Besluit van 28 november 2019 tot intrekking van enkele besluiten met betrekking tot het Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 7 oktober, nr. Min-Buza.2019.4369-12;

Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 2019, nr. W02.19.0319/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 22 november 2019, nr. MinBuza-2019.4483-8;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a. het Besluit Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden,

  • b. het Rechtspositiereglement Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden, en

  • c. het Bezoldigingsbesluit Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 november 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de twaalfde december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Bij de inventarisatie van regelgeving die geraakt wordt door de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, kwamen enkele besluiten met betrekking tot het Korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden aan het licht die reeds lang zijn uitgewerkt.

Het voornemen tot oprichting van het Korps, een «pool van deskundigen», vloeide voort uit de Nota hulpverlening aan minder ontwikkelde landen 1966 (Aanhangsel II, 1968–1969, nr 6890).

Het Korps is niet echt van de grond gekomen: in de toelichting bij de rijksbegroting voor het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 1981 valt te lezen dat de doelstellingen die aan de oprichting van het korps ten grond lagen in het licht van het gewijzigde personeelsbeleid niet langer reëel bleken: «Besloten is derhalve het tot stand komen van het korps niet verder te bevorderen, waarbij uiteraard rekening zal worden gehouden met de belangen van de inmiddels aangestelde leden van het korps.» (16 400 V nr 2 blz. 107–108).

Tot dusverre was verzuimd om de op het Korps betrekking hebbende besluiten in te trekken.

Het onderhavige ontwerp strekt daartoe.

Aangezien het besluit geen feitelijke veranderingen meebrengt, zal het in afwijking van het beleid inzake Vaste Verander Momenten direct na publicatie in werking kunnen treden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven