,9, waardoor het uitkomt op 128.821 rekeneenheden.

Artikel I, onder 3 en 4

Artikel 3, lid 1, regelt de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van schade veroorzaakt door vertraging (zie artikel 22, lid 1 van het Verdrag). Het huidige aansprakelijkheidsbedrag is 4.694 rekeneenheden. Het bedrag wordt door dit besluit verhoogd tot 5.346 rekeneenheden.

Artikel 3, lid 2, regelt de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van vernieling, verlies, beschadiging of vertraging van bagage (zie artikel 22, lid 2, van het Verdrag). Het aansprakelijkheidsbedrag is thans 1.131 rekeneenheden en wordt verhoogd tot 1.288 rekeneenheden.

Artikel II

Artikel II bevat overgangsrecht om ervoor te zorgen dat dit besluit slechts van toepassing is op aansprakelijkheid die voortvloeit uit schade die zich na de inwerkingtreding van dit besluit heeft voorgedaan.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 28 december 2019. Hiermee wordt aangesloten bij de datum dat de gewijzigde bedragen van toepassing worden voor de verdragsstaten.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven