Wet van 11 december 2019 tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2020)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en enkele andere ministeries;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I AANPASSINGSWET WNRA

De Aanpassingswet Wnra wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.1, onderdelen C en G, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

B

In artikel 2.4, onderdeel D, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

C

In artikel 2.9, onderdeel D, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

Ca

In artikel 2.16, onderdeel A, wordt «Wet ambtenaren defensie 2017» vervangen door «Wet ambtenaren defensie».

Cb

Artikel 2.18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A, onder 4, wordt in artikel 13a «bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van bestuur».

2. Onderdeel D vervalt.

D

In artikel 2.22, onderdeel E, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

E

In artikel 2.23, onderdeel D, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

F

In artikel 3.1, onderdeel D, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

G

In artikel 5.1, onderdeel B, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

H

In artikel 6.5, onderdeel, B, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

I

In artikel 6.15, onderdeel B, wordt «475d, vierde lid» vervangen door «475d, derde lid».

ARTIKEL IA ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, vijfde lid, vervalt.

B

Artikel 7aa vervalt.

C

In artikel 11 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

D

In artikel 15, tweede lid, vervalt onderdeel b alsmede de aanduiding «a.».

E

Artikel 25 vervalt.

ARTIKEL II ALGEMENE NABESTAANDENWET

In artikel 29a, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet wordt «behoudens voor de toepassing van afdeling II van hoofdstuk 3» vervangen door «behoudens voor de toepassing van artikel 16, tweede lid, en afdeling II van hoofdstuk 3».

ARTIKEL III ALGEMENE OUDERDOMSWET

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. in 2025 en de kalenderjaren daarna:

de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd, die jaarlijks op basis van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd op grond van het tweede lid worden vastgesteld.

2. De aanhef van het tweede lid komt te luiden:

De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd in 2025 en de kalenderjaren daarna wordt jaarlijks, voor de eerste maal uiterlijk op 1 januari 2020 voor het jaar 2025, vastgesteld volgens de volgende formule:.

B

In artikel 8, tweede lid, onderdeel c, vervalt «als bedoeld in artikel 8a, derde lid».

C

Artikel 8a, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het derde en vierde lid.

ARTIKEL IIIA ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

In artikel 9 van bijlage 2 en artikel 2 van bijlage 3 van de Algemene wet bestuursrecht komt de zinsnede met betrekking tot de Wet arbeid en zorg te luiden:

Wet arbeid en zorg: hoofdstuk 3, afdeling 2, en artikel 4:2b

ARTIKEL IV ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET

In artikel 24, vijfde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «, en indien van toepassing, aan de bij een arbeidsongeval betrokken persoon of personen».

ARTIKEL IVA ARBEIDSWET 2000 BES

Artikel 23 van de Arbeidswet 2000 BES wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt «Bonaire,».

2. Het eerste lid, onderdeel j, komt te luiden:

  • j. voor het openbaar lichaam Bonaire de dag waarop de viering van Dia di Rincon plaatsvindt;.

ARTIKEL IVB BURGERLIJK WETBOEK

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 628a, vijfde lid, wordt na «artikel 628, lid 5 of lid 7,» ingevoegd «of artikel 691, lid 7,».

B

In artikel 669, derde lid, onderdeel i, wordt «bedoeld in de onderdelen c tot en met h» vervangen door «bedoeld in de onderdelen c tot en met e, g en h».

C

In artikel 673, tweede lid, wordt «kalenderjaar» telkens vervangen door «jaar».

ARTIKEL V PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, tiende lid, wordt «, als bedoeld in artikel 10g» vervangen door «, bedoeld in artikel 10g».

B

Aan het slot van artikel 8b wordt toegevoegd «en de daarop berustende bepalingen».

C

Artikel 10g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «de gemeente» vervangen door «het college».

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. In afwijking van de artikelen 17, 18, 18a en paragraaf 6.4 voert het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen dit artikel uit met overeenkomstige toepassing van de artikelen 2:7, 2:9, 2:31, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:63, 2:64, 2:65 en 2:69 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

3. In het vijfde lid, onderdeel b, vervalt «, de Wet sociale werkvoorziening» en wordt «de Wet overige OCW-subsidies,» vervangen door «de Wet overige OCW-subsidies of in verband met werkzaamheden als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening».

Ca

Artikel 36b, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven.

D

Artikel 38, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Met ingang van de dag waarop de over het inkomen, bedoeld in artikel 32, eerste lid, verschuldigde loonbelasting, premies, bijdragen en inhoudingen, bedoeld in artikel 31, derde lid, wijzigen, worden de bedragen en percentages ter vaststelling van de aanspraak op vakantietoeslag over een inkomen als bedoeld in artikel 31, vierde lid, gewijzigd.

E

In de aanhef van artikel 47 wordt na «van deze wet» ingevoegd «en de daarop berustende bepalingen».

ARTIKEL VA PENSIOENWET

Artikel 63 van de Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Ingeval de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, na de ingangsdatum van het pensioen wordt verlaagd, wordt voor de toepassing van de eerste zin uitgegaan van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die van toepassing was voor deze verlaging.

2. In het derde lid wordt «een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door «een aanpassing van de pensioengerechtigde leeftijd» en wordt «bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zoals die van toepassing was voor deze verhoging» vervangen door «bij het bereiken van de hoogste pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die op enig moment na de ingangsdatum van het pensioen geldt of heeft gegolden voor de pensioengerechtigde».

ARTIKEL VI WERKLOOSHEIDSWET

Aan artikel 130h wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing op aanvragen die na 31 december 2019 worden ingediend.

ARTIKEL VII WET AANSCHERPING HANDHAVING EN SANCTIEBELEID SZW-WETGEVING

In artikel XXV, vierde lid, van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving wordt «de artikelen XV, onderdeel J» vervangen door «de artikelen XV, onderdeel K».

ARTIKEL VIII WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien uit de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde consumentenprijsindexcijfers voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba blijkt, dat het prijsindexcijfer voor het derde kwartaal van het lopende jaar, vergeleken met het prijsindexcijfer voor het derde kwartaal van het voorafgaande jaar is gestegen of gedaald, stelt Onze Minister een bedrag vast, dat met ingang van 1 januari van het komende jaar in de plaats treedt van het in het eerste lid bedoelde bedrag. Onze Minister bepaalt welke consumentenprijsindexcijfers voor de toepassing van de eerste zin worden gebruikt. De consumentenprijsindexcijfers kunnen voor de onderscheiden openbare lichamen en voor belanghebbenden die woonachtig zijn buiten de openbare lichamen, verschillend zijn.

B

Artikel 43b komt te luiden:

Artikel 43b

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL IX WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien uit de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde consumentenprijsindexcijfers voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba blijkt, dat het prijsindexcijfer voor het derde kwartaal van het lopende jaar, vergeleken met het prijsindexcijfer voor het derde kwartaal van het voorafgaande jaar is gestegen of gedaald, stelt Onze Minister een bedrag vast, dat met ingang van 1 januari van het komende jaar in de plaats treedt van het in het eerste lid bedoelde bedrag. Onze Minister bepaalt welke consumentenprijsindexcijfers voor de toepassing van de eerste zin worden gebruikt. De consumentenprijsindexcijfers kunnen voor de onderscheiden openbare lichamen en voor belanghebbenden die woonachtig zijn buiten de openbare lichamen, verschillend zijn.

B

Artikel 42b komt te luiden:

Artikel 42b

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL X WET ALLOCATIE ARBEIDSKRACHTEN DOOR INTERMEDIAIRS

De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, derde lid, onderdeel c, wordt na «het ter beschikking stellen van arbeidskrachten» ingevoegd «voor het verrichten van arbeid in een onderneming, die door dezelfde ondernemer in stand wordt gehouden als die de arbeidskrachten ter beschikking stelt, of».

Aa

Aan artikel 7a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij de beoordeling van de naleving van dit artikel wordt uitgegaan van de feitelijke situatie op het moment van de aanvang van de terbeschikkingstelling.

B

In artikel 8, tweede lid, vervalt «, bedoeld in het eerste lid,» en wordt na «ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden» ingevoegd «, bedoeld in het eerste lid, ».

C

Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «De arbeidskracht, die in het kader van payrolling ter beschikking is gesteld, heeft» ingevoegd «, met uitzondering van het bepaalde ten aanzien van de adequate pensioenregeling, bedoeld in het vierde lid tot en met het zesde lid,».

2. In het tweede lid wordt na «de arbeidskracht, bedoeld in het eerste lid,» ingevoegd «met uitzondering van het bepaalde ten aanzien van de adequate pensioenregeling, bedoeld in het vierde lid tot en met het zesde lid, ».

3. In het vierde lid wordt «In afwijking van (...) een adequate pensioenregeling, indien:» vervangen door «Voor de arbeidskracht die in het kader van payrolling ter beschikking is gesteld, geldt, behoudens het bepaalde in artikel 97 van de Pensioenwet, een adequate pensioenregeling, indien:».

4. In het achtste lid wordt na «waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt,» ingevoegd «door dezelfde ondernemer in stand worden gehouden, of».

5. In het negende lid, onderdeel b, wordt «met een arbeidsbeperking» vervangen door «die arbeidsbeperkte zijn» en na «Wet financiering sociale verzekeringen» ingevoegd «, of met arbeidsbeperkten worden gelijkgesteld als bedoeld in artikel 38f, vijfde lid, van die wet,» en wordt «of werkzaam is» vervangen door «of die werkzaam zijn».

ARTIKEL XI WET ARBEID EN ZORG

De Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3:11, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de vrouwelijke werknemer of gelijkgestelde, uiterlijk binnen een jaar na het tijdstip waarop de uitkering geëindigd is, een verklaring vragen van een arts of verloskundige over de vermoedelijke datum van bevalling, welke is opgemaakt uiterlijk twee weken voor de datum van ingang van het zwangerschapsverlof onderscheidenlijk twee weken voor de datum waarop de vrouwelijke werknemer of gelijkgestelde het recht op uitkering wil laten ingaan.

B

In artikel 3:12, tweede lid, wordt «vrouwelijke werknemer» vervangen door «vrouwelijke gelijkgestelde».

C

Artikel 3:22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt «, onder overlegging van de verklaring van een arts of van een verloskundige waarin die datum is aangegeven».

2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de vrouwelijke zelfstandige of vrouwelijke beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst, uiterlijk binnen een jaar na het tijdstip waarop de uitkering geëindigd is, een verklaring vragen van een arts of verloskundige over de vermoedelijke datum van bevalling, welke is opgemaakt uiterlijk twee weken voor de datum van ingang van het zwangerschapsverlof onderscheidenlijk twee weken voor de datum waarop de vrouwelijke zelfstandige of vrouwelijke beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst het recht op uitkering wil laten ingaan.

D

Artikel 3:31 komt te luiden:

Overgangsbepaling vakantie-uitkering bij zwangerschap en bevalling

Artikel 3:31
  • 1. Op aanvragen als bedoeld in artikel 3:22, tweede of derde lid, ontvangen voor 1 juli 2019, zijn voor de gehele uitkering, bedoeld in artikel 3:23, tweede lid, dat artikellid en artikel 3:27, eerste lid, onder c, van toepassing, zoals die bepalingen luidden op 30 juni 2019.

  • 2. Op aanvragen als bedoeld in artikel 3:22, tweede of derde lid, ontvangen op of na 1 juli 2019, is voor de gehele uitkering, bedoeld in artikel 3:23, tweede lid, dat artikellid van toepassing.

ARTIKEL XII WET ARBEIDSVOORWAARDEN GEDETACHEERDE WERKNEMERS IN DE EUROPESE UNIE

In artikel 8, derde lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt «voor aanvang van de werkzaamheden» vervangen door «uiterlijk vijf werkdagen na aanvang van de werkzaamheden».

ARTIKEL XIII WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING

A

In de artikelen 6, onderdeel c, en 100, wordt na «artikel 8» ingevoegd «, artikel 8a».

B

In de artikelen 475a, derde lid, 475ab, eerste lid, 475b, eerste lid, 475c, zesde lid, 475da, tweede lid, en vijfde tot en met het zevende lid, 475db, eerste lid, 475dc, 475e, 475f, eerste lid, 475fa, 475i, tweede en derde lid, 478, eerste, derde en vierde lid, wordt «schuldenaar» telkens vervangen door «geëxecuteerde».

C

Artikel 475ab wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In de artikelen 475g en 475ga wordt onder schuldenaar mede verstaan degene met wie hij in enige gemeenschap van goederen als bedoeld in de eerste afdeling van de zevende titel van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is gehuwd dan wel op die voorwaarden een geregistreerd partnerschap is aangegaan.

D

Artikel 475d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt «die beiden 21 jaar of ouder zijn».

2. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt «21 jaar of ouder zijn, maar».

3. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met achtste lid tot tweede tot en met zevende lid.

4. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. Indien de schuldenaar ter verzorging of verpleging in een daartoe bestemde inrichting is opgenomen, bedraagt de beslagvrije voet de prijs die is verschuldigd voor verzorging dan wel verpleging, verhoogd met:

    • a. twee derde van de bijstandsnorm, genoemd in artikel 23, eerste lid, van de Participatiewet; en

    • b. het bedrag, genoemd in artikel 23, tweede lid, van de Participatiewet.

E

In artikel 475d, eerste lid, vervalt telkens «op het moment van beslaglegging» en wordt na «de vier meest recente maanden» ingevoegd «gerekend vanaf het moment van verstrekking, bedoeld in artikel 475ga, eerste lid».

F

Artikel 475da wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien de geëxecuteerde op grond van de basisregistratie personen geen woonadres in Nederland heeft, bedraagt de beslagvrije voet 47,5% van de norm, genoemd in artikel 21, onderdeel b, van de Participatiewet. Indien de geëxecuteerde buiten Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft, wordt de beslagvrije voet vermenigvuldigd met een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde factor.

2. In het achtste lid wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».

G

Artikel 475e wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien de geëxecuteerde over een niet in de basisregistratie personen opgenomen vaste woon- of verblijfplaats beschikt en hij de deurwaarder die gerechtigd is ten laste van hem binnen Nederland beslag te leggen, inzicht geeft in zijn leefsituatie en zijn bronnen van inkomsten, blijft het bepaalde in artikel 475da, vierde lid, eerste zin, buiten toepassing.

2. Het tweede en derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot het tweede lid.

H

In artikel 475ga, eerste lid, wordt «voor zover die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de beslagvrije voet, de aard van de periodieke inkomsten van de schuldenaar of de identiteit van degene» vervangen door «voor zover die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de beslagvrije voet, en de aard van de periodieke inkomsten van de schuldenaar en overige gegevens die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de administratie worden verwerkt, voor zover die vereist zijn voor het vaststellen van de identiteit van degene».

I

Artikel 475i wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt «, bedoeld in de vorige zin,» en wordt «475e, derde lid» vervangen door «475e, eerste lid».

2. In het derde lid wordt «na ontvangst van de mededeling, bedoeld in het tweede lid,» vervangen door «na ontvangst van de door de deurwaarder of, in geval van samenloop van beslagen als bedoeld in artikel 478 de coördinerende deurwaarder, afgegeven mededeling».

3. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde reeds beslag is gelegd:

    • a. verwijst de deurwaarder indien hij bekend is met de identiteit van de coördinerende deurwaarder, in afwijking van het tweede lid, de geëxecuteerde naar de coördinerende deurwaarder onder vermelding van de mogelijkheid om wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte van de beslagvrije voet bij de coördinerende deurwaarder te melden; en

    • b. verstrekt de coördinerende deurwaarder aan de andere deurwaarder op diens verzoek onverwijld schriftelijk de beslagvrije voet, alsmede de gegevens waarop deze is gebaseerd.

J

In artikel 479i, tweede lid, wordt «475b tot en met 475i» vervangen door «475ab tot en met 475h en 475i, tweede tot en met vijfde lid».

K

In artikel 724, tweede lid, wordt «475b–475h» vervangen door «475ab tot en met 475h en 475i, tweede tot en met vijfde lid».

ARTIKEL XIV WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 13 van de Algemene Ouderdomswet» ingevoegd «voor zover de over dat jaar verschuldigde premie, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, niet is betaald».

2. In het vierde lid komt de eerste zin te luiden: Indien een premieplichtige ten aanzien van wie een beslissing als bedoeld in het eerste lid is genomen, binnen vijf jaren na dagtekening van de aanslag het op aanslag verschuldigde bedrag alsnog geheel of gedeeltelijk betaalt en deze betaling op grond van het vijfde lid geheel of gedeeltelijk wordt toegerekend aan de verschuldigd gebleven premie voor de algemene ouderdomsverzekering, wordt de beslissing op grond van het eerste lid in zoverre gewijzigd of ingetrokken.

3. In het vijfde lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b.

4. Het zesde lid vervalt onder vernummering van het zevende lid tot het zesde lid.

5. In het zesde lid (nieuw) vervalt de derde zin.

B

In artikel 83, eerste lid, vervalt onderdeel c, onder verlettering van de onderdelen d en e tot de onderdelen c en d.

C

Aan artikel 99 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. in afwijking van artikel 23 de rijksbijdrage in de uitvoeringskosten van het UWV, bedoeld in artikel 45, eerste lid, onderdeel e, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, voor zover dit bij regeling van Onze Minister is bepaald.

D

Aan artikel 100, onderdeel c, wordt aan het slot toegevoegd «en voor zover deze betrekking hebben op de bij regeling van Onze Minister bepaalde uitvoeringskosten waarvoor op grond van artikel 99, onderdeel h, een deel van de rijksbijdrage in de uitvoeringskosten van het UWV ten gunste van het Algemeen Werkloosheidsfonds komt».

E

Artikel 114, onderdeel f, komt te luiden:

  • f. een rijksbijdrage ter hoogte van het door Onze Minister geraamde bedrag aan lasten en uitvoeringskosten als bedoeld in artikel 115, eerste lid, onderdelen c en r, voor zover deze lasten en uitvoeringskosten betrekking hebben op de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en de op grond van artikel 3:30 van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen;.

ARTIKEL XIVA WET INBURGERING

De Wet inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de tweede zin.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot het derde tot en met zesde lid wordt een lid toegevoegd:

  • 2. Aanspraak op een lening bestaat niet of niet langer als de inburgeringsplichtige:

    • a. na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, of de met toepassing van artikel 7a, derde lid, of bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, gestelde regels verlengde termijn de participatieverklaring niet heeft ondertekend; of

    • b. zes jaar na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, of de met toepassing van artikel 7b, derde lid, of bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, gestelde regels verlengde termijn, niet aan de inburgeringsplicht heeft voldaan.

B

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De terugbetalingsperiode vangt aan zes maanden na:

    • a. het voldoen aan de inburgeringsplicht; of

    • b. het vervallen van de aanspraak op een lening, op grond van artikel 16, tweede lid.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid.

ARTIKEL XV WET INVOERING EXTRA GEBOORTEVERLOF

De Wet invoering extra geboorteverlof wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

In de artikelen 15, eerste lid, 16, derde, vierde en zevende lid, en 17, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg» vervangen door «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1 of artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg».

2. Artikel IV komt te luiden:

ARTIKEL IV

In de artikelen 11, eerste lid, onderdeel d, 17a, eerste lid, onderdeel d, en 37, van de Werkloosheidswet, wordt «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg» vervangen door: «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg».

3. Artikel VI komt te luiden:

ARTIKEL VI

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 17, vijfde lid, 24, tweede lid, 28, tweede lid, en 38a, eerste lid, wordt «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg» vervangen door «hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg».

B

Artikel 115, eerste lid, onder c, komt te luiden:

  • c. de op grond van artikel 3:1a, hoofdstuk 3, afdeling 2, en artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg te betalen vergoedingen en uitkeringen;.

4. Artikel VII komt te luiden:

ARTIKEL VII

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8c wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel b, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de werknemer, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeid en zorg aan wie een uitkering wordt betaald op grond van hoofdstuk 4, paragraaf 1, van die wet.

B

In artikel 11, eerste lid, wordt «8c, onderdeel a» vervangen door «8c, onderdelen a en c».

5. Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIA

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7c wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel b, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de werknemer, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arbeid en zorg aan wie een uitkering wordt betaald op grond van hoofdstuk 4, paragraaf 1, van die wet.

B

In artikel 10, eerste lid, wordt «7c, onderdeel a» vervangen door «7c, onderdelen a en c».

ARTIKEL XVA WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES

Artikel 26a van de Wet kinderbijslagvoorziening BES komt te luiden:

Artikel 26a. Advisering

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL XVI WET KINDEROPVANG

De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1.6, eerste lid, onderdeel e, wordt «artikel 18, eerste en vierde lid, van de Participatiewet» vervangen door «artikel 18, eerste en twaalfde lid, van de Participatiewet».

2. In artikel 1.48, tiende lid, wordt «1.48c tot en met 160a» vervangen door «1.48d tot en met 1.60».

ARTIKEL XVII WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015

Artikel 3a.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt «, 3:40, 3:45».

2. In het vijfde lid, onderdeel b, vervalt «, de Wet sociale werkvoorziening» en wordt na «de Wet overige OCW-subsidies» ingevoegd «of in verband met werkzaamheden als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening».

ARTIKEL XVIIA WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid, vervallen.

B

Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. een transitievergoeding als bedoeld in artikel 673 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

2. De punt aan het slot van onderdeel g wordt vervangen door een puntkomma.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

In het vijfde lid wordt na «Loon waarop de werknemer» ingevoegd: op grond van enige wettelijke bepaling.

D

In artikel 12a, derde lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt «worden verricht» vervangen door «worden verricht onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden».

ARTIKEL XVIIB WET NORMALISERING RECHTSPOSITIE AMBTENAREN

Artikel VII van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren vervalt.

ARTIKEL XVIIC WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

De Wet ongevallenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien wordt vastgesteld dat de gewezen werknemer die recht heeft op ongevallengeld als bedoeld in artikel 5, eerste lid, niet of niet langer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt dan wel verminderd arbeidsongeschikt is, wordt de uitkering beëindigd respectievelijk herzien met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand, volgend op het tijdstip waarop de herziene vaststelling van de arbeidsongeschiktheid heeft plaatsgevonden.

B

Artikel 14d komt te luiden:

Advisering

Artikel 14d

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL XVIID WET OP DE LOONBELASTING 1964

Artikel 18d van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Ingeval de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, na de ingangsdatum van het pensioen wordt verlaagd, wordt voor de toepassing van de eerste zin uitgegaan van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die van toepassing was voor deze verlaging.

2. In het vijfde lid wordt «een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door «een aanpassing van de pensioengerechtigde leeftijd» en wordt «bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zoals die van toepassing was voor deze verhoging» vervangen door «bij het bereiken van de hoogste pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die op enig moment na de ingangsdatum van het pensioen geldt of heeft gegolden voor de werknemer».

ARTIKEL XVIIE WET OP DE LOONVORMING

Artikel 2, eerste lid, van de Wet op de loonvorming komt te luiden:

  • 1. Deze wet is niet van toepassing op de arbeidsverhouding van:

    • a. personen op wie artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 van toepassing is;

    • b. personen die een geestelijk ambt bekleden.

ARTIKEL XVIIEA WET OP DE STUDIEFINANCIERING

Artikel 150 van de Wet op de studiefinanciering vervalt.

ARTIKEL XVIIEB WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET

Artikel 6a van de Wet op het kindgebonden budget vervalt.

ARTIKEL XVIIEC WET STUDIEFINANCIERING 2000

In artikel 14.1., derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 wordt «150» vervangen door «148».

ARTIKEL XVIIF WET STUDIEFINANCIERING BES

Artikel 8.4a. van de Wet studiefinanciering BES komt te luiden:

Artikel 8.4a. Advisering

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op een beschikking op grond van artikel 2.10a, met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL XVIII WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel l, subonderdeel 2°, vervalt «de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria,».

B

In artikel 30, eerste lid, vervalt «de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria,».

C

In artikel 33, tweede lid, onderdeel a, wordt na «ten behoeve van de werknemersverzekeringen» ingevoegd «en de uitvoering van taken die bij of krachtens enige andere wet dan bedoeld in artikel 30, eerste lid, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen zijn opgedragen».

ARTIKEL XVIIIA WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN

De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «22 jaar» vervangen door «21 jaar».

2. In het eerste lid, onderdeel b, onder 1, wordt «48,75 procent» vervangen door «50 procent» en wordt «57,5 procent» vervangen door «60 procent».

3. In het eerste lid, onderdeel b, onder 2, wordt «57,5 procent» vervangen door «60 procent» en wordt «75 procent» vervangen door «80 procent».

4. In het eerste lid, onderdeel b, onder 3, wordt «75 procent» vervangen door «80 procent», wordt «92,5 procent» vervangen door «100 procent», wordt «36 uren» vervangen door «40 uren» en wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een punt.

5. Het eerste lid, onderdeel b, onder 4, vervalt.

6. In het tweede lid wordt «niet meer» vervangen door «minder».

B

In artikel 3.4 vervalt onderdeel d, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

ARTIKEL XVIIIB WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING

Artikel 75 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Ingeval de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, na de ingangsdatum van het pensioen wordt verlaagd, wordt voor de toepassing van de eerste zin uitgegaan van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die van toepassing was voor deze verlaging.

2. In het derde lid wordt «een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd» vervangen door «een aanpassing van de pensioengerechtigde leeftijd» en wordt «bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zoals die van toepassing was voor deze verhoging» vervangen door «bij het bereiken van de hoogste pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, die op enig moment na de ingangsdatum van het pensioen geldt of heeft gegolden voor de pensioengerechtigde».

ARTIKEL XVIIIC WET VEREENVOUDIGING BESLAGVRIJE VOET

Na artikel XXIIIA van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel XXIIIB. Ondersteuning bij en gegevensverwerking voor de vaststelling van de beslagvrije voet

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een bestuursorgaan of instelling worden belast met de ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet met toepassing van de artikelen 475da tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over:

    • a. de verwerkingsverantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking voor de ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet;

    • b. de wijze van gegevensverwerking;

    • c. de voorwaarden waaronder deze gegevensverwerking plaatsvindt.

ARTIKEL XIX WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

In artikel 84 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de werkgever die op grond van artikel 82, tweede en derde lid, het in dat artikel bedoelde risico van betaling draagt.

ARTIKEL XIXA WET ZIEKTEVERZEKERING BES

Artikel 14d van de Wet ziekteverzekering BES komt te luiden:

Advisering

Artikel 14d

Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking».

ARTIKEL XIXAB

Artikel 13 van de Algemene Kinderbijslagwet wordt niet toegepast in het jaar 2020 voor zover het gaat om het verhogen van het bedrag, genoemd in artikel 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet.

ARTIKEL XX INWERKINGTREDING

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van de artikelen V, onderdelen A en C, XI, onderdeel D, en XVII, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerken tot en met 1 juli 2019.

ARTIKEL XXI CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet SZW 2020.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 11 december 2019

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de zeventiende december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 275

Naar boven